CXXXVJ Op huijden den zevenden julij anno sestienhondert en twee compareerde voor mij notario publijck ende voorden ondergeschreven getuijgen Claes van de Putte franchijnmaekcer out omtrent XXXV jaren wonende binnen der stede van Leijden ende deposseerde ende tuijchde bij zijn constrentie ende ziele zalcheijt in platse van eede ten vesoucke van Franschoiuj van damme velleploter woonachtich binnen de voorsz[egde] stede waer te weshen hoe dat hij oepost [?] onmtrent kersmisse voorleeden zonder presicxen dach onthouden te hebben gecost heeft van Pieter Gerijt Thomasz zeemtouwer
binnen Leijden eerst omtrent achtendertich of veertich bloten het stuck voor een stuiver ende daer nae omtrent hondert ende vijftich bloten het honder voor vijftien gulden van XL grooten t stuck welcke bloten de voorsz[egde] Pieter Gerijt Thomasz van den requirant gehadt ende gecost hadde presenteren in eenre solempnelicken te affirmeeren ende nte bevestigen voor allen heeren ende rechteren des noot ende versocht zijnde ende den requirant gadaan binnen der voorsz[egde] stede van Leijden ten huijse mijns notaris ten dage ende uere als boven ter presentie van Gerijt Jansz van Harmelen schout van Leijderdorp ende Jop Arentsz Kistemaecker poorter tot Leijden voorsz[egd] als getuijgen hier toe versocht zijnde
Senaertssen van der Wuert notariss G Jansssz van Harmelen Jop Arentsz Kistemaecker |