Notarieel 375 / 37 Oosterblokker pdf10-04-2023 pag. 1

 
prodeo

89

Op huijden den 4e augustij a[nn]o 1730 compa
reerde voor mij Jacob Schagen openbaar notaris bij den
hove van Hollandt geadmitteert tot Oosterblokkercom
resideerende ende voor den getuijgen naargenoemt
Claasje Pieters oud ontrent 18 jaren wonende
jegenwoordig voor dienstmeijt bij Jan Claasz 't Lam
tot Westwouden de welke ter requistitie en versoeke
van Marij Nannings mede tot Westwoude
woonagtig voor de opregte waarheijt gedepos[eer]t
getuijgt ende verklaart heeft sulcx doende bij desen
hoe waar is
dat hij deposante in den voorleden jare 1729 tot
kersmis toe als dienstmeijt gewoont heeft ten
huijse van Volkert Groenmede tot Westwoude en dat sij bij die occatie
aanverscheijdenen saken en omstandighedden gehoort
ende gesien heeft dat voorn[oemd]e hare meester en haar
deposantes mede dienstmeijt Marij Nannings
rwquirante in desen malkanderen seer wel mogten
lijden ende seer familiaer met malkander
waren tot soo verre selfs dat de voors[zegd]e familiare
teijt seer in t oog liep en haar deposante dik
wils wel heeft doen seggen dat het tusschen de
voorn[oemd]e Volkert Groen en Marijtje Nannings
te wonder moij was waar toe zij onder anderen
ook wiede bewogen door dien zij de voorn[oemd]e beijde
persoonen niet tegenstaande de hooge jaren van
voorn[oemd]e Volkert Groen dagelijks met den anderen
sag rasen en tokkelen als twee jonge menschen
die niet sonder liefden tot malkander waren
hebbende sij deposanten nog darrenboven op sekere
tijdt in den herfst of nazomer op een avond son
der de nette tijdt /sdag te kunnen bepalen soo als zij
 

deposante besig was tobbens te boenen de voorn[oemd]e
Volkert Groen en Marijtje Nannings gehoort in
de schuur daar sij samen lagten en stoeijde
schijnende zij luijden bevreest te wesen dat zij
deposante na haar luijsterende alsoo sij deposan
te hoorde dat deeen tegen der anderen requirante in desen seijde

P
waar naar
d voorn[oemd]e Volkert
Groen
en Marij
Nannings
met
malkanderen
eijndelijk uijt de
schuur in
huijs quamen

het meijtje schijnt wel op te houden met boenen
waar op zij deposante wederom begon te boenen en het
wert afgedaan hebbende in huij ging P alt genoemde
vorders verklaarde de deposanten dat sij soo lang
sij ten huijse van Volkert Groen gewoont heeft
noijt gemerkt heeft dat d een of ander mans
persoon buijten de voorn[oemd]e Volkert Groen eenig
familiariteijt ofte gemeensame ommegang
met de voorn[oemd]e Marij Nannings heeft gehadt
ofte gemaakt ja dat genoegsaam geen
jong volk vrijer aldaar quam om haar te besoeken
en dat gemelde Marij Nannings ook seer
weijnig uijtging
gevende zij deposante voor redenen van wetenschap
al haar gedeposeerde gehoort gesien en
onderovnden te hebben als in den tekst
eijndigende hier meede haare depositie verklaar
de sulcx alles opregt ende waar te wesen presen
teerende mits dien haar gedeposeerde des noots
met solemnelen eede te bekragtigen
aldus sonder bedrog gepasseert tot Westwoude
ten overstaan van Jonge Jan Didama en Jan
Pietersz Ruijter
als getuijgen geloofwaardig hier
toe versogt die desen nevens de deposante ende
 

mij not[ari]s getekent hebben op dato als boven

dit merk + is bij Claasje
    Pieters     selfs gesteld
         Jongejan Didama
         Jan Pietersen Ruijter

                               Quod attestor

                                  J Schagen
                                       not[ari]s publ[iek]
                                  1730


Homepage | E-mail