12
P Hellingwerf

79

op den tweeden julij a[nn]^o 1730 heb ik ondergesz[egde] Jacob
Schagen notaris publijcq bij den hove van Hollandt ge
admitteert tot Oosterblokker resideerende in tegenwoor
digheijt van de nagenoemde getuijgen mij uijt de naam
ende van wegen Marij Nannings jege dienstmeijt
van Volkert Groen wonende tot Westwoude geassis
teert met haar vader Nanning Pieters Bullooper
meede tot Westwoude mij gevonden en getranspor
teert ten huijse en aan den persoon van Volkert
Groen voorn[oem]^t ende aan den selven gedaan de navolgen
de insunuatie en protestatie
alsoo gij geinsinueerde naar dat de insinuante
reets eenige jaren als dienstmeijt gei___eerd ^{bij uw geinti}
nueerde gewoond hadden gelijk sij tot heden toe
nog doet met haar insemiante soodanige vleesse
lijke conversatie ende vermenginge gemaakt hebt
op belofte van haar niet te sullen verlaatne
maar swanger zijnde te sullen trouwen dat zij
insiunante daar door van u e[erbare] bevrugt is en swan
ger gaat ende gij geinsunueerde als nu haar
insinuante tregt uijt den huijse te setten ende
haar bedongen dienst loon bij den teid__ te betaalen
ten dien eijnde haar op heden door den geregtsbode
deser stede aanseggende dat sij voor ___ sonnen
ondergang uijt uw geinstinueerdens huijs soude
hebben te vertrekken^of __ dat hij ^uw haar dor den
dienaar daar uijt soude setten t geene haar
insinuante vreemd te voren komt wes halven
sij insinuante genoodsaakt is uw geinsinueerde
door ons notaris en getuijgen wettelijk te doen ins
inueren ende aankondigen dat sij insinuante noijt
 

nog te ten geenen tijde met ijemant anders dan met u e[erbare]
geinsinueerde eenige de minste vleesselijke conversatie
heeft gehadt ende der halven dat u e[erbare] geinsumeerde
alleen en niemant anders vader is sal of kan zijn
van de vrugt waar van zij swanger gaat ende
gevolgelijk dat zij niet van meeninge was u e[erbare]
geinsumeerdens huijs te verlaten maar haar
aangewonnen dienst naar haar vermogen te
volbrengen en velvoeren omme indien niet eender
der ten minsten naar haare verlossinge sooda
nige satisfackte ofte genoegdoeninge van u e[erbare]
geinsinueerde te erlangen als bovenden soude
worden te behooren dag nadien u e[erbare] geinsinu
eerde tot die buijtspoorigheijt gekomen zijt van
haar geinsiueerdens ^insimuante door den bode aante seggen van
op heden te moeten vertrekken ofte dat u e[erbare] geinsi
nueerde haar buijtens huijs soude doen setten
t sij met assistentie van schout of dienaar of
andersints soo ist dat de insinuante als nog door
ons notaris ende getuijgen uw bij desen aankindigt
dat zij insinuante genengen is om te ruwen huijs
se te blijven ende haar werk naar haar vermogen te doen
en waar te nemen dog indien uw geinsinueerde
blijft volharden van haar niet in uw huijs
te willen hebben dat zij dan behoudens en onvermin
dert haar regt in allen deele haar ten huijsen
van haar vader sal tragten te begeeven ende
haare verlossine afwagten protesteerende de
insinuante wel expresselijk tegens uw geinsinu
eerde van alle kosten schaden en intressen reeds
gehadt en geleden en die sij insinuante in cas van
volhardinge in die uijtsettinge verder soude
 

mogen komen te lijden omme daeraan en omme al
haar regt ende actie tegens u e[erbare] geinstitueerde te
institueren daar en soo zij te rade wordensal

versoekende hier op u e[erbare] geinsumeerdens korte en
ovnertogen andwoord waar op den geinsinu
eerde naar gedane voorlesinge andwaarde
dat hij ^{ik wil} de meijt niet wederom in huijs wilde
hebben

aldus gedaan en geinsumeert ten huijse van
den geinsinueerde tot Westwoude ten overstaan
van Sijmon Cornelis en Jan Pieters Kuijper als ge
tuijgen geloofwaardig hier toe versogt die desen
nevens mij notaris getekent hebben op dato
als boven Sijmon Cornelis, Jan Pieters Kuijper

                               Quod attestor

                                  J Schagen
                                       not[ari]s publ[iek]
                                  1730