Oud Recht 154 / 332v Alkmaar pdf 18-03-2024 pag. 1

 

. . . . 24en november 1650

de selve vercopen Jan Sijmonsz Oijevaer
een huijs ende erve staende ende leggende
achtere westsijde van t groot nieuwelant
belent met Heijndrick Reusevelt ten
noorden met sijn erff Erasnuis P[iete]rsz
ende Pieter Reijersz t samen ten oosten
d volgende schuur ten zuijden ende de
vijversloot ten westen met de helft van
een stege benoorden t huijs genaemt de
boom des levens daer van t selve huijs 1/4
ende Pieter Reijersz voorn[oem]t het reterende
1/4 toecomt ende dat niet verder als
tot de put toe alsoo de achter steech geheel[lijk]
tot dit verscoste behoort noch een schuur
ende erff besuijden t voorgaende onder
vwelckers dack drije camers sijn getimmert
waer van de twee comen te gehoren het
aff geheijnt erff hier ne genoemt noch
met de helft van een affgeheijtn erff
t welck tuschen deselve camers ende
thuijs van den boon des levens gemeen is ende
blijven sal om bijde respective eijgenaers
 

333

van dien schoon gebruijckt werden sullende
t selve niet mogen betimmert werden spec
terende t paetsje dat voorde voors[chreven]
camers is leggende alleen tot deselve camers
eijntel[ijk] met de helft van een put dar van
Pieter Reijersz voorn[oem]t de ander helfte
toecomt ende met die servituijt dat
Erasmus Pietersz twee toegangen heeft
over de achtersteech van dit huijs tot de
vijversloot toe om 2000-0-0 vrij
gelt te betalen als voorne bedragen[de] ijder achste
part 250-0-0 voor de waernisse verbinden
general[lijk] etc[etra] d teobreder teneur de
brieven gemaeckt besegelt bij schepenen
Vrijburch et v[an] de]r Meer den VIIJen maij 1650
dato uts[upra]

. . . .


Homepage | E-mail