33 Op huijden den XIXe maart a[nn]o 1722 com pareerde voor mij Jacob Schagen openbaar notaris bij den hove van Hollandt geadmitteert en secret[ari]s der stede Westwoude cum annexcis tot Oosterblokker resideerende Jan Cornelis Pronk wondende tot Hoogcarspel ende Lijsbeth Cornelis wed[uw]e wijlen maar ten jacobsz wonende tot Westwoude dewelke ter insstantie en requisitie ende versoeke van Jan Jansz Donker als in huwelijk hebbende Guurt Claas
meede wonende tot Westwoude gesamentlijke en als uij eenen monde voor de opregte waarheijt gedeposeert getuijgt ende verklaarde hebben gelijk sij doen bij desen namentlijk dat zij deposanten saturdag den sevenden maart voorleden bij de voorn[oemd]e Guurt Claas ten haren woonhuijse inden berg wetende soo als den eersten deposant besig wasaldaar hoij
van te laden ook aldaar ook bij haar quam Volkert Groen mede wonende tot Westwoude welke met de voorn[oemd]e Guurt Claas in samen spraak geraakte hoe veel wagens vol hoij hij in die berg had laten rijden en die op het seggen van voorn[oemd]e Guurt Claas dat tww en dertig voeren daar in gereden waren tegens gemelde Guurt Claas een en andermaal seijde dat sij
dat loochende waar over dat dicouns eenig sints ernstiger wordende de voorn[oemd]e Volkert Groen eijndelijk tegens de meergenoemde Guurt Claas seijde dat zij was een dief |