bevolen die pesonen in desen genomineert ende een ijeder van hem dat zij suppl[ican]t opleggen ende betaelen t achterwesen in desen geroert mitte costen ende in cas van oppos[itie] sij d opposanten t eenen sekeren dage voorden hove verdachfaert ome te seggen die redenen van dijen ende mede ome te kennen ofte ontkennen de contracten van huere in desen gementioneert relativen den hove voorsz[egde] zij werderfaeren actum Utrecht den XIIIJ Januarij 1584 _Sijmen
Vermogende heren ter versoecke van suppl[ican]t heb ick pander onders[chreven mij oopden VIJden februarij 84 gevonden bij de wese van Gijsbert Crijnen |d Henrick | Verthoont renerentelich thoennen gevonde meester Folcardt van Monsnuer canonick ende als cameraer der kercke van Oudemonster t Utrecht dat de weduwe van Gijsbert Crijnen int Goije den thoonder voorsz[egd] schuldich is van pacht verschonende martinij LXXXI ende Petri LXXXIJ t XXXIII g[u]l[den] XIIJ_ st[uivers] ende vanden pacht verschenen Maritinj LXXXIJ ende Petri ad Cathedram anno LXXXIIJ twee ende veertich gulden Item Henrick Cornelisz[oon]
int Goij van den pacht verschenen Martinj LXXXIJ en Petri LXXXIIJ veertich gulden en van Martinij 83 XXX g[u]l[den] Item Adraen Gijsbertsz[oon] tot Houten van Martinj LXXXIJ ende petri LXXXIIJ veertich gulden van pacht Item Folkert Geritsz[oon] t Schalckwijk is schuldich van pacht verschenen Martinij 82 ende petri ad cathedram anno 1583 XIIJ g[u]l[den] Item Cornelia Gijsbert Jansz[oon] weduwe op Maerschacker weert is schuldich hondert en t sestich gulden van twee jaer lantpachten daer van Petri ad Cathedram anno 1583 tleste jaer was ende Barent Hugensz[oon] oock aldaer gelijcke jaren pachten als 160 gulden luijdens s_perl[..] contratrie van hueren henl[ieden] te verthonen eerst noot behoerende
vair ome die voorn[oemde] pachters van thoonder inder qualite voorsz[egd] die voorn[oemde] resterende pachten wel op geleit ende betaelt te hebben als nijet geschiet en is ende alsnocht vertaecken te betalen versuecken daer ome appoinct op te merge van desen dair bij den voorn[oemde] debiteurs ende een ijder van hen bevolen mach werden dat zij den thoonder voorn[oemd] t voorn[oemde] achterwesen op leggen ende betalen mette costen daer ome gedaen ende in cas van opp[osit]ie d oppo santen alhier voor den hove gedachvaert om te | |