[Adam] Adamsz Ouwevaer scheepstimmerman wonende __ in de grote Oostenburger straaet in t wapen van Srij_ mij n[no]trens bekent gemaakt sieck en swak te bedde leggende dog regter sijn gehoor en verstant redelijck magtigh wesenede en gebruijkende naar het uijterlijck scheen en bleecke de welk bij desen verclaarden van sijn tijdelijken goederen hem van
godt almagtigte verleent te wille disponeren Herroepende alvorens allen voor dato gemaekten testamen[ten] codicillen of legaten bij hem allen ofte met jmant anders gemaakt begerende dat allen deselven bij desen sullen wes[en] als nul en niet gemaakt ende opnieuw disponerende verclaart hij testatuer te lega teren en te bespreken aan Matthijs Albertse en desselfs huijs vrouw Saartie Fransz de vrije waringh van sijn huijs sodanigh als het tegenwoordigh door haar wert bewoont en dat van nu en tot toekomende primo meij 1700 sonder dat sij voor deselve woningh iets aan sijne erfgenamen sullen behoeven uijt te keren En in sijn verderen goederen roerenden ende onroerende actien crediten en geregtigheden gout silver gemunt en onge munt genen van dien uijtgesondert verclaart hij testateur
bij desen tot sijn erfgenamen te institueren en te stellen sijn twe kinderen te weten Margrietie Adams Ouwevaer getrout met Abram Dirksz Herneij en inde Jan Adamsz Ouwe vaar tegenwoordigh in Surinaam dogh niet in gelijke delen maar deselve Jan Adamsz Ouwevaar allenelijck in de naaste en legitime portie en niet meer en de voorn[oemde] sijnen dogter in het resterent en bij vooroverlijden van eene vane hen deselfs kint ofte kinderen in desselfs vooroverleden moeders ofte vaders plaats in t geen de vader ofte moeder hier voren is gemaakt ape allen de selven goederen bij de voorn[oemde] sijnen ge in institu erfgenaamen al _____ en gesubst[itueerde] erfgenamen ider voor sijn ofte haar aandeel op eijgen authoriteijdt en magt en |