189 . . . . Jacob Dircxs Riever vercoopt Jan Sijmons Oijevaer sijnen medepoorter de westerstehelft van een huijs en erve binnen dese stad aande zuijtsijde vant dronckenoort belent den cooper met de wederhelft ten oosten ende Lieve Jansz Scipper ten westen mitsgaders noch een stroockien erfs daer acher gaande van de achtergevel van t huijs van Adriaan Sijmonsz Zuijtaan tot aande achterscuer of ververije van deselve Adriaan Sijmonsz in de brete tot aan oost cant van destijl aant oosterlijcxste cousijn van de achtercamer van t huijs van Adriaan Sijmonsz en responderende van daer tot aaande
westerlijxste stijl van t oosterlijcx lecht of ververije versch[reven] item noch een cleijn stroockie erfs van de oostzijde van zijn huijs beginnende uijt den noorden en streckende tot het zuijteijnde van de achter gevel aan zijn huijs overwelcq |