Notarieel 1661 / 116 Grootebroek pdf01-07-2022 pag. 1

 

119

Inden name des heeren amen in den
jaere na de geboorte onses heeren en

         3 g[u]l[den]s

salighmakers jesu cristij duijsent seven
hondert en drieop den 18 en januarij
's middaghs

S Haack

omtrent ten 12 uuren compareerde voor mij
Jan Corn[elis] Verdwaald openbare notaris bij
den ed[ele] hove van Hollandt geadmitteert
tot Grootebroeck resideren present de
getuijgen na genoemt den eersame Outjes
Fransz
woonachtigh tot Grootebroeck
mij notaris getuijgen zeer wel be
kent sieck te bedde leggende doch zijn
verstant reden en memorie wel en vol
komentlijck gebruijkende als t opent
lijck scheen ende men anders niet en
konde bemercken de welcke overdencken
de des menschen conditie als een schadu
we verganckelijck de sekerheijt des
doots ende de onsekere uure
voor kome met dese sijn testamentare
dispositie niet uijt bedwanck ofte van
ijemant ter werelt gepersuadeert te
zijn maar uijt zijn selfs vrije welbe
dachte wille ende gemoede soo hij seijde
ende verclaerde heeft hij comparant
daar omme gemaeckt dit zijn testament
maniere hier naer volgende eerst
ende voor al recommanderende zijn edele
siel als die uijt het lighaam gescheijden
 

sal zijn in de handen godes zijns scheppers
ende zijn doode lighaam den schoot
aerden en een cristelijcke begrafenisse
revocerende casserende dood ende tee niet
doende bij desen alle en soo danige testamen
ten en uiterste wille als hij comparant
voor dato deses soude hebben mogen hebben
gepasseert begerende dat deselve sullen
zijn van nul en geender waerden in dier
voegen of deselve nooijt gepasseert ware
geweest ende opnieuws disponeren de ver
claerde hij comparantvoor af te legateren maecken
ende bespreecken aen Outjer Pietersz Buur
man
een zomme vaneen duijsentcar[oli] gulddens ende
Jacob Pietersz Buurman een zomme van
vijfhondert guldensende aen Dieuw Jans Steenkooper
vijftien hondert guldens endeaen aef Pieters
Swans
het huijs en erf daar hij testateur
ijegenwoordigh in en op is wonende ende
aen Jan Outjersz sone van Outjer Vreecks
alle zijne sondaghs kleeren niets uijtgeson
dert de kouse en schoenen in cluijs
en boven al het gelt dat hij testateur ge
woon is geweet bij hem te dragen ende
aen de twee sonen van Henderick Koper
slager
wonachtigh tot Grootebroeck
de zondaaghs kleeren van zijn overleden
broeder zal[iger] elck de helft ende aen
Jan Gertsz sone van Gerrit Coperslager
mede wonachtigh tot Grootebroeck al ko__
gelt dat zijn overleden broeder ordina
ris in zijn sack heeft gedragen
 

ende inde resterende goederen die hij testa
teur metter dood ontruijmen en achterlaten
sal niets ter werelt uijtgesondert verclaer
de hij tot zijn erfgenamen te stellen ge
lijk hij doet mits desen Pieter Outjersz
Jan Outerjsz
en Corn[elis] Outjers kinderen

ijder voor een
derde Paert

van Outjer Vreecksz in de eene helft
en de vriendenniemant uijt gesondert die als dan abintetatie
daar toe gerechtight bevonden sullen
werden inde ander helft alle t gene voorsz[egd]
staet verclaerde hij testareur te wesen
zijn testament uijterste en laetste wille
die hij wil ende begeert dat na zijn dood
ende overlijden in allen deelen sal werden
onderhouden ende na gekomen kracht en
effect sorteren sij als testament codi
cil donatie of eenigh andere makinge
sal bomgen bestaen en versocht hij
comparant aen mij notaris hem hier af
gemaeckt en gelevert te werden behoor
lijcke brieve in forma aldus gepasseert
tot Grootebroeck voorsz[egd] ten huijs van
Corn[elis] Tromp en Ijsbrant Cnop
als getuijgen van geloof hier toe ver
socht die de minuijte deses beneffens
de testateur comparant en mij notaris hebben gete
kent ten jare dage en uur als boven

 

Outier Franzoon
Outger Cornelisz Tromp
Isbrandt Cnop

 
 
 
 

quod attestor

 

J Verdwaald
not[aris] pub[liek] 1703


Homepage | E-mail