Notarieel 385 / 129 Oosterblokkerpdf19-06-2023 pag. 1

 
 
 
 
 
J. Verloren

                                                  n[ummer]o 19
              hier van
            een gross en
            twee copien uijtgegeven

      Op heden den 3e Maij
      1773
compareerden voor mij Paulus
Streek
notaris bij den ed[ele] hove van Hol
landt geadmitteert te Oosterblokker re
siderende ende voor de nabesz[chreven] getuijgen
de e[dele] e[erbare] Corn[elisz] Jansz Boots zo voor sig
selven als soon en mede erfgenaam van
wijlen sijn vader Jan Corn[elisz] Boots ende
nog als in huwelijk gehadt hebbende
Neeltje Jans Schouten eenige dogter en erf
genaame van wijlen haar moeder Trijntje
Alders
die met haar tweede huwelijk is ge
trouwt geweest met de comparants vader
Jan Corn[elisz] Boots bovengemeldt wonende
te Hauwert ter eenre
Cornelis Ootes tot Swaagh ende Theu
nis Hoffland
te Oosterblokker woonach
tigh in qualiteijt als bij de de ed[ele] groot
achtb[are] heeren burgemerm[eestere]n der stad hoorn

gecommiteerde en

aangestelde voogden over Jan, Trijntje en
Aafje Corn[elis] Boots alle minderjarige
kind[ere]n van den eersten comparant Corn[elis]
Boots
bij opgemelte sijne huijsvrouw
Neeltje Schouten in huwelijk verwekt
 

uijt wijsens extract uijt t register van voog
dijen van welgemelte heeren burgem[eestere[n
sub dato 30 december 1772 mij notaris
verthoont ter tweeder

Jan Pietersz soo voor sig selven ende als
in huwelijk gehadt hebbende Lijsbeth Jans
Boots
mede dogter van wijlen Jan Corn[elisz]
Boots
voorn[oem]t mede te Hauwert ter derden

  ende Pieter Groot en Jacob Kaarsse
maker
beijden inschelijks te Hauwert woon
achtigh in qualiteijt als bij wel gemelte
heeren burgerm[eesteren] der stad Hoorn gecom
mitteerde en aangestelde voogden over
Teunis Jansz eenig naegelaeten kind
van Lijsabet Jans Boots evengem[el]t bij
hem derde comparant in echte verwekt
en dus als meede erfgenaam van wijlen
sijn groot vader Jan Corn[elisz] Boots en van
sijn moeder Lijsbet Boots voorn[oem]t blijkens
de bij extract uijt t register van voog
dijen der voorsz[egde] stad in dato 21e decemb
ber 1772
mede mij notaris vertoont
ter vierder zijde

te kennen gevende dat sij comparante
 

te rade geworden sijn omme de respective
boedels en naelatenschappen van wijlen
de voorsz[egde] Jan Cornelisz] Boots en desselfs tweede
huijsvrouw Trijntje Alders als meede van
wijlen des eersten comparants huijsvrouw
Neeltje Schouten ende van wijlen Lijsbeth
Jans Boots
in der tijd met de derde compa
rant getrouwt geweest respectivelijk een be
hoorlijke schiftinge scheijdinge en afdee
linge te maaken ende also een ider
sijn aandeel daar van te doen geworden

ten welken eijnde omme daar inne
naar ordre te proceederen sij comparanten
in aanschouw hadden genomen dat opgem[elde]
Jan Corn[elisz] Boots en Trijntje Alders als me
de ( ook in dat geval ) Cornelis Jansz Boots
en Neeltje Schouten ende ook Pieter Jansz
ende Lijsabeth Jans Boots alle sonder
eenige huwelijkse voorwaarden te hebben ge
maakt en dus in gemeenschap van goede
ren sijn getrouwt geweest

      Dat Jan Corn[elisz] Boots in den alge
heelen boedel van hem ende opgem[eld]e sijne
huijsvrouw soner eenige afdeelinge te
hebben gedaan ten goeder trouwe is blijven
sitten tot aan sijn overlijden toe waar
 

mede nog daar en boven een gedeelte van
den voorkind[ere]n moeder erffenisse als me
de t aandeel van een overleeden voordog
ter was geesimuleert en vermengt

