Copije eener verleijbrieff van Godshuijs bussche voor soo verre 't van Assendelft releveert |
George Frederick de Renesse baron d elderen manij vrijheere van Assendelft baron van Cortessem Heere van Lewarde roucourt Wasnes Hern schalhoven Molheijn Vireux Wintershove Mal etc doen condt alle luijden dat wij behoudens ons en een iegelijk sijns rechts door onse lieve ende getrouwe M[eeste]r Martinus Berben Stadhouder ende registerm[eester] van onse leenen verleijt en de verleent hebbe verleijen ende verleene mits deese onse brieve Jan Laurensz Hogewerff woonende tot Heemskerk soo hem aangekoome en aanbestorve is als eenige soon en rechten leenvolger vermits doode van Laurens Jansz Hogewerff eerst de gerechte helfte d nog daar toe een vierendeel van een stucke lands geheete godshuijsbossche sulks als dat sijn opgroeije ende
aanwas in den banne van Heemskerk achter den huijse van Marquette geleege is belent hebbende aan t oost de wedue van Jan Pieters aan t noort meester Martensz godtshuijs bossche aan t zuijden Cuijpers ven aan t west de gemeene watering van welk voorsz[egde] land het vierde vierendeel te leen gehouden word van den heere van Marquette als besitter van den huijse van Heemskerke nu genaemt Marquette groot in t geheel drije maeden te houden van ons | |