Op huijden den 4e julij a[nn]o 1641 compareerde voor mij Henrick Schaeff not[ari]s etc[etra] en den onderges[chreven] geth[uigen] Pieter Jansz van Schagen out ontrent XXXIII jaren won stuurman woon[d]e tot Schagen althans sijnde binnen de ver[zegde] stede ende heeft ente ten versoecke van Sijmon Jansz Grotebrouck mede reeder van t schip den Oijevaer lest in bevrachtinge van de west ind[isch]e comp[agni]e geweest in Brasil ende heeft in gethuig]t verclaert en geaststeert hoe waer is dat hi jgetuijge de sul_- jongste reijse mettet versz[egd]e schipp als stuurman in Brasil is geweet gen sulcs weedt en hem wel bekent is dat in januarie
lestleeden leggen[de] boor t reciffe de Parnambuco in Brasuk aeb boort van t versz[egde] schip gekomen sijn eenen Willem Holegeest van Alckmaer met serstatie |