      Dat wel Trijntje Alders voor haar dog
ter Neeltje Schouten dog dat Jan Cornelisz
Boots
nae sijn dogter Lijsbet Jans Boots
deser wereld waaren overleden

      Dat vervolgens Cornelis Jansz Boots
behalven ieders aandeel in dei bewesenen en
vervallen erffenissen soo als mede
erfgenaam van wijlen sijn vader voor
de 1/2 in de eene helfte en uijt hoofde
van sijn huijsvrouw als eenige erfgenaam
van wijlen haar moeder voor de geheele
wederhelfte en dus te samen 3/4 parten
ende dat Theunis Jansz eenig naegelaten
kind van wijlen Lijsbeth Boots als mede
erfgenaam voor wijlen sijn grootvader Jan
Corn[elisz] Boots
voor de andere 1/2 part in de
eerste helfte en dus de resterende 1/4 part in
de voorsz[egde] naelatenschap sijn competerende

dat wijders Corn[elis] Jansz Boots na het over
lijden van sijn huijsvrouw inschelijks gemeens
boedels met sijn kind is blijven sitten sonder
tot heden toe eenig moeders cas bewijs te hebben gedaen
 

  En waar van mits dien na dat de boedel
van Corn[elis] Jansz Boots met de erffenisse
van wijlen sijn vader, moeder, suster, en
aanbehuwde moeder was geamplieert
de voorz[egde] kind[ere]n de gerechte helfte sijn toe
behoorende

      Dat ook Jan Pietersz na t overlijden
van opgemelte sijne huijsvrouw Lijsbeth
Boots
al mede gemeens boedels is blijven
sitten en waar van mitsdien sijn kindt
( boven en behalven sijn aandeel in desselfs
grootvaders boedel) na dat den boede van Jan
Pietersz
met t aandeel van wijlen sijn vrouws
moeder, en susters erffenissen ware verhoogt
inschelijks de helfte is compeerende

  Dog de wijle alle die respective boedels en
naelatenchappen soo onde rden anderen
waren
____ gecumuleert en vermengt dat het
te dugten stonde dat bi naukeurige verdee
linge van deselve tusschen parthijen wel
eenige differentien en moeijelijkheden
souden kunnen ontstaan dat sij comparan
ten daaromme tot voorkominge van al t
selve met onderling genoegen te rade ge
worden sin naar alverns de waardije van
alle de goederen zo roerende als onroerende
 

tot alle die voorsz[egde] boedels behorende
specifice te hebben geaestimeert ende
overwogen ende alles so veel moogelijk
was gebragt tot behoorlijke giquiditeijt
deese verdeelinge op de hier voren gelegde
gronden nogthans bij forme van uijtkoop
te doen

    Al waar op sij comparanten verklaar
den alle deselve naelatenschappen in alle
min en vrindschap te hebben gschift
gescheijden en gegrondtdeeldt zo ende in
voegen en manieren als volgt
              onder Hauwert
  Dat Corn[elis] Jansz Boots van nu voor
taan voor sijn aandeel in vollen ende
vrijen eijgendomme sal hebben en genieten

  eerstelijk een boeren huijs en erve groot
230 roeden met een stukje landt daar aan
en agter gelegen groot een morgen 317 1/2
roeden overmaat 344 roeden belendt t kerk
landt ten oosten en ten westen

  Item t huijs en erve van Vrouwtje
Wiggers
groot 76 1/2 roede ondermaat 26
roeden met t landt daar agter groot
 

Item de weijdt voor t huijs van Krijgs
man
groot een morgen 585 roeden
overmaat 300 roden als mede de middel
weijdt groot een morgen 320 roeden on
dermaat 20 roeden en nog een dito
stuk genaamt de heele klaas nieg groot
drie morgen 57 1/2 roeden overmaat 332
roeden alles belendt met Willem Bak
ker
ten oostende erve Carel Marchant ten
westen

Item van dito stuk genaamt t Hammert
groot 525 roeden overmaat 65 roeden
belent met Theunis Laan ten oosten Jan
de Boer
ten westen

Item de 3/5 van Eeskes landt groot een
morgen 273 roed[en] overmaat 36 roedt
gelegen agter Jan Blokdijks werff
belendt deselve ten oosten Jacob Gertsz
ten westen

