J Benningbroek | 203 Op huijden
den sevenden december anno seventien hondert vijf en dertig compareerde voor |
| Jacob Schagen openbaar notaris bij den hove van Hollandt geadmitteert tot Oosterblokker resi deerende ende voor den getuijgen naargenoemt Jacob Claasz wonende tot Wognum oudste naarge |
| 204 Johannes Dorst wonende tot Westwoude de welke verklaar de te constitueren ende volmagtig te maken sulcx doende bij desen den e[erbare] Danquert Germontsz wonen de tot Berkhout omme soo wel uijt zij compar[an]tes name ende van zijnent wegen als van wegen hem |
geconstitueerde |
selfs te compareeren voor de heeren stadhouder ende leenmannen van den huijse van Naaldwijk Honsholredijk ende Wateringe ende aldaar ten name van hem Danquert Germontsz te versoeken ende nemen verlij ende investiture van sekere agthondert |
P gelegen tot West woude met het eijnd aan de Swaag dijksloot | roeden landt of te leen gehouden wordende van den voorsz[egde] huijse van Naaldwijk etc[etra] leggende tot West woude ende jegenwoordig belent met hem Danquert Germontsz ende den comparant ten oosten ende zuijden Claas Schoenmaker ten westen ende de swaagdijk ten noorden dien volgende daar voor te doen behoorlijken hulde en manschap ofte ander
door Volkert Groen nevens meer der geoederen voor schepenen der stede West woude cum annexis aan haar huijden reede getransporteert ende daar van te doen behoorlijke hulde eed en manschap ofte andersints het gemelde stukje leenlandt aan den leenheer af te staan ende te doen vervallen soodanig hij geconstitueerde goed en radsaam sal vinden dienvolgende alles ontrent het het bekomen der investiture of het doen van afstand van t gemelde leenlandtalles te doen ende handelen |
verrigten t geene | als hij comparant selfs tegenwoordig zijnde meede soude kunnen ofte mogen doen |
| belovende te approbeeren alle t geen bij den
geconstitueerde uijt kragte deses gedaan ende verrigt sal worden onder verbandt end submissie als naar regten sonder bedrog aldus gepasseert ten comptoire mijns notaris tot Westwoude ten overstaan van de e[erbare] Tijmon Moij en Jacob Tijmonsz Broer als getuijgen geloofwaardig hier toe versogt die desen nevens den comparant ende mij notars getekent hebben op dato als |