Notarieel 135 / 34 Abbekerk ![]() | 14-01-2011 pag. 1 |
req:t den voorn heer dijkgraaf geseijt soude hebben dat de wed[uw]e van Jan Heuftz bruijker van d[e] voors[chreven] dijk doot was |
Op deb 25 maart 1730 compareerden voor mij Muis Dool openbaer notaris woonende te Abbekerk in presentie van de ondergen[oemde] getuijgen Claes Cornelisz Leeuw ende Tade Dirksz woonende te Lamberschaag beijde van genochsamen ouderdom de welke verklaerden een verscoeke van Jan Pietersz Boot woonagtig te Lutjebroek de waerheijt te zijn eerstes verklaert de getuijge Claes Corn[elisz] Leeu dat hij uijt de mont van Willem Kapeteijn mede van Lamb[ertschaag] heeft hooren seggen en verhalen dat de heer J. de Jong dijkgraaf te Enchuijsen tegens hem heeft geseijt ten tijde en bij accasie dat hij gen[oemde] Kapeteijn de dijk bewesten Lambertschaag van hem soude huuren dat hij (te weten gen[oemde] heer dijkgraaf) van een schurk en het verhuur en van de voorn[oemde] dijk bedrogen was als mede dat den #
gevende sij getuijgen voor redenen van wetenschap als in den text ende sijn bereijt Opregt en ter goeder trouwen ende blijk der waerheijt Claas Crelisz Leeuw Taad Dirksz Spanjaart Jacob Claasen Jacob Janes Hogelant MDool nots |