211

Aan de ed[ele] agtb[are] heeren
de heeren schepenen der
stede Westwoude cum annexis

Quod Attestor
J Schagen
nots Publ

J Groot
 
 
schepenen der
stede Westwoude cum
enexis (d heer offi
cier als niet tegen
[w]oordig zijnde) t ne
venstaande versoek
examineert heb
ende committeren
uijt hare vergade
ringe Heijndrik
Barentsz Bloem
saat en Pieter Jans
Ruijter benevens
en secret[ari]s Jacob
Schagen omme de
ispl[]ten op heden
den eedt op den
gemaakten inven
taris af te nemen
en te hooren doen
actum op den
raadhuijse der
stede Westwoude
cum annexis op
den 12 meij a[nn]o
1716
in kennese van
mij secret[ari]s

       J Schagen
       1716
 

Geven met behoorl[ijk] eerbiedigheid te kennen
de gesamentl[ijke] erfgenamen van Jan Groen ins
zijn leven burgem[eeste]r van Westwoude en desselfs
huijsvrouwe Trijn Jans dat zij met mal
kanderen zijn overeengekomen om[m]e heden den
invent[ari]s bij hun gesamentl[ijk] gemaakt van de
nalatenschap van gemelde Jan Groen en Trijn
jans onder eede solemneele te bevestigen ende ten
dien eijnde zijn te zamen gekomen op de
hoek van Westwoude ende terwijle sulx niet kan
geschieden dan in judicio ofte voor commissarissen
uijt u ed[ele] agtb[are] daar toe te nomineren committeren
en het omde veelheid van erfgenamen zeer veel
beweging soude maken met zoo een menigte voor
u ed[el] agtb[are] in juducio te compareren en behalven
dat daar onder verscheijden vrouws personen zijn
daar (alhuoewel buijtern reden) zeer tegen aansiende
zoo ist dat de suppl[ican]t[e]n zig keert tot u ed[el] agtg[are]
ootmoedigl[ijk] versoekende t zij der selver goede
gelieve om[m]e twee uijt desselfs vergaderinge
benevens den secret[ari]s te nominieren en
committeren om[m]e op heden den suppl[ican]t[e]n ter
plaatse voorsz[egde] den eed af te nemen t welk
doende etc[etra]

 
         184
J Groot

213

staat en inventaris
van den boedel en goederen
van Jan Jans Groen en
desselfs huijsvrouw Trijn
Jans beijde overleden tot
Westwoude en van het gunt
daar toe is specterende
 

en eerstelijk de onroerende goederen onder
                    Westwoude
een huijs en erve daar den overleden in
heeft gewoont groot een hondert twaalf roeden

in de verpond[ing] aangeslaten op

f

6 :

5 :

-

een ditto groot 140 roeden belend Simon
Verlaan ten westen de h[ee]r Nanning van
Forest ten oosten in de verpond[ing] aangeslagen op

op

f

6 :

14 :

4

een ditto genaamt Feckes huijs groot
75 roeden belend de kinderen van
Pieter Remmentsz ten Oosten de erve
van den overleden ten westen staande

aangeslagen in de verpond[ing op

f

7 :

9 :

-

                    Woudland
200 roeden in een acker zaadland groot _verte
 

in t geheel 800 roeden gemeen en
onderdeel met t lam cums belend de
heer Nanning van Foreest ten oosten
Simon Verlaan ten westen in de

verpond[ing] aangeslagen op

f

3 :

6 :

11

                    Gouwland

een stuk groot 3 morgen 375 roeden belend
de kinderen van P[iete]r Remments ten oosten
Poulus Ariensz ten westen in de verpond[ing]

aangeslagen op

f

34 :

16 :

-

nog 2 morgen 10 roeden in grooter stuk

gemeen en onderdeel met Gale Jansz
belend Niesjen Sijmons ten oosten
de groote kerk tot Hoorn ten westen

in de verpond[ing] aangeslaten op

f

19 :

7 :

