Oud Notarieel 139 / 111 Abbekerk pdf 20-06-2018 pag. 1



Cz Gerdenier

            2 grosse uijtgegeven      folio 961
Op den 9de april 1776 compa=
=reerden voor mij Jan Zijp notaris bij den
ed:[ele] hove van Holland geadmitteert resi=
=derende binnen den schoutampte van
Abbekerk in presentie van de nabesz:[chreven]
getuijgen
de e[erzame] Aafje Jacobs Appelboom woo=
=nende te Twisk in qualiteijt als exteste=
mento extestamento erfgenaam (except
der kinderen legitime portie) van wijlen haren
man Jan Ruijter den 21ste november 1757
alhier overleden en alsoo ter eenre

Ende de e[erzame] Teunis Groot wonende te Twisk
als in huwelijk gehadt hebbende Maartje Jans
Ruijter een dogter van de bovengenoemde
egtgenooten dier nu onlange alhier nalatende
drie minderjarige kinderen is komen te
overlijden met welke voornoemde vrouwe hij
tweede comparant verklaarde in gemeenschap

van
 

van goederen gehuwt geweest te
zijn en door mutueel testament gepasseert
voor mij notaris en getuijgen in dato 10 julij 1771
van haar gestelt te wesen tot boedelhouder
van haare geheele nalatenschap en tot
voogt over de minderjarige kinderen
doo rhaar bij hem verwekt nagelaten
en uijt dien hoofde en qualiteijt
ter andere zijde

  te kennen gevende dat opgenoemde
Jan Ruijter bij mutueel testament
gepasseert voor den notaris Pieter van de
Wolff en getuijgen te Medemblik in
dato 18de october 1753 heeft gein=
=stitueert tot sijne algeheele erfgenaam
zijne vrouwe Aafje jacobs Appelboom den
1ste comparant in desen en dat verders
sijne vrouwe de kinderen tot meerderjarig

heijd
 

962

=heijd of huwelijk van al t noodige onder=
=houd soude moeten voorsien en tot huwelijk
of meerderharigheijd gekomen zijnde tot
uijtsettinge mede te geven soo veel sij de langst=
=levende zijnde in gemoede soude oordeelen
te behooren zonder ooijt tot meerder ge=
=houden te zijn ofte gedwongen te konnen
worden dan tot het beloop der legitime portie
daar in instituerende en tot mede erfgenaam
stellende en anders nog verder niet alles
breeder bij het voorn=[oemde] testament geblijkende

  Dat verders opgenoemde Jan Ruijter
deze voorsz=[egde] uijtterste wille met de
dood heeft gedonfirmeert en nagelaten twee
     bij zijn vrouw den 1ste comparante in desen in huwelijk verwekt
kinderen ^ namelijk Diewertje Jans Ruijter
die reets op den 9de maart 1771 ab intestato son=
=der kinderen naetelaten is overleden ende
Maartje Jans Ruijter de voornoemde ge=
=wesene vrouw van den tweeden comparant
die deser wereld nu op den 11de maart 1776
is komen te overlijden nalatende drie min=
=derjarige kinderen
 

ende wijders verklaarden de gesamnetlijke
comparanten dat er bij den 1ste comparantes
boven en behalven t onderhout aan haare
twee genoemde kinderen Dieuwetje en
Maartje Jans Ruijtergedaan behoorlijke uijtsettinge
ten huwelijkwas gegevenaan Maartje jans Ruijter in minde=
=ring van de legitime portie was gedaan maar
dat de voldoeninge van dien tot desen tijt toe
niet was geschiet en dewijl zij comparante
ten wedersijden nu te rade waren geworden voldoe=
=ninge en erfdeelinge van de legitime portie
soo voor wijlen Maartje Jans Ruijter alsook wegens t wettige
aandeel van wijlen Dieuwertje Jans Ruijter t
welk aan den tweeden comparant qaulitate qua
behoorde te hebben ende te doen soo is ten
dien eijnde door den 1ste comparante ten volko=
=men genoegen van de tweede comparant ge=
=geven opening van den staat des algeheelen gemene
boedels van haar eerste comparante en wijlen haren
opgenoemde man Jan Ruijter met alle de bate en
voordeelen daar bij behoorende ende verklaarende
den 2de comparant t voorsz[egde] testament van wijlen sijn
vrouws ouders wel en naukeurig te hebben gele=
=sen en teexamineert en den inhout van dien wel
te hebben verstaan als mede de waardije van den

voorn=
 

963

voornoemde gemenen boedel wel en naukeurig
te hebben geestimeert en overwogen waar op de
comparanten met den anderen verklaarden in min
en vrindschap bij wijse van uijtkoop en verdrag te
zijn overeengekomen in voegen als volgt