Item de akkers aan de veer sloot groot
een morgen 473 roede overmaat 118 roede
 

als mede t wester Aalkelandt daar aan
gelegen groot een morgen 219 1/2 roede over
maat 290 roedt beijden belendt met Jan de
Boer
ten Oosten Cornelis Voerman ten westen

  item de Osse weijdt groot drie morgen 375 roe
de ondermaat 175 roed belendt t kerke
landt ten oosten en ten westen

  Iten t landt aan de Leek groot drie
morgen 57 1/2 roede overmaat 332 roede be
lendt t kerke landt ten oosten Corn[elis] Boots
ten westen

item de meelmolen met desselfs huijsing
en erve groot 65 roedne staande en gelegen
te Hauwert voorn[oem]t mits ook ten sijne lasten
hebbende de schuldt ten bedraage van onge
veer vijf en twintig honderdt car[oli] guldens
welke voor of op de voorsz[egde] molen is gene
gotieert stoots voets

   ende laastelijk alle de roerende goederen als
contanten huijsraad en inboel levende vee koe en
boere gereedschap alles sodanig als t selve gij
hem gepossideert en beseten is stoots voets

   des sal Vorn[elis] Jansz Boots op dit sijn aan
deel aan sijn kind[ere]n moeten uijtrijken ende vol
doen de somme van negne honderdt car[oli] guldens
wanneer desselve ten mondigen dage ofte ten
huwelijken staate sullen gekomen sijn respectivelijk
 

    dat de kinderen van Corn[elis] Boots gesa
mentlijk voor hair aendeel van nu voor
taan in vollen ende vrijen eijgendomme sullen hebben
en genieten

 eerstelijk een boerenhuijs kapberg en erve
groot 138 roeden met t landt daar agter
groot twee morgen 384 roeden overmaat 665 roede
belendt t kerke landt ten oosten Theunis Jansz ten
westen

item t huijs en erve van krijgsman groot 85
roede met t landt daar agter groot twee morgen
340 roede overmaat 162 1/2 roede belendt t kerke
landt ten oostn Cornelis Boots ten westen

item t miggels of molen weijdtje groot een mer
gen 167 roed overmaat 180 ried bekebt Sijmon
Senits
erve ten oosten t kerke landt ten westen

item de paarde weijdt groot twee morgen 30
roede overmaat 135 roeden belendt jan
Bregten
oosten t kerke landt ten westen

item t opperent van de vijf morgen groot drie
morgen 152 roed overmaat 180 roed belentde erve
C Marchant ten oosten Herman Bakker ten westen

item de middel bree weere groot een morgen
310 roede overmaat 50 roed belend Pieter Lan
gerijs ten oosten Pieter Cl[aas] Groot ten westen

item t halfe leekke weijdtje genaamt t morgen
groot 550 roeden ondermaat 25 roede gemeen
met de erve van Pieter Timmerman belent Her
man Bakker
ten oosten Pieter Langereijs ten westen
 

item twee stukke graslnad aan de ander
vast genaamt de groot weijdt en Sweedes gele
gen onder Ooswoudt groot vier morgen 300 roed
in molen maat 6 morgen 450 roeden belend
t kerke landt van Oostwoud ten oosten Herman
Bakker
ten westen

    item een dito stuk gelegen aan t oosteijnde
van Hauwert onder Medemblicq groot 4 morgen
192 roeden in moolen maat 4 morgen 138 roeden
belendt Jan de Boer ten oosten Jacob de Boer ten westen

  item een morgen riet landt in de banne
van Opdam gelegen

Item al den huijsraadt en inboel levendig vee
koe en boere gereedschap niet wes uijtgesonderd
sodanig als al t selve bij des kind groot vader
is gepossideert en beseten geweest stootsvoets

   En laastelijk aan contante penn[ingen] de som
me van f 900:":"car[oli] gulden waar van de soon
f 400:":"en ieder dogter f 250:":"sal moeten
hebben gelijk voorsz[egd] is

     Dat Jan Pietersz van nu voortaan voor
sijn aandeel in vollen ende vrijen eijgendom
sal hebben en genieten