4

een stuk grasland daar t huijs op straat
door den overleden bewoont geweest groot
een morgen 212 1/2 roeden belend
de groote kerk van Hoorn ten oosten
de kinderen van Claas Pietersz de Haan
ten westen in de verpond[ing] aangeslagen

op

f

13 :

- :

-

214

een stuk grasland groot 2 morgen
87 1/2 roeden belend de kinderen van
Tamis Frans ten oosten Maarten
Gertsz ten westen in de verpond[ing]

contribuerende met

f

20 :

12 :

-

het erf van t afgebroken huijs

daar annex staat inde verpond[ing] op

f

5 :

12 :

8

                    Uijtterland
een stuk grasland groot 3 morgen
530 roeden belend Marij Grooteboers ten
oosten Claas van der Werf ten westen in

de verpond[ing] staand op

f

23 :

6 :

-

een ditto daar agter aangelegen genaamt
de grut groot een morgen 315 roeden

in de verpond[ing] aangeslaten op

f

8 :

7 :

8

een ditto genaamt Teuns Weijdje belend de
voornoemde twee stucken ten oosten
Claas van der Werf ten westen groot
1100 roeden staande in de verpond[ing]

aangeslagen op

f

11 :

- :

-

                    onder Oudijk
een stuk grasland groot twee morgen
belend de arme voogden van Westwoud _verte
 

ten westen molenaar cums ten

oosten staande in verpond[inge] op

f

9 :

12

een ditto groot 700 roeden belend
Ruijter ten oosten n:n: ten westen

in verpond[ing] staande op

f

11 :

7 ;

8

nota dit isⁱⁿ q[]^r of t is fideicommis dan
         niet

         onder Hoogcarspel
een stuk grasland groot twee morgen
250 roeden belend ten oosten de
kinderen van P[iete]r Remments ten
westen t landt van Jan Giesz in verpond[ing]

staand op

f

13 :

0 :

12

         onder Niboxwoude
een stukje grasland groot een
morgen drie hondert roeden belend
Sijmon Gerritsz ten westen de
erfgenamen van Pieter Kat ten oosten
leggende met t eijnde aan de
Swaagdijk een contribuerende

in de verpond[ing]           met

f

215

         roerende goederen en eerst
         de beesten
een koe
een hokelings vaars
vijf schapen
vier eijnden en een woord
         Meubilen in t voorhuijs
een eecken kas daar op
drie groote koppen en 2 kleijne en in
         in t suijerste boven bon
een kerk boek met silver
een doos met linnen goet
elsf witte linnen sacken
30 stuks ander linnen goet kleijn en groot
een silveren hoorntje
een sak met papieren
         in t noorderste boven bon
50 stux linnen kleijn en groot
vier ouderwetse gouwen of vergulden spelden
         in de boven uijthaal
wat prullen
         in de onder uijthaal
ditto
         onder in de kas
een swart schort _verte
 

een scharlakens vrouwe rok
een roode maghaijen rok met blauwro[]
een swart schort
een swarte lakens vrouwe rok
een ditto
een swart schort
een gecoleurde sergie d boijen rok
een swarte sijden schorteldoek
een ditto
een swart bratten jak
een ditto
een swart greijen jak
een swart schort
         op t bovenste bord onder in
een coleurd hemtrok met silveren knoopen
een swarte eijgen gereede mans rock
         aan de wand
vier schilderijen
een handschrift van Jan de Boer
dertien sutx aardwwerk
een kruijdhoorn
een koperne bespan
         een etens kasje daar op
een tinnen schotel
ngen stux aardewerk
 

         boven in t kasje
een stukjen ongemaakt linnen
twee tinnen schotels
een aarden ditto
twee porcelijnen fruijt schaaltjes
not dese sustineert Marij Schippers
         de hare te zijn
een koperen tabaks doos
twee bierglasen
         onder in
een wollen schort
een roode onderrok
een sakboekje met een silvere krap
een ditto met 2 krappen
een ditto sonder krappen
een swarte mans broek

