709 bewaarde archieven II / 897-4 Utrecht pdf 11-05-2017 pag. 1

Ic Ghijsbert Eerstensz doe kondt allen luijden ende bekenne mit desen mijnen brieve voor mij ende voer mijnen
erfnamen dat ick uittelick ende well vercost opghegdragen ende overgegeven hebbe Anthonis die Man in
behoeff des eersamen priors ende ghemeen convent van den regulieren canonicken bijnnen Utrecht gelegen
den vrijen eijgendom van eenre husinge ende hoffstede gelegen aende oostzijde inde Springwech bijnnen
Utrecht daer dat convent voorden regulierd voirsz[egd] selve oestwaert ende Anthonius Eerstensz mijn broeder
zuijtwaert naestgelegen zijn voer een seker somme van penningen ase voer tachtich rurrente Rijnsche
Gulden sestien frederinus Badensche Braspenningen voer elken gulden voirsz[egd] gerrekent beheltelick mijne
lijftocht aen deser huisnge ende hoffstede voirsz[egd] mijn leeven lanck duerende ende nijet langer ende bekenne
daerome voer mij ende voer mijnen erfnamen dat mij Anthonis die Man en dat convent van den regulieren
voirsz[egd] wel vernuecht voldaen ende betaelt hebben van den tachtich Rijnsche gulden voirsz[egd] vanden coop
lijftocht der huijsinge ende hoffstede voire[noemd] die sij mij oick afghecost ende wel betaelt hebben den lesten
prior en convent van den regulieren voirsz[egd] van den tachtich rijns gulden voirsz[egd] van den coop dat
huijsinge en van den drie ende veertichstenhalven Rijnsche gulden van mijnre lijftochte voirgen[oemd] in als
claerlicken gwijt ende danke hemluijden daer of in als als voirsz[egd] te goeder betalinge den lesten
penninck mitten eersten sonder enich recht of toeseggen daer meer aen the hebben ofte the behouden
in enigerwijs ende waert saicke dat Anthonis die Man of dat convent van den regulieren voirsz[egd] tot
eenighertijt behoefden ofte begheerden van mij ofte mijnen erfnaemn vorder int geen dat voirsc[reven] is
mit monde als recht is tot vermanige Anthonis en des priors en conmts[?] ofte haer nacomelingen sonder
eenich weder seggen in eniger wijs sonder argelijst in kennisse der waerheijt hier of soe hebbe voor Gijsbert
te besegelen mit horen segelen want ick op dese tijt selge gheen segele en hebbe dat hij Anthonis Eerstensz
en Goesen van Schadijck voirgen[oemd] ther beden Ghijsbert Eerstensz voirgen[oemd] geerne gedaen hebben gegeve int
jair ons heere duijsent vijfhondert negenthien op sinte peters dach ad Vincula


Homepage | E-mail