hof 188-1 / 465 Utrecht pdf 09-03-2021 pag. 1

 

joncfrou Janna va[n] Nijenroijde
__ Henrick jansz de Wit k_ssz

 

In der sake hangende voorden hove ende rade s keijsers
geordonneert over zijn erfflanden van Utrecht tusschen joncvr[ouwe]
Johanna van Nijenroijde weduwe wijlen Goirts de Conick
imp[etran]te ter eenre ende Henrcik Jansz de Wit ende Dirck
Egbertsz
tot Houthen gedaichden ter andere zijde d imp[etran]te
seggende dat hoer voorouders van den biscoppen van Utrecht
te leen gehouden heb[ben] zekere landen ende goet geheeten
dat Havecorn t welck d imp[etran]te nu van de k[eizerlijke] m[ajestei]t als erfhee[r]
der lande van Utrecht noch houdende is die welcke lande
bij der imp[etran]ten amtoirs diverse luijden in erffpacht uuijtgeslege
ende gegeven zijn om zekere haenhaver jaerlicx te betalen
op eenen zekeren dach bijnnen d eerste acht dagen inden meij
den zij jaerlijcx gewoentelicken zijn inden kercken van Houthen
ende Goije te doen vercondigen ende te verwittigen ende
dat op t versuijm van t selve landt twelck men oik nijet
overgeven transporterten noch alnemeren en heeft moegen
dan voer der imp[etran]ten voorsaten ende hoer[en] nacomeli[n]gen ende
dat die zelve erffpacht goederen erven vordelick ende worden
daeromp genoempt dat hanecorus goet onder welcke
hanecorus goet mede gelegen zijn zeker sess morge lants
gelegen in t gerechte van Goeij ende Houthen streckende van den
Wulmescherstege tot inden Goijerweteriinge d welcke eertijts
Henrirck Beerntsz in erffpacht te gebruijcken plach van den
imp[etran]te ouders voor acht mudden ende een halff schepel haen
haners op versuijm ende conditien als vooren van welcke
zess margens Hillegont Henrick Beerntsz we[duw]e deer helft
plach te besitten in lijfftocht ende zijn dese zess margen
landts na dod Henrick Beerntsz voorsz[egd] die gheen zoenen
en hadde geerft op Johanna zijn outste dochter die
gehilickt wardt aen eenen Michiel Gilisz ende hebe
die selve den voorsz[egde] erffpacht zekere jaeren gebruijckt
ende die acht mud ende een halff schepel haen haners
wel betaelt dan heb[be]n daer na daer van in gebreke geweest
ende den erffpacht aen handen van den imp[etran]te versuijmpt
die welcke t selve versuijm aen haer genomen heeft
zoe dat die zelve Michiel zoude hij daer weder aen com[en]t
mit d[e] imp[etran]te heeft moeten composeren ende voor t versuijm
 

zess endedertich gulden moeten betalen van Michiel
ende anna Johanna zijn dese zess margen landts gecomen
op Jan de Wit derde zelve lange tijt gebruijct heeft
nu ist zoe dat d imp[etran]te in dit jaer van vijffendertich
na onder gewoenten inden kercke van Goeij en[de] Houthen
die weete doen doen heeft dat alle die gheen die haer
haenhaver schuldich waeren dat die zelve zouden
comen betalen aen handen van den imp[etran]te des saterdages
na den ijersten donredach in den meij lastleden op versuijm
van den landen na ouder gewwoenten ende howel dit
gemerckt den selven Henrick Jansz ende gedaachde alhier nijet
geverloost en was dese zess margen landts van den erffpacht
te verfremden heeft hij nochtans die selve gebracht aen
Dirck Egbertsz oik gedaachde alhier zonder die haenhaver
op den geintimeerden dach te betalen alsoo dat hij de selve noch
schuldich is waer deur dese erffpacht versuijmt ende
vervallen is aen de imp[etran]te alhier ende te haven dit landt
in questie zijnder noch veel meer landen va[n] gelijcke nature
oick inden selven erffpacht bij uuijtgeslagen inden selve gerechte
gelegen ende alsoe een Willem Snoijensz van Scahijck
van t landt hij in gelijcken effpacht gebruijckende was
zijn haenhaver opten VJen dach in meij nijet betaelt en hadde
heeft den imp[etran]te ondebader Ernst Taets van Amerongen
t selve versuijm aen hem genomen ende mit recht veruolcht[?]
alsoo dat hij dat landt gewonnen heeft inden jae[re] XIIIJ c
LXIJ
des dijncxsdages ende Jan Henricx als Jan Erstensz
Stoock, Gerrit overdam
ende Jan Ernstz Henricxsz als Jan Erstensz
ernsten neelen
van gelijcke versuijm van hair erffpachten
moeten composeren mit d imp[etran]te alhier ende om te tonen
dat die gedaachden van den versuijm gheen excusatie pretend[eren]
en moigen soe is waer dat Hillegont Henrick Beertnsz ende
weduwe Michiel Gilisz ende Henrick Jansz ged[aag]de alhier
selver bij eede verclaert heb[ben] dat zij t landt in questie nijet
anders gebruijct ende beseten en heb[ben] dan op versuijm
ende wandt Dirck Egbertsz hem nijet meer rechts
vermeten en mach dan Henrick Jansz ofte Michiel ende
haer voorsaten gehadt en heb[ben]die t selve op versuijm besat
heb[ben] blijckt clairlijcken den selven erffpacht vermist quader
betalingen ende anders versuijmpt te zijn concludeerde
 

