| voor Klaas Hoek ris nota ris in het departement van de zuiderzee resiederende te Venhuizen in nummers twee en vijftig en in tegenwoordigheid van de nagenoemde ge tuigen is gecom pareerd |
| Cornelis Knijn wonende aan de Bobelkleijnkens dijk onder de jurisdictie van Berkhout in nummers een honderd vier en dertig izjnde landeigenaar doch zijnde thans op het passeeren
dezes ten dezer plaatze present en erkende hij comparant bij dezen wel en deugdelijk schuldig te wezen aan Ariaan Es wonende te Westwoude en Pieter Vriend wonen de te Venhuizen landeigenaren in qualiteit als voogden over de minderjarigen Antje en Klaas Dekker nagelatene kinderen van wijlen Arien Dekker en Maartje Laan beide te Westwoude overleden ten dezen mede tegenwoordig en deze erkentenis ac cepterende de zomma van vier duizend en twee honderd francs of twee duizend guldens hollandsch courant geld in klinken de specie tot de cours van dezen dag voort komende int hoofde van een onderhancsche schuldbekentenis door des debiteur sthans buiten gemeenschap van goederen getrouwde huis
vrouw Cornelisje Jans voor het aangaan van dit |
| dit hun huwelijk en wel op den zevende __ des jaars zeventienhonderd negen en negen[tig] ten behoeve van nu wijlen Arien Dekker ge rekend en verleden mede groot vier duizend twee honderd francs of twee duizend guldens Hollandsch en welke schuldbekentenis aan de gedachte pupillen uit hun vaderlijk erfdeel is gedecolveerd en door de genoemde voogden onder approbatie van voormailgde heeren schepen der stede Westwoude cum annexis is aangenomen houdende de zoo evenge dachte crediteuren op het passeren dezes de reeds gementioneerde onder deze schuldbekentenis voor vernietigd als met deze authentieke acte te zijn verwisseld hebbende den comparant Cornelis Knijn
tevens verklaard de voorschreven hoofd zomma tot zijn paritculier gebruik te hebben ontvangen en genoten en dus waarmede te vreden te zijn welke zomma van vier duizend en twee honderd francs of twee duizend gul dens Hollandsch de voornoemde Cornelis knijn |
| Knijn bij dezen anneemd en zich daartoe als na verbind aan de gedachte creditieuren in hunne reeds gementioneerde qualiteit ofte aan de houder van de grosse dezer acte die hun regt van dezelve ontlenen te zullen te rug geven een jaar na dat van het passeren dezer acte met den intrest van dien gerekend tegen vijften honder in het jaar alles in gemunt geld tot de cours van dezen dag en op gene andere wijze met uitdukkelijk beding van die betaling niette mogen doen
in eenige billetten papieren geld of andere publike effecten die in omloop gebragt zou den mogen worden uit krachte van wetten ofte andere acte ven openbaar gezag van welk voorregt de voornoemde Cornelis Knijn bij dezen uitdrukkelijk afstand doet ingevalle echter de voornoemde crediteuren mochte goedvinden om na afloop van den hier voren gestelde termijn van betaling deze schuld geheel of gedeeltelijk te prolonge ren zal zulks kunnen geschieden telkens voor een jaar op derzelve voorwaarden en intressen als hier voren is uitgedrukt |
| dewelke na dat zij zich nopens den in houd dezer acte onderricht hadden en dezelve hun door ons notaris was voor gelezen zich vrijwillig hebben gesteld ten behoeven van Arien Es wonende
Westwoud en Pieter Vriend wonende tot Venhuizen in zodanige qualiteit als bij de hier voren omschrevene en zoo evengedachte acte is gemeld zich ingevallen hebben gesteld tot solidaire borgen voor gemelde Corne lis Knijn voor de voorschrevene zomma van vier duizend en twee honderd francs of twee duizend guldens Hol landsch als mede voor de intressen zodanig als bij voorschrevene overeenkomst is bepaald ingevolge van welke solide verbentenis de voornoemd Jacob Berkhout en |
| en Pieter Knijn zich gezamentlijk een van hun alleen voor het geheel verbonden hebben onder afstand van alle benificien van regten tot de betaling van voorschreven hoofdzomma en renten van dien op den hier
voren bepaalden tijd nemnde de gemelde somma benevens de intressen als hunne eigene en personelijke schuld ten hunnen lasten met uitdrukkelijke overgifte dat zij zich tot de betaling van het beloop dezer tegenwoordige borgtogt onder werpen aan de dwangmiddele waar aan de prin cipalen schuldenaar zelvs is onderworpen ten behoeve van voornoemde crediteuren op deze wijze is alles over een gekomen en bepaald tussen parthijen die om deze ter executie te leggen domicilium verkiezen op hunne hier boven gemelde woonplaatsen op welke plaatesen en[zovoor]t niettegenstaande en[zovoor]t compaeerde mede voor ons notaris Jan Rood en Pieter Schoenmaker beide veehouders wonende te Venhuizen en dewelke |
|
de welke verklaarde dat de debiteur Cornelis Knijn ende borgen Jacob Berk hout en Pieter Knijn wezentlijk die genen zijn die zij zich in den hoofde deze hebben doen melden gedaan en gepasseerd te Venhuizen ten huize van Pieter Vriend voornoemd ter presentie van Dirk Hofland boere knegt en Hedde Mooij van deze qua liteit beide te Venhuizen woonachtig getui gen den negende september des jaars achtien honderd en elf des voordemiddags en hebben de voornoemde comparanten gemelde getuigen en ons notaris na gedane voorlezing de tegenwoordige minuten getekend welke in he t bezit en in de bewa ring van ons notaris is gebleven Cornelis Jansz Knijn Arien Es
Pieter Vriend Jacob Jansen Berkhout Pieter Jansz Knij Jan Rood Pieter Schoenmakern |
Dirk Hof Hedde | landt Mooij K Hoek keizelijk notaris |