een tuijgje met silver
een ditto

} daaglijx goet

een paar kouse
een paar moffe
2 bruijne schorteldoeken
nog een bruijne en blauwe ditto
twee paar moutjes
een lapje wit eijgen gereed
geverst ditto
een kroplap
een klit
twee kapers
 

een rijglijf
een bleeskapert
een voorspelder
         op de vloer
6 g;adde stoelen met trijpen kussens
een nieuwer wetse tafel daar op
drie marmeren beelden
een groote bijbel
         in t kamertje boven de kelder
een eecken kaaspars
vijf stux aardwerk aan de wand
een kandelaar

een pot hansel
een schuijm spaan
een rooster
een panhalp
een trommel

|
> aan de wand
|
|

twee kopere nakers
een bak aker
voort een partijtje vaatjes en rommeling
een groote stoel daar op
drie kussens
een swarte lakens rok
twee paar swarte kouse
een swarte grijnen broek
een coleurde rok en jes
 

een eijgen gereede broek
een lap grof laken
een swart lakens jes
een swarte hoed
een paar nieuwe schoene
         in de gang
een schijftafel
een klok in de kleder de boter en t varkenvleijs
         in t agterhuijs
drie stoelkussens
een ijseren asschop
         aan de want en op de mantel
44 stux aardwerk
een spiegel met een vergulde lijst
een haspel een pannekoekpan
vijf bortjes een koperen bakaker
         eenn geschilderde kist
daar in het goet van de meijd soo se seijde
een doos daar op de meijd toebehoorende
         in t spijntjen ter suijden de
                           schoorsteen
op het boven bortje
een partij boekjes en papieren
een buijdel met 9 silveren knoopen
                  daar in
een tonnetje
 

            in het tonnetje
een goede hoepring

aan gelt in verscheijden specien
            in een sak
185 stucken a f 1: -:-
  82                a f 1:10:-
  30                a f 1:10:-
nog drie stucken goud
             volgens onse muninge
een van 36 gulden
een dubbelde pistolet
een halve ducaton
nog in een papieren sakjen
53 stucken a f 3: -:-
nog in een kleijn sakjen
twee dubbelden pistolen
en in verschijden spcien aan geld
nog een handschrift ten laste
van Andries Aaldriks groot 150 g[u]l[den]s
twe sakjes seste halven vol
nog in een sakje
een doos met papieren
nog in een kleijn toegebonden
doosje
nog in t bovenste kasjen enige
kleijnigheden
 

f
 
f
f
f
 
 
 
 
 
 
f
 
 
f
 
 
f
f
 
 
f

19 :
 
185:
123:
75:
 
 
 
 
 
 
159:
 
 
47:
 
 
550:
10:
 
 
117:

10:
 
-:
-:
-:
 
 
 
 
 
 
-:
 
 
2:
 
 
-:
9:
 
 
-:

 
 
-
-
-
 
 
 
 
 
 
-
 
 
-
 
 
-
-
 
 
-

218

          op de bedsteden
twee bedden
twee peuluwen
drie hooftkussens
vier dekens
een halve ditto
de lakens sloopen en peullakens daar bij
behoorende
drie stoelkussens
       in de voorkamer
in t onderste spijntjen
     27 stuks aardwerk
in t tweede van onderen
     de meijds goet
in t derde van onderen
     30 stuks linnen goet
in t vierde en vijfde _____
     een groot pertij vlas
in t schrijfkamertje
     een partij rommeling en papier
een halve eicken kas daar in
     t goet van de meijd
aan de wand
24 stuks aardwerk
een spiegel
enig paardegereetschap
          op de vloer
seven melkmoude
 

een kaastomben en schamel
een kantrok met silveren knoopen
een rood koperen ketel
ver koperen emmers
twee houten ditto een strijk ijser
een groote aarden kan
twee stoel kussen