  Dat den tweeden comparant Teunis Groot
                      Maartje Jans Ruijter
als in huwelijk gehad hebbende ^ en als boedel=
=houder van sijn vrouws nalatenschap en voogt
over zijne drie minderjarige kinderen bij haar in van wijlen
# huwelijk verwekt
zijn vrouwe ter voldoeninge van de legitime
portie soo voor wijlen sijn vrouwe als van des=
=selvs hare voornoemde vooroverleden zuster
de helft van diesn nagelaten legitime portie
(als zijnde die zuster ab intestato sonder kinde=
=ren overleden en dus de wederhelft op de moeder
aanbestorven,) voor welke beijde portien nu te
zamen genomen bedragen de een agste part in
den voornoemde gemenen boedel ter voldoe=
=ninge van dien hem tweede comparant alsoo in
die qualiteijt is aanbedeelt Eestelijk een
stuk grasland genaamt de Hoogeakkers gele=
=gen in de bedrijve van Twisk bezuijden t dorp
groot na molenmaat een morgen vijfhondert
en vijftigh roeden belent

Gerrit

Gerrit Zeijlemaker ten Oosten d erve
Jan Claasz= Bijhouwer ten westen

  Item de zomma van agthonderdert gulden aan
contante penningen heden ontfangen als mede
alsoodanige uijtsettinge van een duijsent gulden
contante penningen heden ontfangen als mede
alsoodanige uijtsettinge van een duijsent gulden
aan gelt als hij comparant met zijn vrouwe
ten huwelijk heeft genooten en ook t bed en
dekens en t gedeelte boeregoet met de hooij=
=brug en leggers alles zoo als t tans ten
zijn comparants huijse is berustende

  Waar en tegen den eerste comparante Aafje
Jacobs Appelboom al t verdere des algeheelen
opgenoemde gemenen boedels van haar en van
wijlen haaren man afgekomen als vrij en eijgen
goet sal hebben en behouden met alle t gene
daar op te goede ofte verschuldigt zoude zijn
ook zal de collaterale impost van de legitime van
Dieuwertje Jans Ruijter met de doodschulden van dien
alleen bij de eerste comparante volgens uitkoop
betaalt en gedragen moeten werden laastelijk
verklaarden zij weder sijdse comparanten dat alle hare
rekeningentegen den anderen tot dato deses ware gelicquideert en
vereffent

  Deze afdeeling en uijtkoop verklaarden de comp=
=ranten met wedersijds genoegen te hebben aange=
=gaan en dat sij ieder respectivelijk hun aanbedeelde

reets

964

hebbende reets in possessiehebbengenomen beken
nendeookook tweede comparant met deze afdee=
=linge en uijtkoop volkomen te zijn geconten=
=teert en mits dien voor alsulk regt als hem uijt
zake voorsz[egd] in dien op genoemde gemenen boedel
behoorde volkomen te quiteren sonder eenige
reserve aannemende en belovende elkanderen
de effecte deses gerust en vredelijk te sullen doen
en laten genieten sonder hier tegen iets te doen ofte
gedoogen gedaan te werden afstaande van alle
middelen die tot brake dezes soude kunnen dienen
onder verband en submissie als naar regten

  Aldus gedaan en gepasseert te Twisk
ten tijde boven gemelt ter preesentie van Cornelis
Neuvelregerend schepen alhier en de e[erzame] Coert Hendriksz: Verrevelt mede
alhier wonagtig luijden van geloove als versogte
getuijgen

  Aafie Jacops Appelbooms
 Teunis Groot
Kornelis Neuvel
Coert Hendriksz Verrevelt
            Jan Zijp not[ari]s


Homepage | E-mail