12
P Stelilingwerf

103

op huijden den 15 ^e october a[nn]^o 1730 heb ik ondergesc[hreven]
compareerde voor mij Jacob Schagen openbaar no
taris bij den hove van Hollandt geadmitteert tot
Oosterblokker residerende ende voor den getuijgen naarge
noemt Cornelis Maartensz de Boer en Trijn Jacobs
dienstmeijt van Adriaan Poort beijde wonende tot
Westwoude ende van cumpetennten ouderdom omme
der waarheijt getuijgenisse te geeven de welke ter
instantie requisite ende versoeke van Jonge jan
Didama vreedmaker tot Westwoude voor de
opregte warheijt gedeposeert getuijgt ende ver
klaart hebben ___ sulcx doende bij desen hoe waar
is eerstelijk de voorn[oemde] Cornelis de Boer dat hij op
dinsdagn den 10 deser 's morgen ontrent agt
uuren komende langs straat quam bij het
huijs van Volkert Groen welke bewesten zijn
huijs was de welke hem deposant aansprak
en vroeg en hem versogt in te komen t geene
hij deposant weijgerde dat onder tusschen
gemelde Volkert Groen tot voor aan zijn
hek quam ende als doen tegens hem depo
sant seijde mi is er een andere vaér van
het kindt opgestaan Jongejan in de
verwschuur dat hij deposant voortgaande
de voorn[oemde] Volkert Groen als doen seijde jae
t is als met [Cornelis Klaasz] Costers, Griet[je Dirksz Boon] en Guurtje [Adriaans]
,Warius [weduwe] t komt nog al vrij moij
Trijn Jacobs verklaarde dat sij deposante
 

op dinsdag woensdag voorleden zijnde den elfde
deses 's morgens te melken gaande ende nevens
het melkhok van voorn[oemde] Volkert Groen zijnde
ende den selven goeden morgens^seijde zijn __ geg___de
dat sij deposante als doen aan voorn[oemde] Volkert

die sat te melken

vraagde wat nieuws nu Jonge Jan de vaer
van t kind? Waar op voorn[oemde] Volkert Groen
andwoorde jae Jonge Jan in de verwschuur
dat de meijt van Volkert Groen doen seijde
als niemant de vaer was als jonge jan soo
soud Marij geen kindt gekregen hebben
waar op voorn[oemde] Volkert Groen sijde dat
wwt__ __ niet of ___ woort komt dan
waa__ __ __ wat op de meijt begon
te kijven ende te seggen dat sij er niets van wisten
gevende sij deposanten voor redenen van weten
schap haar gedeposeerde alsoo gehoort^{te hebben} gevonden
sulen haar weder varen te zijn
van den _ee ____ als in den tekst
eijndigende hier meede hare depositien verklaar
den ijeder in den zijne haar gedeposeerde
opregt ende waar te wesen presenteerende
mitsdien^{het selve} h__ gedeposeerden des noots met
solemnelen eede te bevestigen aldus sonder
bedrog gepasseert tot Westwoude ten overstaan
van Jan Claasz t Lam ende Dirk Nieuweboer
als getuijgen geloofwaardig hier toe versogt
die desen nevens de deposanten en mij not[ari]s
 

dit

104

getekent hebben op dato als boven
Corneles de Boer

merk W is bij Trijn
Jacobsz      selfs gesteld
       Jan Klaasz t Lam
       Dirk Nieuweboer

                                   Quod attestor

                                           J Schagen
                                              not[ari]s publ[iek]
                                             1730