mits dien d imp[etran]te dat die voorsz[egde] erffpacht bij sententie van
dese hove verclaert zoude zijn versuijmpt ende d imp[etran]te
vervallen te zijn ende dat die gedaechdten voor zoe veel
hem elcx aengaet gecondempneert zoude zijn haar handen
te lichten van de zess margen landts voorsz[egd] ende die te
restitueren int jaer XXXV ende sichtent t voors[zegde] versuijm
ver ge vallen ende die noch hangende t proces vallen zullen
mitte costen gedaen gehadt ende geleden ende noch te doen
te hebe[n] ende te lijden oft anders tot zulcken sijnen ende
co[n]clusie als t hoff bevijnden sal d imp[etran]te orbarllicste te
zijn waerop bijden gedaechde geantwoort is dat
zij ontkennen t landt in questie op zulcke conditie en[de]
voerwarden ontfangen te heb[en] als bij de imp[etran]te alhier
voorgestelt wordt ende ten doel nijet dat d imp[etran]te
zeijde dat Henrick Jansz die voorsz[egde] zess margen landts
gealieneert zoude hebe[en] aen Dirck Egbertsz want d[e] imp[etran]te
nijet doceren en sal dat Henrick voorsz[egd] zulcx nijet en soude
moge[n] doen ende die gedaichden en zijn in gheen gerecke
geweest opten behoorl[ijke] dach die haenhaver te betalen
immers heeft Dirck voorsz[egd] die selve gep[rese]nteert der imp[etran]t
ofte hoer[en] gemachtichde maren wilde die selve nijet
ontfangen als men wel doceren sal ist noot zoe dat hij der
penni[n]gen daar voor heeft moete consgueren aen handen vanden
griffier waeromme d imp[etran]te nijet seggen en mach dat
die gedaechen van den erffpacht doer quade betalinge vervallen
is ende ten roertden gedachten den nijet dat d imp[etran]te zeijt
datter meer landen zijn van gelijcker natuer dan dit landt in
questie die oock in erffpacht van haerncorn uuijtgeslegen
zijn zoe die selve hem be aventure breder verbonden hebe[n]
gemerckt oick Wilhem Snoijen ende andere daer d imp[etran]t
mentie aff maeckt in gebrecke zijn geweest van te betalen
t welck haer njet geweest in is ende genomen dat
Henrick Jansz gedaechde bij eede verclaert hadde t welck
die gedaichden nijeen geloven dat zij t landt in questie nijet
anders gebruijckt en beseten en hebe[n] dan op verszuijm zoe
en mach men nochtans daer nijet uuijt insereren de selve
erffpacht daer quader betalinge oft ander versuijmpt te
zijn mar zoe verde daer eenich versuijm geweest
 

