12

Wallendal

198

Op huijden den 23 februar[i] a[nn]^o 1706 waren
ten huijse van Anna en Geert P[iete]rs tot Oostwoudt ver
gadert de gemene erfgenamen van zal[iger] Aris Claasz alias
Aris Pouwelsz in sijn leven gewoont hebbende tot Oostw[oud]
    Hedde Sijmonsz wonende tot Oostwoudt voor sijn
moeder Lijsbeth Jans voor een stam
    Pieter Pouwelsz wonende tot Lambertschaag
Theunis Grutter wonende tot Midwoudt als in huwel[ijk]
hebbende Geert Pouwels soo voor haar selven ende de rato
cavarende voor Yentjen Pouwels voor een stam
    Claas Cornelisz soone van Geert Claas wonende tot
Medemblik soo voor haar selven als de rato caverende voor
Aris Claasz wonende tot Enchuijsen te samen voor een
stam
    Pieter Winkel als in huwelijk hebbende Vrou Hermens
wonende tot Oostwoudt Jacob Hermens Backer wonende
tot Abbekerk soo voor haar sleven en te samen de rato
caverende voor s^t Jan Backer tot oostw[oud] voor een stam
    Jacob Pietersz soone van Geert Jacobs wonende be
oosten Wervershoof voor een stam
    Aarjan Krijnsz soone van Etje Jacobs wonende
tot Wervershoof voor een stam
    Jacob Outgersz en Herke Kuijper als in huwel[ijk]
hebbende Geert Outjers wonende tot Venhuijsen voor
een stam
    Jan Maartensz soone van Reijnie Gerrits^{tot Wervershoof}Jacob
Jansz als in huwelijk hebbende Lobbrig Gerrits wo
nende beoosten Wervershoof soo voor haar selven ende
als last hebbende ende rato caverende voor Aagt
Gerrits wonende tot Venhuijsen te samen voor een
stam
   Welke voorsz[egde] comp[aran]ten verklaarden de nalatenschap
van de bovengenoemde Aris Pouwelsz volgens
den inventaris gepasseert voor mij ongerdesz[egde] not[ari]s
en sekere getuijgen in dato den 19 janua[ri] 1706 van
de voorn[oem]de Anne en Geert P[iete]rs ontfangen te heb
ben namelijk ijder stam de negende part van de
gantsche nalatenschap sulx dat er nog een ne
gende part van de gantsche erff[eniss]e voor de kinderen_vert
 

" part is bevonden
te bedragen een
somme van ne
genthien guld[en]
ses st[ui]ver[s] ses penn[ingen]

van Aarjan Arisz overleden in de Loosregt zijnde
een stam die tegenwoordig uijt landig is bij Hedde
Sijmonsz tot Oostwoudt sal blijven berustende welke negende
   beloovende de voorsz[egde] comp[aran]ten gemelde Anne en
Geert Pieters te bevrijden ende indemneren voor
elke namaninge die de voorsz[egde] erffenis soude
werden gemaakt daar vooren verbindende de versz[egde]
comp[aran]ten hare persoonen en goederen ijder in solidum
al na regten Aldus gepasseert ten huijse voorn[oemd]
in presentie van Frederik van Houten en Pauwels
Theunisz als getuijgen

Hedde Sijmensz
Pieter Pouwelsz
Klaasgaafse
Tuenis Clas
Claas Corn[eli]sz dit merk
gestelt
Pieter Winckel
Jacop Pietersen
Aerjen Crijnsz
Jacob Outjersz
Hercke Kuijpers
Jan Maertensz
Japop Jansen

J Backer

J.v.Houten

Pouwel Thuenis

        PWarius
not[ari]s publ[iek]