| prima aprili 1623 | |
| den 4en aprili 1 6 2 3 |
| bij Michel Maertsz ter secretarie alhier aenghegaeven deser werelt overleden te zijn |
den 22en november 1623 desen acker groot omtrent een gars bij schout en schepenen ghetauxeert waerdich te zijn in gereden gelde 250 - 0 - 0 |
Claes Heertgisz ende door zijn overlijden op hem ende d kinderen van wijlen Pieter Claesz Kuijper ghesuccedeert te zijn |
den acher van tien s[nee]s getaxeert op 220 - 0 - 0 | die twe derde paerten van een acker landts groot om trent een gars leggende buijten belendt Jan Lourisz ten oosten ende Jochum Corn[elis]z ten westen |
bij Havick van Vollenhove schout Jan Janssz Wit Heijndrick Corn[elis]z ende Corn[elis] Janssz Kaescooper schepenen aff ghetroncken die twe delen
van 49-10-0 opstal | met noch die twe derde paer ten onderdeel van een acker landts groot omtrent tien s[nee]s belendt hebbende Michiel Maertsz ten oosten endeP[iete]r Willems
Wi Kessel ten westen |
comt die twe derde deelen suivers 280 -6-11 den 30en penn[ing] 9 - 6 -14 ontfangen van Michel Maertsz desen 30en penn[ingen] tot - 9-6-14 den 2en meij 1624 t rest een als aent gout
dit als vergoet bet[aald] voort recht vande raxatieon als hier naer beneffen d erffenisse van Claes Heertsz | mits dat zij daer op uuijt keeren moeten die tweder de paerte van negen viertich gul[den] tien st[uivers] hooft penn[ingen] opte zelve ackers verhipoteec queert staende actum ut supra dese erffenisse van Claes Heertsz hier nae breder aen ghegeven door Garbrant Heertsz |