21.9.1639 27.5.1641 | Is bij Gerrit Segersz van Stellingwerff vercost aen Jacob Cornelissz van Ceulen belat eerst mit V comans grooten st[uive]rs pacht mitten houde noch mit J p[e]c[e]nt [?] IJ schellen VJ penn[ingen] paeijements boven dien om XVIIJc gste betaelen met IIJc gereetn en ij c g[u]l[den] tsiaers
meije 1640 t j[ar]e etc[etra] de gecasseerde custingbrief is alhier vertoont den 21.10.1649 is bij Jacob Cornelisz van Ceuelen vercostaen Gerrit Segerssz van Stellingwerff belast als boven om eerst XJ g[u]l[den] als den vercoper aen coper uijt voorgaene cope noch schuldich is en boven dien noch VJc XX g[u]l[den] te betalen met IIIJc gereet meije 1647 C g[u]l[den] den meije 1648 de resterende CXX g[u]lden] beij deen custingbr[ief] d ene van VJ XX g[u]l[den] hier boven en d ander van XIJ __ L g[u]l[den] her benevens sijn hie gecas
seert vertoont den 7.8.1648
| bij q[uitan]tie van rentm[eester] van arme wese van dato den 2.5.1670 is gebleec ken dat aen deselve afgelost is een pacht van XV st[uive]rs t j[aa]rs |