Staet en inventaris
van den boedel en goederen
van Cornelis Reijersz te
Lambertschage overleden
sodanig deselve op sijn over
lijden in gemeenschap met
sijn nagelaten vrouw Trijn
Cornelis op sijn overlijden
is nagelaten

    geen onroerende goederen
de roerende goederen bestaende in
een eeken kas met drie koppen daerbij
een vleijsvat met eenigeteijt ingesouten
een vaetje met gesouten spek
twee zijden gedroogt spek dog een ham
daer van verbruijkt
ses stoelen twee tafels schijne als
een drie biende^{d andre} een tee taefeltje
een weijton met weij
twee stooven een stoffertje
een was tomb met een schamel
een braek een swing een mes daer toe
diende
een paar leersen een luijwagen
twee paer schoenen en paer muijlen
eenige schotels kleijn en groot om de
want te hangen
een keeteltje gen[aam]t een janous
een kleijn emmertje
twee deekens twee lakens twee kussen
stoopen ses tinnen lepels
een pertij turf op d zolder
een vaem wilgen hout
een blicken blacker een tang een treef
een blaser een panekoekpan
alles van ijser nog dito een rooster
een graef een bijl een zeekete een
ijsere hamer een kneppl een
eetens kaetske
 

ses seltem elkz kaasen
een pot met spoor smeer
twee brandewijns coppen van aerden
een flarden pet vier a vijf
een gatenbitiel een aarden kom
twee rood schootels
seven hennen met een haen
nog een bed deecken een spinwiel
een haspel
een kopere tee keteltje een tuinnen trek
pot drie copjes en drie backjes delfsg_
een schotelrak
een tee bos^van blik en twe dito trommeltje
een kleijn mantje en een dito oude
twee schoorsteen kleeden
twee gordijnen een beddoekje een we[i]
nig stucken gaern een weijnig noppe[]
gaern vier pont vlas

Volght de nagelaten mans kleederen
en lijfsbehooren
^twee een gouden knoopen om een in hemd te drag[]
een paer zilveren schoengespen
een swarte manne pij
een swart bloemd cambisoil
een swarte broek
drie hembtrocken mit silveren knoop
nop een zodagze rokje en broek
nog een^dito lakens rokje en broek
een sardze oude broek een dato rokje
een blauw zardze wollen hemd
twee onderbroeken twee oude wollen
hembden
 

twee^manne hemden twee neusdoeken
een dasjen
twee paer meijers kousen
een paer swarte kousen
een dito ligte coleurde een wit him rokje
een kerkbokje met een zilvere krapje
twee mannen hoedden

is dese voren
staende goedren
zijn ten deelen
zijn nog in het
sterfhuijs ten
deele ten
huijse van
Lauris Aris
Groot te Lam
berschage

#
gelt per cassa en d crediten des boedels
een gulden twe a dria^{a vier} sonder sulx nu
opheden net te kunnen bepalen
nog te goed van Cornelis Boon wegens
verdiensten en arbeijt
twee gudlen 17 st[ui]vers
van Gerrit Coter tien stuijvers
van Dirk Weel wegens verschot en
verdiensten twee g[u]l[den] 18 st[uivers] 12 penn[ingen]

 
 
 
 
 
 
 
 
 
NB

bedragen t zamen of omtrent
de schulden des boedels
d huijshuur aan Dirk Weel
nog voor zuijker een leijtje kaes
of daer omtrent
aan Lucas Smit debet
aan Lucas Zanders
aan Lauris Aris Groot wegens
verschot
dese somma verbruijkt tot d
dootschulden van den overllende
aan deselve wegens schoen
maken en lappen
nog aan deselve wegens sijn
verschot[t]^en aan m[eester] claes bet[aald]
voor medecamenten etc[etera]

f 10 = 5 12
 
11 = 0 = 0
1 =10 = 0
0 =16 = 0
1 =16 = 0
 
25 = 6 = 0
 
 
 
 
5 =16 = 8
 
 
d =16 = 0
 

aan Sijmon Backer wegens
broot - - - omtrent
aan deselve voor wittebroot
gebruijkt tot d begrafenis
aan Jan Groot wegens gekogt
goet na t overlijden -
nog debet aan Jacob Jans tot
Nibbuxwout wegens boter
nog aan Louris Schoenma
ker wegens koop van een 1/8
vleijs volgens boelcul
aan Gerrit Cooter debet
winkel waren
aan Cornelis Boon huijs
huur etc[etra]

 
4 =14 = 0
 
4 = 2 = 0
 
f 11 = 8 = 0
 
3 =10 = 0
 
 
f 7 =10 = 0
 
0 =18 = _
 
2 =18 = _

man
 
 
 
 
 
 
ook
 
 

Aldus geinventariseert
d_-ende in gevolge de opgev[in]
ge van de bovengem[elde] Trijntje
Cornelis nagelaten wed[uw]e van
de voors[chreven] Cornelis Reijesz
van de^{boedel en} goederen sodanig
als ps sij met haar overlenden
heeft bezeten ende op sijn
overlijden is nagelaten
ten versoeken van desselfs
erfgenamen gedaan sonder
iet ( haers wetens ) te
verswijgen ofte agter te
houden ende sij verklaerd[en]
desen (des noots zijnde ) i[n]
eedet te willen sterken
 

 
 
 
te Lamberschage ten
huijse van Louris Aris
Groot te Lamberschage

dit passeerden # voor mij
Muis Dool openbaer
notaris bij het hof van
Hollant geadmitteert
resideerende tot Abbekerk
ten overstaan van Jan
Pieterz Langedijk bode
van te Abbekerk ende
Adriaen Tak woonende
tot Lamberschage als getuij
getuijgen op den 18 febru[ari]
1739 van den inventarien
te de voors[zegde] getuijgen
en mij notaris geteekent

dit merk + stelde
Trijn Cornelis
met haer eijgen
hant
Jan Langedijk bode

dit merk * stelde
Adriaen Tak
als getuijgen
 

Mdool not[ari]s