NB  

een wafelijser
een lantaren en mandje
een tafel voor de glase
34 kasen met het dek daar over
een sak faruw
       op en aan de bedsteede
een best bed en peuluw
twee pronkkussens en sloope
pronk doek gordijnen en rabat
       een ongeverfde kist daar in
36 bosjes vlas
een ditto garen
een lapje ru linnen
een ouwe vrouwe rok
twee linnen rokjes
een kroplap
gordijnen en rabat
borstrok en rijglijf
linnen schort
roode onderborstrok
 

een witte onder borstrok
een kapert
twee paar moffe
een malkpij
een klet
twee wiegdekens etc[etra]
voor enige kleijnigheden in de laad
een groene kist daar op
een doosje met een partij linnen goet
       in de kist
drie gevoerde dekens
een spaanse ditto
vier beste hooftkussens
       in de berg of op de dersch
een wagen
een chaise
een ker of chaise kussen
paarde gereedschap
een stapel plancken
koeije gereedschap
voorts aldarhande rommelingh
       in het koehuijs
34 kusen op de borden
een kaas pers
een kaas kist
 

       op het bedsteed
een bed en peuluw
twee hooftkussens
       op de vloer
een koperen melk emmer
een ditto akertje
een ditto grooter
een partij stoelen
een mans rok
een vrouwe rootjen
twee paar kouse
       op de solder
ses lakens
vier hemden
twee dekens
een leren onderbroek
een kussen sloop
een partij doeken
een peullaken
t vordere boere gereedschap
hout turf en rommeling
ses tafellakens en servette op t veld en
overhuijs
 

             Crediten en lasten des
             boedels volgens de aanteken
             van Danewert Gerritsz
             die verclaarde sulx te hebben
             genoteert op t opgeven van
             den overleden
       Crediten en lasten des
van P[iete]r Claas Blocker wegens

de koop van een paard 75 1/2 r
van Jacob de Vries voor vijf
varkens
van Maarten de Boer op t sevenh[uis]
voor landhuur
van P[iete]r Admiraal voor landh[uur]
van Andries van Lisseemersiel
een restant van twee paarden
van Jacob Koopman voor
huijshuur
van Aar Dirks ditto
van Claas Jans voor 3 jaar
huijshuur
van Jan Donker voor een
jaar huijshuur
van Evert Roos voor een vet
kalf
 

f
 
f
 
f
f
 
f
 
f
f
 
f
 
f
 
f

188 :
 
118 :
 
47 :
63 :
 
150 :
 
20 :
10 :
 
54 :
 
30 :
 
12 :

15 :
 
19 :
 
- :
- :
 
- :
 
- :
- :
 
- :
 
- :
 
- :

-
 
12
 
-
-
 
-
 
-
-
 
-
 
-
 
-

                   Lasten des boedels volgens
                de genoemde notita
eerstelijk aan Danewert
Germentsz voor 2 1/2 jaar dienst

loon van zijn vrouw
nog aan Neeltje tegenswoordi
ge dinstmaagt voor 2
jaar dienstloon
aan deselve twe dekens
aan Pieter Blocker
aan Claas Jansz voor 12
sacken garst
aan deselve een sak taruw en
drie voor stroo
aan Cornelis Koster voor hooft
som en renten

f
 
 
f
 
f
 
f
 
 
 
f

150 ;
 
 
140 ;
 
55 ;
 
22 ;
 
 
 
154 ;

2 ;
 
 
- ;
 
- ;
 
16 ;
 
 
 
10 ;

-
 
 
-
 
-
 
-
 
 
 
-

nog wert voor lasten des
boedels gestelt de verpond[ing] en
t landschot van de onroerende
goederen monterende
na het opstellen deses op de tweede compositie
nog gevonden in t spijntjen besuijden de
schoorsteen in t agterhuijs een sakje en daar

in 1010 guldens en 5 rijxdaalders
 

f

113 :

10 :

-

nog een sakje en daar in

17 ducatons
5 drie guldens
10 schellingen
1 daalder
1 stooter en halve sesett
9 rijxdaalders  

f
f
f
f
f
f

53 :
15 :
3 :
1 :
0 :
22 :

