Notarieel 1661 / 114 Grootebroek pdf 01-07-2022 pag. 1

 

117

Inden name des heeren amen in den
jaere na de geboorte onses heeren en
zalighmakers jesu cristij duijsent seven
hondert en drie op den 16 en januarij
's a


S Haack

vonts omtrent ten 6 uuren compareerde
voor mij Jan Corn[elis] Verdwaald p[enba
re notaris bij den ed[ele] hove van Hollandt
geadmitteert tot Grootebroeck resideren
de present de getuijgen na genoemt den
eersame Outjer Fransz wonachtigh
tot LutjeGroote broeck mij notaris getuij
gen zeer wel bekent sieck te bedde
leggendedoch zijn verstant reden en me
morie wel en volkomentlijck gebruij
kende als p[entlijck scheen ende men
anders niet en konde bemercken de
welcke overdenckende des menschen
conditie als een schaduwe vergancke
lijck de sekerheijt des doots ende de
onsekere uure van dien willende daar
omme de onseekere uure voor kome met
dese sijn testamentare dispositie niet
uijt bedwanck ofte van ijemant ter weerelt
daar toe geprsucideert te zijn maer
uijt zijn selfs vrije welbedachte wille
ende gemoede soo hij seijde ende ver
claerde heeft hij comparant daar omme verte
 

gemaeckt dit zijn testament inder
maniere hier naer volgende eerst
ende voor al recommenderende sijn

v als die uijt
het lighaam
gescheijden sal
zijn ende

edele ziele v inde handen godes zijns
scheppers ende zijn doode lighaam
den schoot der aerden en een criste
lijck begrafenisse ende komende tot
de disposietie van zijne na te laten
goederen hem van godt almachtigh
hier op aerden verleent soo legateert
maeckt ende bespreeckt hij testateur

Door af

aen Outjes Pieters zijnverre neef wonachtig
tot Grootebroeck een duijsent car[oli] gul[den]
ende aen Jacob Pietersz mede zijn neef

voren

een zomme van vijfhondert guldens
ende aen Dieuw Jans Steen houwers sijn
jegen woordige dienstmeijt vijfhondert gul

250 gulpden]

ende aen Jan Outjersz de sone van
Outjer Vreecksz alle zijne sondaghs
kleeren niets uijtgesondert en daar
en boven het gelt dat hij testateur
gewoon is geweest in in bij hem te dragen
ende aen de twee soonen van Hendrick
Coperslager
wonachtigh tot Groote
broeck de sondaghs kleeren van zijn
overleden broeders zal[iger] elck de helft
ende aen Jan Gertsz sone van Gerrit
Coperslager
mede wonachtigh tot
Groorebroeck ik het gelt dat zijn
overleden broeder ordinaris in zijn
sack heeft gedragen
 

118

ende inde resterende goederen die hij
testateur metter doot ontruijmen en
achterlaten sal niet ter werelt uijt

gelijk hij
het mits desen

gesondert verclaarde hij tot zijn erf
genamen te stellen # alle zijne vrun
den niemant uijt gesondert die als
dan abintestato daar toe gerechtight
bevonden sullen werden alle t gene voorsz
staet verclaerde hij testareur te we
sen zijn testament uijterste en laaste
wille die hij wil ende begeert dat na
zijn doodt ende overlijden in allen doe
len sal werden onderhouden ende na
gekomen kracht en effect sorteren t sij
als testament codicil donatie off
eenige ander makinge soo en sulcx het
selve na rechten best sal mogen bestaen
en versocht hij comparant aen mij nota
ris hem hier _ afgemaackten gelevert te werden
behoorlijcke brieve in forma aldus
gepasseert tot Grootebroeck voorsz[egd] ten
huijse van hem testateur in presentie
van Ijsbrant Knop en Pauwels Barentsz
die de menuijte deses benefffens de testa

comparant

teur om mij notaris hebben getekent ten
jaere dage en uure als boven

 

Outier Franzoon
Isbrandt Cnop

    dit + merck bij de voorn[oemde]
Pouwelsz Barents selfs
gestelt
 
 

quod attestor

 

J Verdwaald
not[aris] pub[liek] 1703


Homepage | E-mail