Ick Gelis Willem Fredericksz[oon] doe konct allen luijdenalsoe ick ghecost hebbe van Willem Fre
dericssz mijnen vader twaleff mergen bruijckweren van lande gelegen intgerecht van Schoenau
wen ende Willem mijnen vader voersz[egd] selver laetste ghebruijckt heeft soe ist dat ic dare ome
geloeft hebbe ende gelove mits dese voor mij en voer mijnen erffgen[amen] den voirsz[egde] Willem mijne vader
off zijn erffgenamen gebraecke sijnen dair voer the gheven hondert rijnssche gulden alse twijn
tich stuivers current voer elcken gulden voersz[egd] gereeckent van welcke gelden ick mijnen vader voersz[egd]
alle hare voert aen gheven sell vijff de selve gulden paijments voirsz[egd] the betalen de een helfte
van den vijff gulden siaers voersz[egd] op Sinte Petersdach ad cathedram nu naestkomende ende die and[ere] helfte
op Sinte Meertijns dach inde wijnter dair naest volgende ende soe voert jairlicx te lossen heell half
off ten minsten eenen gulden dair van teffens behoudelijcke dat ik die geheell rente ofte penningen
voersz[egd] all te samen gevaijt ende off gelost zell hebben bijnnen de eerste thien jaeren nae datum des
briefs zonder enijch langer vertreck off wederseggen hier wae[..] over en aen Jan Fredericxso[on]
Heijnrick Fredericxken meer goeder luijden alle dinck sonder argelisten kennisse der wair
heijt hier off soe hebbe ick Gelis Willem Fredericksz[oon] voersz[egd] gebeden Anthonis Eerstenz
en Anthonis Claessen desen brieff over mij the besegelen mit horen segelen want ick op dese
tijt selver gheen segellen hebbe dat wij Anthonis Eerstensz ende Anthonis Claessen voersz[egd] ter
bode van Gelus Willemsz voersz[egd] geern gedaen hebben gegeven int jair ons heere
duijsent vijffhondert vierendetwijntich des saterdaechs naeden heijligen dertiendach