waer dat behoort d imp[etran]te te doeeren als zij nijet gedoen
en sal komen behouden daerom d imp[etran]te die gedaechden
ter cause van deze wel ongemolesteert te laten
concluderende mits desen die gedaechden dat d impetra[n]te
bij sententie van dese hove verclaert sal zijn nijet
ontfanckelick te zijn ende oft zij enichsins ontfanckel[ijk]
waere dat die gedaechden als dan geabsolveert zullen
zijn van den eijsch ende _clusie op hem genomen ende verclaert
den erffpacht nijet versuijmpt te zijn ende die ged[aag]den
toegelaten die zess margen landts in questie te begruiken
ende die nutscappen ende proufijten daer van comen[de] te
ontfangen als zij ende haer anctoirs inden jaer[e] XXXV lestleden
ende andere voorgaende jaer[en] dat geruijct ende beseten hebe[n
oft anders tot zulcken sijnen ende conclusien als thoff
bevijnden sal ter materie dienende ende den ged[aagde] orbarluste
te zijn makende eijsch van costen gedaen ende te doen
waer jegens bij d impetrante gerepliceert is dattet
blijcken sal dat die gedaechden t landt in questie ontfangen
hebe[n] op conditien ende voorwarden als bij hoer in hoer[en]
eijsch poseert is ende om tselve bot te verclaren zoe
is waer dat op t selve conditien ende voorwarden inden
eijsch begrepen t selve landt in questie uuijtgeslagen is
in erffpacht ende zoe die vanden voorsaten der gedaichden
altijt gebruijkt is geweest waeromme al waert
saicke dat ijemant van den erffpachtenaers t selve landt
onder andere conditien oock als vrij overgave t selve
en moch der imp[etran]te nijet preindiceren zoo hij t selve
nijet vrijer overgenomen en mochte dan hij t selve ontfa[n]ge
en hadde ten doet nuijt ter materie dat die gedaichden
zeggen dat t versuijm ende verdedinge van Michiel Jelisz
ende Janna zijn wijff hairluijden nuijt en beroerde
want t selve nuijt warachtich en is angemerckt
Michiel Jelisz ende Janna zijn wijff auctoirs zijn vanden
gedaichden doen middel vanden welcken zij ende haer voorsaten
aen t gebruijck van des[e] erffpacht gecomen zijn al nae
volgers van Michiel ende Jaanna ende die gedaichden
en zullen nijet doceren dat zij d imp[retan]te enige haer hands
gepresenteert ofte feoffereert hebe[n] te betalen mar sal
 

wel blijcken dat d imp[etran]t inder kercke na olde gewoente
heeft laten weeten dat men die haenhaver betalen zoude
op versuijm ant dan die woerwarden vanden erffpacht
in questie inne houde zekere dach van betalinge op peijne
indien die nijet betaelt en wordt dat die selve erfpacht
versuijmpt zoude zijn blijckt dat die selve erffpacht
versuijmpt is ten doot nijet dat die geseijt wordt
dat die ged[aagd]e die penni[n]gen int recht gelijt zoude hebe[n]
want zij gheen penningen schuldich en waren maeer
haenhaver in stene ende gheen vanden gedaichden en
zullen konnen doceren dat zij eniger haenhaver gep[rese]nteert
of int recht geleijt hebe[n] ende zoo veer men die
gedaichden in enigerwijs int legginge van penn[ingen] zoude
mogen excuseren als d imp[etran]te nijet en vermoet t selve
en zoude d imp[etran]te nijet moige preind[em]nren gemaerckt
die gedaichden die haenhaever schuldich waeren inden
maije a[n]no XV c XXXV ende d impetrante heeft voorden
XX en november a[n]no XXXV verclaert dat zij t versuijm
aen haer nam doende den zelven bevolen haer hande te
lichten van den erffpacht in questie ter welcker tijt
ende noch een langer tijt daer na die gedaichden nijet
in recht geleijt en hebben zoo dat die gedaichden hem van
t versuijm nijet en konden epcuseren op sisteren[de] mits dese
ende meer andere middelen d imp[etran]t voor replijck bij de
co[n]clusie in hoe[ren] eijsch genoemen waerop bijden ged[aagd[en]
gedupliceert is dat zij ontkennen dat zess margen in
questie in erffpacht ende op conditie als d impetrante
voorstelt uuijtgeslegen te wesen man Henrick Jansz
geachde mit zijn voorsaten hebe t selve landt langer
dan eniger menschen nieuwe voro den gelinge gerecht
van Goije en Houthen voor eijgen goet ontfangen ende voor
alsulcx gebruijckt ende beseten hebe beholtl[ijk] dat acht
mudden ende een spijnt haerhaver uuijgaen zouden
alsamen expresselick bevijnden mach uuijten brief in date
duijsent vijff hondert drientwijntich opten XVIIJe dahc
vanden april
waerinne gecumeert isals dat Michiel
Gelisz
ende Janna zijn huijssfrouw anctoirs van dese geda[eeg]den
dese zess margen landts in questie ongegeven zoude hebe[n]
 