     Eestelijk de geregte helfte in een boeren huijs
met ongeveer tien morgen landts daar aan en
bij behorende staande en leggende in de weere onder den
bedrijve van Hoogtwoudt gemeen met Dirk Michielsz

en laastelijk alle de roerende goedere n als contante
 

 Huisraadt en inboel vee koe en boere gereed
schap niet wes uijtgesonderdt t welke hij compa
rant en opgemelte sijne huijsvrouw hebben gepos
sideert en beseten gehadt stoot votes mits op
dit sijn aandeel aan sijn voorsz[egde] kind ten mondigen
daage ofte ten huwelijke staate gekomen sijnde
uijtterijken de somma van een en twintigh hon
derdt car[oli] guldens
               onder Hauwert
      Dat Theunis Jansz van nu voorstaan
voor sijn aandeel in vollen ende vrijen eijgen
domme sal ebben en genieten
      Eerstelijk een boeren huijs en erve van
Pieter Joorisz groot 17 1/2 roede met t land
daar agter gelegen groot drie morgen 224 roede
overmaat 200 roede belendt Corn[elis] Boots ten oosten
Jan Breg ten westen
 Item een stuk graslandt genaamt de waeijdt
van de hofmeester groot drie morgen 150 roede
overmaat 300 roede belendt Klaas Kolken ten
oosten Pieter Claasz ten westen

    Item t Leeke weijdtje van Pieter Root daar
agter gelegen groot een morgen 390 roede onderm[aa]t 23
roede belendt Klaas Kolken ten oosten en ten westen

  Item een dito stukje groot een morgen 100 roede
overm[aa]t 75 roede gen[oem]t 1/2 gangelis belent de kerk
van Hauwert ten oosten en Herman Bakker ten weste

   En laastelijk de somma van eenentwintigh
honderdt car[oli] guldens bij desselfs vader uijtterij
ken ende te voldeon als hij Teunis Jansz ten monde
 

gen daage ofte ten huwelijken staate sal gekomen
sijn

        des sal ook de vader tot die tijdt toe voor
de suijvre renten en vrugten van des voorsz[egde]
kinds capitaal ende sul behoudens goedt sijn
voorsz[egde] kindt moeten onderhouden en opvoe
den kleeden ende reeden mitsgaders laaten lee
ren leesen en de schrijven ende wat verder tot
een goede opvoedinge behoort alles so als een
goede vader toestaat ende schuldig is te doen

met dese schiftinge scheijdinge en afdeelinge
bij forme van accord en uijtkoop verklaarden sij compa
ranten te nemen volkomen genoegne en
contentement bekennende ieder sijn aan
en toebedeelden ontfangen en daar van de
possessie te hebben genomen renuncierende
mitsdien van alle regt van eijgendom
die den een op des anders aanbedeelde uijt
kragte van de voorige gemeenschap mogte heb
ben gehadt sonder eenige reserve aannemen
de en belovende over sulx elkanderen ieders aan
bedeelde voor alle namaningen op ende
aanspraaken te sullen vrijen ende waaren
ende alsoo elkanderen opregt ende ter goeder
trouwe den effecte deses te sullen doen
ende laaten genieten onder renunciatie van
relief reductie ofte eenige andere hulpmidde
len tot braake deses in rechten bekendt
                                                     onder
 

Aldus gedaan en gepasseert te Oosterblok
ker ten jaare en daage bovengemeldt ter
presentie van Adriaan Streek en Tamis
Jansz
luijden va ngelove als versogte ge
tuijgen                        + dit merk stelde Cornelis Jansz
     Cornelis Jansz Ootis        Boots in onse presentie
     Teunis Hoflant
     Jan Pietersen
     Pieter Klaasz Groot
     Jacob Keersemaker
     Adriaen Streek                      P Streek
     Tamis Ijansz

 

op heden den een en twintigsten mei 1800 een en twintig is van
vorenstaande scheiding een sxpeditie afgegeven waar van de regis
tratie luidt als volgt geregt te Hoorn den negentienden
    mei 1800 een en twintig
deel zeven f[oli]o 121.7.8 en avangen met de
verz[egde] twee gulden vijf en negentig en een halve cents
         / getekend / Mosselmans
                                                      D Merexs griffier


Homepage | E-mail