| heden den 12 en april a[nn]o 1738 compareerde voor mij P v[an] d[er] Deure openvaar notaris bij den ed[ele] hove van Hollandt geadmitteert resideren |
A Luit | de tot Grootebroek en voor de getuijgen nagen[oem]t Freek Kelewoud m[eeste]r molen aar timmerbaas oud omtrent 50 jaren wonende tot Grootebroek en Nanne Cosjen oud 53 jaren wonende tot Bovencarspel de welke ten verzoeke van Pieter Potter raadt en oud schepen der stede Grootebroek te Bovencarspel verklaarden waar en waaragtig te sij als namentlijk dat haar com paranten seer wel bekent is dat
den requirant seder primo maij 1733 in diverse tijden ten dienste van het huijs ofte wel van de plaats van de |
erven van | Maarten Wijdenes staande en gelegen tot Bovencarspel aan het evendeel heeft gelevert verscheijden houtwaren als onder andere stalhouten weehou ten barkoenen en deelen alle welke voorsz[egde] hout matrialen bij noodtsake lijke reparatie ten dienste van dit huijs en plaats door des eeste comp[aran]ts knegt aan het selve sijn gebruijkt en verarbeijt geworden en voor soo veel haar bekent is door niemant anders gedurende de tijdt van der laasten comparants woninge op de voorsz[egde] plaats ___ ____ eenige leverante dies aangaande geschiet is
|
| den tweeden deposant verklaarde nog dat hij voor het veranderen en verbeteren van de stallen waar aan deze voorsz[egde] stalhouten sijn gegaan is geweest ten huijze van eene der kinderen en erven van voorn[oemde] Maarten Wijdenes met name Aafje Wijdenes |
tot Medemblik | toen getrouwt met Jan Vos daar op die tijdt ook kwam Gerbrand Wij denes en na over het vertimmeren de stallen als anders waar aan als boven van ,, deze voorsz[egde] stalhout en als anders |
sijn gegaan | te hebben gesproken zoo wierde den
comparant gelast om dit dit hout t gunt tot deze plaats nodig was door hem te bezorgen soo als voor de zen altoos door de boer die op de plaats __ heeft gewoont soo sij seijden geschiet was waar op den com parant seijde dat hij het hout dan van de molen van de req[uiran]t soude halen t geen sij___gden haer niet oon aangenaamseleerd te sijn en soo het hem voor kwaam ten vollen van haar appro batie was te meer om dat Claas Jon ker die voor hem comp[aran]t op deze plaats gewoont heeft hem wel heeft gezegt dat hij bij sijn inwoningealdaar het hout ten dienste van deze plaats ook van de molen van de req[uiran]t gehaalt heeft |
|
eijndigende hier mede de compa ranten hunne gegevene attestatie en gaven voor redenen van wetenschap als in den haest en seijden alles nog seer wel en gehenge te hebben presenterende des noodts het ge deposeerde met solmnelen eede te affirmeren Aldus gedaan en gepasseert tot Grootebroek en presentie van Pieter Grootschoen weesm[eeste]r Corn[elis] van Schie als verzogte getuijgen en ten oir conde getekent Vreeck Kelewout Nanne Heertien Kosien Pieter Grootschoen C van Schie welke getuijge
P V Duere |