11 :
- :
- :
10 :
5 :
10 :

-
-
-
-
8
-

f

95 :

16 :

8

ten selven dage nog opgegeven ten laste van
den boedel
aan Jan Maat volgens overgelverde

reken[ing]
aan Jan Maat volgens overgelverde Pieter Buijs voor ekloon
  volgens reken[ing]
aan de biersteker Jacob Cornelisz
aan Volkert Groen overschot aan
  de pagter etc[etra]
aan Claas Didema volgens
  reken[ing]
aan de breukmeester van de
  Kathoek
aan Claas Roos voor gelevert
  brood
aan Jacob Backer voor roggen
  brood
aan m[eeste]r Engel voor scheerloon
aan P[iete]r Willems verschot
aan P[iete]r Beemsterboer over verschot
aan Maartje huijsvrouw van
Claas Hoek voor arbeijdsloon en verschot
aan Gale Jansz voor twee jaren huur
van zijn gedeelte in t Gouland
__g__d op den inventaris
aan de bullooper volgens reken[ing]
 

f
 
f
f
 
f
 
f
 
 
 
f
 
f
f
f
f
 
f
 
f
 
f

118 :
 
17 :
28 :
 
13 :
 
5 :
 
 
 
9 :
 
2 :
1 :
6 :
6 :
 
2 :
 
 
 
10 :

3 :
 
- :
2 :
 
15 :
 
6 :
 
 
 
18 :
 
10 :
10 :
16 :
8 :
 
15 :
 
 
 
10 :

14
 
-
-
 
8
 
-
 
 
 
-
 
8
-
-
-
 
-
 
 
 
-

aan Jan Claas Gales volgens
reken[ing]
aan de kerkmeesteren van Westwoud
volgens ditto
aan Jan de Waart volgens ditto
aan Jan Donker volgens ditto
aan d[octe]r Stochius

 
f
 
f
f
f
f

 
21 :
 
3 :
3 :
3 :
1 :

 
16 :
 
0 :
8 :
1 :
6 :

 
-
 
4
-
-
-

Wij ondergge[chreven] wedersijdse gedamentlijke
erfgenamen van Jan Jans Groen en desselfs
overleden huijsvrouwe Trijn Jans erkennen
en getuijgen bij desne immers voor soo veel
wij gesamentlijken als ook ider in het
particulier bij goede ondersoek van saken
kennisse van den voornoemde boedel
hebben gekomen dat dese bovenstaande
inventaris is de ware geschapentheijd van
de selve reserverende ende behoudende
niet te min wij erfgenamen van Trijn
Jans en Pieter Willems mede erfgenamen
van Jan Groen het goet regt en pretensie
dat wij alle t gesamentlij sustineren te hebben
op sekere kiste met alle t gunt daar inne
bevonden is staande bij arrest in bewaarder
hand ten huijse van den geregtsbode tot
Oosterblocker en dewelcke Volkert Groen
sustineert hem particulier en alleen in eijgendom
toe te behooren en gevolgel[ijk] niet tot desen
 

222

boede te specteren met presentatie van
desen inventaris indien naderhand iets
t sij ten voor of nadeele tot onse kennise
mogte komen deselve te vermeerderen of
verminderen na bevind van saken mitsgaders
om[m]e de deugdelijkheijd van deselve is t nood
ten allen tijden onder solemnelen eede te
bevestigen onvermindert en behoudens nogtans
ook een ider zijn regt van debat wegens
de deugdelijkheijd der lasten of schulden hier
opgebragt ten blijke van waarheijd zijn
hier van gemaact twee alleens luijdedende
actens van inventaris sen die wij alle
hebben getekent op den 14 ^e februarij 1716

