3 g[u]l[den]
ALuit
 

in den name des heeren amen
op den 29 december ^junij 1738 compareerden
voor mij Seger Lakenman openbaar
notaris tot Bovencarspel ende nagenoemde
getuijgen de e[erbare] Jan Hauwert raadt
en oud schepen en m[eeste]^r chirurgijn^tot tot
venhuijsen ^venhuisen en Anna Jans desselfs ^desselfs egte
paare en ^huis vrouw woonagtig tot Venhuisen
mij notaris ende getuijgen zeer wel bekendt
gesondt na den lighame en haar verstandt
en uitsprake magtig en gebruijkende
immers zo men niet anders konde
bemerken dewelcke uit overdenkinge van
de sekerheit des doots ende onsekere ure
van dien verclaarden te rade geworden te
zij^{bij uitterste wille te willen} disponeren van de goederen hun
van godt almagtig op aarden verleendt
dog voor af te bevelen hunne zielen in
de barmhertige handen godts hares schepper
en hun lighamen de aarde tot de tijdt
van een zalige opstandinge en daar
op voortgaande zoo verclaarden zij
eerstelijk te revoceren alle hunne vorige
gemaacte uitterste willen en ook wel
speciaal hunne huwelijkse voorwaarde
gepasseert voor den notaris Muis Dool
 

en sekere getuijgne tot Twisk in dato den
19 november 1732 voor zoo verre dezelve
dese hunne dispositie bij uitterste wille is
contrarierende en vervolgens op nieuws
dispnerende bij uitterste wille zoo verclaarde
den een den ander en sulx de eerststervende
de langstlevende ingevalle t huwelijkgescheiden
word zonder zaat te stellen tot zijn ofte
haar enige erfgenaam zonder gehouden te
zijn aan de vrinden van de eerststervende
iets over te geven van derselver nalatenschap

vervolgens komende ter dispositie van t geen
de langstevende van hun beiden zal komen
na te laten verclaarden zij gesamentlijk
te willen dat t gene de langstlevende zal
komen na te laten als dan zal gaan
ten wederzijden half en half stellende
aan de zijde van den terstateur tot erfge
naam van de ene helft Jan Neledoe
tot Enkhuijsen mits dat deselve voor
legaten zal moeten uijtkeeren aan
Meindert Stockenkreeft woonagtig tot
Hem een somma van een duijsent
gulden
aan Ijsbrant Dirksz woonagtig op Tersluis
een somma van drie hondert guldens
aan Cornelis Decker een summa van tweehondert
aan Jan Nieuweboer mede op Tersluis
 

insgelijks op twee hondert vijftig guldens
en eijndelijk aan Jan Oostwoud en Jan
Oostwoud susters kinderen van de testatrice
zijn huisvrouwe elk drie hondert guldens
en de wederhelft verclaarden zij gesamentl[ijk]
tot erfgenaam te stellen
Jan oostwoud ende Jacob Oostwoud elk
voor een vijfde parten
Trijn Jans des testatrices suster^{woonagtig tot Lambertschage} voor een
geregte vijfde
Pieter Jansz Smitser woonagtig tot Twisk
mede voor een vijfde en
Dirk Jansz Smitser ^mede woonagtig tot Twisk
onder Opperdoes voor de resterende een
vijfde paart

t vorenstaande verclaarden de comparanten
te bevatten hare laatste^en uitterste wille
en te begeren dat t zal bestaan als
testament of codicille

    Aldus opregt verleden en voltrocken
in bijwesen en overstaan van Pieter
Haas en Willem Lakenman beide
woonagtig tot Bovencarspel als versogte
geloofwaardige getuijgen en tne oirkonde
getekendt
       Jan Hauwert        S Lakenman
         Anna Jans
     Pieter Haas
      Willem Lakenman