Notarieel 2553e / 246 Delft | 20-08-2011 pag. 1 |
Op huijden den 28e Meij 1711 compareerde voor mij Adriaen Hoppesteijn van Leeuwen not[ari]s bij den hove van holland geadmitteert binnen Delft residerende ter presentie van de naerbes[chreven] getuijgen HrNicolaas Verheul woonende tot binnen dese stad mij notaris bekent te kennen gevende hij comp[aran]t dat hij van wijlen Pieter Wilhemsz Buijs woonagtigh tot s Gravensande heeft gecogt twaalf morgen drie hondert roeden soo weij als teeland gelegen soo in s Gravesande als sand ambagt op den 15e meij deses jaars 1711 aen hem comp[aran]t publijcquelijk opgedragen dat het selve land belast geweest sijnde met een frideiconunis [?] bij de ed[ele] gr mog heeren staaten van Holland ende Westvriesland van het verband van frideiconunis was ontslagen ende ontheft geworden mits dat de penningen daer van prove nierende moeten worden geimploijeerd tot beta- lingen van de schulden en lasten bijden voornoemden Pieter Wilhemsz Buijs gemaekt volgens octroij van dato den 3e meij 1710 daar van sijnde dat hij comp[aran]t ingevolge van dien sijne uijtgeloofde cooppenn[ingen] ook heeft geemploijeerd tot betaelin- ge van soodaenige lasten voor soo verre de selve strecken conde als naementlijck aen de heer Jacobus Beeltsnijder tot amsterdam als execu- teur van den testamente en voogd over de minderjarige erfgenamen van juffr[ouw] Alida de Bruijn weduwe matroos de somma van vijfhondert twee en t sestigh gulden tot aflossinge van een restant van vijfhondert gulden cap[itaa]l op een schuldbrief van twee duijsent vijfhondert gulden cap[itaa]l als nogh resterende met de interessen daar op verloopen sijnde de sel- ve schuldbrief van dato den 22 junij 1698 ende nogh aenden selven heer Beeltsnijder inqualiteijt als vooren de somma van dertien hondert guldens in vol- doeninge van obligatie onder de hand in dato den 17e april 1701 houdende thien hondert guldens capi[taa]l met de interessen daer op verloopen bij den voorn[oemde] Pieter Willemsz Buijs Geteekent nogh aen Claas Cornelisz van der Hoeven Als in huwelijk hebbende Neeltje Claas van der Halm en Jan Altena als in huijwelijk hebbende Annetge Claas van der Halm beijden kinds kinderen van Annetje Huijbregtz Ruijgroch de somma van Theinhondert seven en dertigh gulden thien stuijvers in voldoeninge van een schuldbrief van thienhondert gulden cap[itaa]l met de interessen daer op verloopen sijnde van dato den 28 meij 1686 mitsg[ade]rs nogh aende selve de somma van een hondert tagtigh gulden we- gens oncosten tot vercrijginge van de selve penningen gedaen voorts nogh aen Ronderus de somma van elfhondert twintigh gulden tot voldoeninge van een obligatie van thienhondert gulden cap[taa]l met de interessen daar op verloopen bij gemelte Pieter Wilhemsz Buijs voor den not[ari]s Pieter van Naarden en seekere getuijgen gepas- seert en verleden van dato den 7e augustus 1706 de verpondinge over het westland de somma van agthondert eene gulde vijf st[iuvers] negen penningen Wegens ordinaris en extra ord[inaris] verpondingen en honderste penningen aldaar verschuld[igd] volgens qui- tantie van dato den 22 meij 1711 aan de erfgena- men van Jacobus van der Slop zal[igge]r wegens koorn en zout gelt mitsg[ade]rs zout en zeef voor den jaere 1710 de somme van ses en vijftigh gulden sestien st[uivers] veertien penn[ingen] Item aen schout en geregte van monster voor haere vacatie de somma van dertien gulden negen st[uijvers] en aan Joris van Donck als gaarder van der sluijs gelden de somma van twee en veertigh gulden in voldoeningh van de sluijs gelden voor den jaere 1710 van de lan- dem bij den comp[aran]t gecogt noga aan vrouwe Margaretha Hoogenhoeck wed[uwe] d heer burgem[eeste]r Hugo S'Gravesande zal[ige]r een somma van t negen- tigh gulden haar wegens leverenatie van bieren aen den verm[elde] Pieter Wilhemsz Buijs gedaen compete- rende ende laastelijck nogh aan Elsje Jansz Bac-ker dienstmagt van den vern[oemde] Pieter Willemsz Buijs de somma van een hondert twintigh gulden ses st[uivers] negen penn[ingen] wegens verscheene huijre en dienstboden loon van den voorn[oemde] Pieter Willemsz Buijs haer competerende maekende alle de vers[chreven] gedaene betalinge de uijtgeloofde cooppenn[inge] ter somma van vijfduijdent drie hondert vier en twintigh guldens als boven uijt en waer van de originele bescheijden onder hem comp[aran]t berustende sijn weshalven hij comp[aran]t tot securiteijt en bevrijdin-gen van den voorn[oemde] Wilhem Pietersz Buijs bij desen verclaarde alle de respective quitantien van het hier bovengemelte met de papieren daer toe Specterende onder hem geslagen te hebben belovende diensthalven voor alle hermaeninge ofte aenspraek den selven Wilhem Pietersz Buijs te sullen indemneren en bevrijden ende ten allen tijden des versogt sijnde copie authentijcqen van de respective bovengemelte bescheijden en quitantien te sullen ter hande stellen als dienende dese alleen te respecte van de voorenstaende betalingen met kennisse ende in het bijwesen van den selven Wilhem Pietersz Buijs gedaan aan hem voor een generale quitantie verbindende tot prestatie van dese hij comp[aran]t sij persoon en goederen de selve subjecterende den ver banden als naer regten consenterende hier uijt acte in forma aldus gedaen en gepasseerd binnen delft vern[oem]t ter presentie van Hendrick de Vos en Pieter Heij als getuijgen ten desen versogt Nicolaes Verheul JDVOS P: Heij Adr Hoppesteijn |