Jan Jansz die Wit voorden gerecht va[nde] Goeij ende Houten
alsoe dat bij dien vanden gerechte voorsz[egd] voor recht
ende oerdele geweeset werdt dat zij zulcx wel
doen mochten ende dat t selve stedichen heb[en] zoude
ende genomen dat dit landt in questien Henrick Jansz
gedaechde in erffpacht gegeven waer op conditie
dat hij t selve nijet en zoude mijne[n] alnemen zonder
consent van d impe[trant]e op versuijm zoo en zonder nochtans
t selfde in sese zaicke gheen plaats mogen sorteren
want al hadde Henrcik voorsz[egd] dit landt Dirck
Egbertsz
oick gedaichde bevrocht gehadt soo moste
nochtans d impetrante mede sorteren datter tradike
ende overgifte aff geschuet waer waerome[n] d imp[etran]te
haer intentie van versuijm ter camst van vercopinge nuijet
doceren en kan van omgealienate ten waere dat zij
ijerst van den over gifte ofte traditie doceerde heb[en]
die gedaechden zullen wel doceren dat zij gep[]nteert heb[en]
te betalen ter goude tijt ende op ten zelven dach als die
haenhaver geeijscht werde maer d imp[etran]te ofte haer
gemachtichde en hebbe t selffde nijet willen ontfangen
_en doet njet dat d imp[etran]te zeijde dat die ge[daagde] gheen penn[ingen]
schuldich en was meer haenhaver wantmen wel
doceren sal zoo verre het noot zij dat d imp[etran]te te
vreden is geweest dat diegheen die haenhaver schuldich
waern met gelt betaelden t welck die gdeachden
gep[]nteert hebe[n] te doen waer buijten dat genouch blijct
dat d imp[etran]te te cauce van quade betalinge gheen
versuijm nemen en macten ende ten sal nim[m]ermeer
blijcken dat dingedach den voor tijnd de haenhamers
alleen thien stuivers ende vijff uit geleijdt hebe[n]
mar hebe[n] ten mi[n]sten elften halven stuiver int gerecht
geleijt nijetemin kan den impetrante doceren dat die
andere pachters die haer mede haenhaver schuldich
waeren meer voor t mudde betaelt hebe[n] hij is te
breden mede voor zijn aenpaert soo veel te betalen
__ssterende mits desz[e] die gedachden voor duplijcke
bij hoer [con]clusie in hoer antwoorde genomen ende
 

contrarie ende is verclaert dat zij zouden responde[eren]
d een sanders aritculen inra__tie calumprie ende
hoer en queste doen voor een zeker comisse vanden
hove voorden welcken partijen huer in de zekere
getuijgen beleijt brieve ende mu__en geexhebeert
gerenu[n]thieert van meer te produceren gedient van
reprochen ende sal naten in recht geco[n]clud[eer]t ende rechts
begeert t voorsz[egde] hoff gesien ende gevisiteert
t proces van parthijen ende alle t geen dat bij dien
gebleken is ende gemerckt ende over gewegen
all dat behoorde gemerct ende over gewegen te zijn
ende dat heeft konnen ende mogen moveren bevindt
dat men t proces ter moveren mach zonder enqueste
te doen opte feijten begrepen inde reprochen ende salvatie[n]
heeft mit groot rijphede ende deliberatie van[n] ende
bij j desen sententie diffuuttue doende recht inden
name en van wegen der k[eizerlijke] m[ajestei]t coni[n]ck va[n] remanie
ende van op aengeen als grave van Holl[and] en[de] erf hee[re]
der lande van Utrecht verclaert den voorsz[egde] erfpacht
versuijpt en[de] aen die imp[etran]te vervallen te zijn condenp__t
die gedaechden zotveel hen elcx aengaet hoer handen
te houden vanden voorsz[egde] sessz margen landsz ende
d [imp[etran]te daer mede te laten bewarden condemp[]t
die zelve oick der imp[etran]te te betalen die vruchten baten
ende opheven bij hem int jaer van vijffende dartich
ende hangende t proces ontfangen en[de] conmpens[]
die costen om redenen den hove daer toe moveren[de]
aldus gedaen en[de] gepro__chiert t Utrecht den Ven
novembre an[n]o XV zeven[en] dertich


Homepage | E-mail