| f500- contant
 
 compareerde
 voor schepenen
 ondergesz[egd] Jan
 Hansz Welhuijse
 Hoenderkooper
 woonachtigh op
 op de cingel op de
 haven van de
 Gasthuijsmolen
 steegh en con
 stritueerde sigh
 onder renuntiatien
 van de benefitie
 ordinis et
 excussionis
 van der selver
 effecten hem
 houdende onders
 recht en onder
 het verband van
 alle zijne goe
 deren roerende
 onroerende ende pre
 sent en toeco
 mende te
 stellen tot borge
 voorde vrij
 waringe van t
 huijs en erve
 in t wilte desen
 gemelt des
 beloofde Bartho
 lomeus Bout
 
 | Wij Nicolaes van Loon en Baltha sar Scott schepenen in Amsterdam
 oirconden ende kennen dat voor ons
 gecompareert zijn Bartholomeus
 Bout en Elisabeth Gergo desselfs
 huijsvrouw ten desen met deselve haere
 man geassist[eer]t en voor zoo veel noods
 zij geauthoris[eer]t als haer wettige
 en gecoren voogt in desen zijnde sij
 ElisabethGeorg Gergo eerder wed[uw]e en
 
 enboedelhouster geweest van GerritBrill ende gelieden in dier q[ualitei]te
 te samen verkogt op gedragen en
 quijtgeschonden te hebben aen Jacobus
 Ouwevaar en huijs en erve staende
 en gelegen aende noordzijde van de
 negelantiersstraet naest de hoek
 van de maddelievestraet daer
 lendenen van zijn Jan Teunisz
 met een gemeene muur ende
 oostzijde en Barend Elsebos met
 een vrije muur aende westzijde
 streckende voor de straet tot tegen
 Jurriaen Kruijsbeeck met een gemee
 ne muur ende verders zoo
 
 | 
|   en Elisabeth
 Gergo beijde
 nae de comp
 reerende haer
 gemelte borg
 wederom te
 bevrijden onder
 gelijk verband
 als boven
 actum in Amster
 dam den 13
 9b[er] [=11] 1710 get[eken]t
 
 novembN.V.Loon
 B Scott
 
 |                     325                                      93 Als het zelve perceel aldaer gelegen
 beheijnt en betimmert staet voorts
 zal den kooper met het vangen
 en leijden van het water en alle
 dat tegen de beuren staet moeten
 reguleeren naer de keuren deser stede
 en op alsulken conditien als de erven
 aldaer van stds wegen uijtgegeven
 ende vercogt zijn ende zij comp[aran]ten
 gelieden daer van al voldaen en
 welbetaelt te wesen de laetsten
 penningh met den eersten zoo dat
 zij daeromme beloofden (onder het
 verband van alle hunnen goederen
 etc[etra]) t voorsz[egde] huijs en erve in
 manere voorseijt te vrijen en
 vrij te waeren jaer en dach als men
 in gelijke schchuldigh is te doen en
 alle brieven afte nemen zonder
 argh off list in oirconde etc[etra] den
 6 9[=novem]b[er] 1710
 |  |