Oud Recht 161 / 256v Alkmaar pdf17-03-2024 pag. 1

  

. . . .

. . . .

Neletje Heijmes wed[uw]e ende boedelhoudster van Outgert
Harcxz
schoenmaacker vercoopt aan Simon Jansz Oijevaar
een loijerije met zijn erve staande ende leggende aande
westzijde van t groot nieuwlandt inde schoenmaackersteegh
belendt den cooper op een gemene muuer ten oosten die
bij Outger Harcxz ter langste van ses voeten uijtge
timmert is ende ten eeuwigen dage alsoo zal moogen
blijven staan ende de vijversloot ten weste item
dat deselve muur oock nimmermeer verder zal moogen
uijtgetimmert werden gemerckt ende naar dien
Outgerst Harcxsz zijn eijgendom in t geheel betimmert
heeft zulcx dat het erff daar nnu noch bewesten
leggende tot de vijversloottoe tusschen den cooper
Allardt Jansz de Wit, Dir ck v[an] [de]r Mieden ende den
  

257

bezitter van de loijerije gecoomen van Maarten Claasz
Cluft
altoos in t gemeen zal wesen en blijven ende
bij nieder van hem ende der selver nacomelingen alsoo zal
moogen gebruijckt werden ende zal den cooper bij
gelegentheijt van veel werck des versocht zijnde zijn ach
ter deur voor de voorsz[egde] buuren openen voorts met sodanige
conditien van vrij ende onvrijheden als de oude quijtsch[elding]e
hier na genoempt is nae de brengende belovende te
vrijen zedert den eijgendom vande voorn[oemde] Outgert Harcxs
onder generaal verbandt etc[etra] transporteert etc[etra] in dato den
2en meij 1657 met all etc[etra] an etc[etra] bij schepnene Nieuburgh
met Sevenhuijsen den 13e junij 1676
cooppenn[ingen f 435 g[u]l[den] op 2 d 1 x

. . . .

. . . .


Homepage | E-mail