Item noch een recognitie brieff dair inne Frederick Claesz bekendt in eenen ewigen
erffpacht ontfangen te hebben vier morgen tot behoeff van Weijne Wouter Luijtgensz dochter twee vier mergen ende twee hont lants gelegen tot Houten jairlicx om derden halve oudenschilt ende twee capoen beginnen[de] allen den ghenen ick in date duijsent vijff hondert vijffendertich opten XX en dach in meert etc[etr]a fo[lio] |