genaamt Trijntje Didima 1728 meede aldaar woonde verscheijden ma len met den anderen daar van hadden ge sproken en tegens malkanderen gesegt dat het te wonder moij was tusschen voorn[oemde] Volkert Groen en Marij Nannings voorts verklaarde den deposant dat hij nooijt ges____ ten tijde hij bij voorn[oemde] Volkert Groen woonde aldaar genoegsaam geen jong volk quam ende dat de gemelde Marij Nannings ook seer weijnig uijtging en derhalven geen of weijnig ommegang bij andere manspersoonen hadde aan dia aldaar in huijs waren gevende voor redenen van wetenschap
zijn gedeposeerde alss gesien ende ondervon den te hebben als in den tekst eijndigende hier meede zijne dpositie verklaarde sulcx alles opregt ende waar te zijn presenteerende het selve des noots met solemneelen eede te bevestigen aldus sonder bedrog gepasseert tot Oosterblok ker ende ten oirconde desen bij den deposant ge tekent op dato als boven dit merk + is bijZieFile:kno375_39.htm;Transcriptie. Pieter Jansz gesteld Mij present secret[ari]s J Schagen
not[ari]s publ[iek] 1730 |