18

D. Akersloot

Dit zegel behoord tot
het ingebonde testament
van Maartje Floris
wed[uwe] Cornelis Claaze
Spanjersberg in dato
den derden jannuarij
seventien honderdt
aght en dertigh
 

18

testament
 

C:V:Dijk

In den name godes
amen

gegrosseert
Op huijden den
derden jannuarij seven
tien hondert aght en
dertigh des avonts
de klck omtrent ses
uuren compareerde voor
mij Jan Barrevelt notaris
publijcq bij den e[dele] hove
van holland geadtmit
teert residerende binnen
der steede Beverwijck ende
de getuijgen naar ge
noemt de eerbare
Maartje Floris weduwe
Cornelis Claasz Spanjersberg _verte
 

woonende tot Heemskerck mijn
notaris bekent de welcke ver
claarde genegen te wesen te
disponeren van haar tijdelijcke
goerden (hunner verstant
redeen memorie en uijtspraak
wel hebbende en de gebruijckende)
ende als na te raden geworden
sijnde uijt haar eijgen vrije wille
sonder mislijdinge van iemant
te maacken schicken ende ordonne
ren haar testament ende laaste wille
naar alvoren hare ziele ende barm
hertige hand godes en der selver
lighaam een eerlijcke begravinge bevo
len te hebben als volgt

eerstelijcke verclaarde sij testatrice
bij desen dood ende te niette te doen alle
zoodanige testamenten codicillen en
andere uijtterste willen als voor dato
deses oijt alleen ofte met iemant
gemeen bij haar testatrice moghten
gemaackt ofte gepasseert hebben
ende wel speciaal het testament
het testament voor mijn notaris
en seeckere getuijgen gepasseert
in datot dertighsten maij 1733
 

en comende op nieuws te disponeren
verclaarde sij testatrice te legateren
en te bepreecken aan Aaltje Leenders
woonende tot Heemskerck de somme
van een hondert guldens om met de
eerste gelegentheijt na haar testa
trices overlijden voldaan te werden

item legateert en bespreeckt aan
Hillegont Maartens en Cornelia
Laurens als mede aan Marijtje Leenders
alle woonede tot Heemskerck ieder
een somme van vijfentwintig guldens
om te voldoen als boven

voorts verclaarde sij testatrice te
nomineren ende te institueren tot
haar eenige ende algeheele erfgena
men sulcx doende mits desen de kints
kinderen van haar broeders tw eten
de kinderen van Lijsbet Adams van
Jan Vrederickxz en Floris Vredericksz
die bij haar overlijden int leven bevonden
zullen werden hooft voor hooft alle
even na oft desselfs kinderen bij
plaats vullingh

wel verstaand nogtans dat het
capitaal in sijn geheel onverdeelt
en onvermindert sal moeten blijven
met dien verstande dat de roerende
goederen (behalve de klederen en
het gemaakte linnen) tot gelde _verte
 

gemaackt sullen mogen werden en tot
ander capitaal weder aan gelegt (ten war__
bij eenigh toeval gelijck hier na gesegt
sal werden) soo langh de jongste van de
bovengenoemde erfgenamen de ouderdom
heeft van vijfentwintigh jaaren off tot
den troudagh toe soo die voor die
jaaren quam te geschieden

sullen deselve goederen tot die tijt
werden geadministreert door de hier
na te noemene executeurs en voogden
in manieren als volght

de jaarlijcxe interesten van het capitaal
(na aftreck van alle ordinaris en extra
ordinaris lasten als mede reparatien
en wat dies meer is) zullen besteeet
werden tot onderhout van de meer
gemelte onmondige na gemoede en
welgevalle van de vooghden ook
wel aan sulcke als schoon de ouders
van deselve nogh in leven waaren
als sulcx de noot quam te vereijssen
en soo moghte gebeuren bij eenig
toeval van sieckte als anders dat de
intrest van het capitaal tot het
onderhout van de voornoemde min
derjarige niet genoegh moghten
sijn zal et en soo een geval aan de
voogden vrij staan om soo veel
benodigt is van het capitaal daar
toe te besteden en anders niet

een soo de voornoemde intresten jaarlijcx
niet geheel aan de onmondige werde
 

 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 Jacobsz
 
als
 
 
 
 
 
 
 
 
 
haar

besteet sullen de voogden gehouden
sijn t overige te verdelen aan de gesa
mentlijcke erfgenamen hooft voor
hooft oft aan desselfs ouders nagelegent
heijt van saacken
verders verclaarde sij testatrice te
nomineren en te stellen tot executeurs
over haar na te latenen boedel ende
goederen mitsgaders tot vooghden over
haar toesight behoevende erfgenamen
den e[erbare] Cornelis Groenland ende Jacob Louris
woonende^sootot Heemskerck
woonende soo in wijck aan duijn woonende
in den banne van Wijck aan Duijn te
samen ende een ieder van deselve int
besonder omme bij haar testatrices over
lijden haaren boedel ende goederen te
aanvaarden regeren ende benifitieren
mitsgaders administraren tot meerte
niet ende oirbaar van deselve tot de
meerderjarigheijt van de voorsz[egde]
pupillen toe in manieren als vooren
is gesegt en gemelte gevende aan deselve
daar toe soodanige onbepaalde magt
last authoriteijt ende speciaal
bevel als aan voogden en executeurs
kan werden gegeven ofte daar toe
vereijst werdt ende in allen gevalle
met magt van substitutie van tijt
tot tijt ten eijnde deser voogdije
schap toe naar ieders wel gevallen
mitsgeders met uijtsluijtinge van
alle andere ende welspeciaal den
 

e[erbare] gerechte ofte weeskamer van de
plaats daar haar sterfhuijs sal
coomen te vallen ende goederen
gelegen sijn

laastelijck verclaarde sij testatrice
aan haar te behouden de magt ende
faculteijt om dese haare dispositie
te mogen veranderen vermeerderen
ofte verminderen daer bij ende af te
doen alsulcke legaten aan iemant
te mogen maacken alsij te raden
soude werden t sij onder haare
particuliere hantteeckeninge ofte bij
monde bij twee off meer getuijgen
oft hoedanigh daar van sall comen
te blijcken willende ende begerende
dat alle het selve van zoodanigen
kragt en effect sal werden gehouden
als off het indesen van woord tot
woord uijtgedruckt stont

na dat alle t gene voorsz[egd] staat haar
testatrice van woorde tot woorde was
voorgelesen verclaarden dit te wesen
haare testament ende laaste wille
begerende dat het na haar dood alsoo
zal werden aghter volght ende
naar gekomen mitsgaders effect
zorteren t sij als testament
codicil gift tersaacken des dodts
ofte onder de levende
aldus gepasseert binnen den
 

dorpe van heemskerk ter presentie
van Johannis Baptista scheepen
en Laures Groenland als getuijgen
Maertie Floris
Joannes Baptista schepen
                  L. Groenlandt
                    quod attestor
                      J Barrevelt
                  not[ari]s publ[iek]