Volkert Jansze  

Pieter Willemsz

Saandam

Pieter Jaobsz Bijmsterboer

Sweres Jansz Smit

S Lakeman als last
hebbende van Marij Schippers

Jan Groot
 

Jan Pieters Ham

Jan Claasz Hoorns

Pieter Pietersz Gootjes

Cornelis Jacobsz
Adriaan Stoppel
Gale Jansz
Claes Didima

Cornelis  
Jan Dircksoon

Claesen

 
wijders verclaren Dankwert Gerbrandtsz
en Maartjen Pieters desselfs huijsvrouwe
dogter en swager van Jan Groens suster
mitsgaders Neeltje Sijmons dienstmaagt
van deselve Jan Groens dat sij hares wetens
t sij gesamentlijk of afsonderlijk den voors[zgede]
boedel in genen deelen hebben verkort ofte
benadeelt mit gaderen onder haar te slaan
ietwas te verswijgen versteken of agter te houden
of op enige andere wijsen schade veroorsaact
of toegebragt te hebben hodanig het ook
soude mogen wesen met presentatie om[m]
sulx mede ten alle tijden mit eede te
bevestigen des noots des ten oirkonde
hebben wij desen met het dubbeld daar van
getekent den 14 februarij 1716
Danckwart Gerb[rand]sz Neeltien

Ik ondergesz[egde] Volkert Groen bekenne mitsdesen
op desen inventaris te brengen de kost bij
forme van accooord en om[m]e alle kosten en
verdere moegelijkheden voor te komen de
kist gearresteert en inbewaarder hand zijnde
ten huijse van de gergtsbode van Oosterbloc
ker die en van nu voortaan t te houden
dat deselve^{met t gene daar in is} is concernerende tot den boedel
van Jan Groen en desselfs huijsvrouwe
Trijn Jans uijt genomen een gouden
ducaton die ik daar voor af tot een gedagte
 

nisse^uijt sal hebben voor mijn prive ende
ten opsigte van de goederen daar inne
zijnde mij te reguleren na den inventaris
daar van gemaact voor den secret[ari]s van
Westwoude cum annexis des ten
oirkonde getekent den 21 februarij
1716 Volkert Jansz Groen

compareerde voor ons Heijndrik Barentsz Bloem
saat en Pieter Jans Ruijter schepenen der
stede Westwoude cum annexis Volkert Jansz Groen
Pieter Willemsz Saandam, Jan Groot, Catharina Coools
Pieter Beemsterboer, Griet Jacobs, Sweres Jansz Smit
Marijtje Simons, Seger Lakeman, Jan Pietersz Ham
Jan Claasaz hoorn, Pieter Pietersz Gootjes, Cornelis Jacobsz
Adriaan Stoppel, Gale Jansz, Claas Didema, Claas
Oudekker en jan Laan gesamentlijke erfgena
men soo in hare prive als uijt hoofde harer huijsvrou
wen en als voogden over minderjarigen mitsgaders
als gemagtigde bij procuratie erfgenamen van
za[liger] Jan Groen en Trijn Jans overleden tot West
woude dewelke bij desen verklaarden onder solemneel
len eede haar naar behooren afgenomen naar
dat den vorenstaande staa en inventaris des
boedels van gemelde Jan Groen en Trijn Jans haar
duijdelijk was voorgelesen dat zij niet en weten
eenige goederen meerder als op voorsz[egde] inventaris
zijn gespecificeert met realtie wegens het geene
in de kist was tot den inventaris daar van voor
 

twee schepenen ende secretaris deser stede gepas
seert tot den voorsz[egde] boedel te behooren ende voor
ijeder in den zijnen dat zijluijgden den selven boedel
in geenen deele hebben verkost ofte benadeeld
ofte ijets daar van verswegen verstreken ofe
agter gehouden direct ofte indirect t selve
bevesitgende met de woorden soo waarlijk
helpe mij god almagtig des t oirconde
desen bij ons schepenen voorn[oem]t getekent
op den 12 ^e maij a[nn]^o 1716

Henderick Barentsz Bloemsaet
Pieter Ijanz Ruijter

mij present secr[etari]s

J Schagen
1716