Notarieel 4071 / 35 Obdam pdf30-04-2023 pag. 1

 

 
CvLingen

35

Op heden den 7 decemb[er] 1699
compareerde voor mij Dirk Pittes openbaar notaris bij
den ed[ele] hove van Hollant geadmitteert resideerende tot Obdam
en de getuijgen na genoemt den e[erbare] Aarjen Gerts Grob out ontrent
60 jaren wonende Op Spierdijk onder Spanbrbroek Jan Corn[elis] Loen
out ontrent 45 ende Jan Taams out ontrent 33 jaren beijde
laaste woonagtig als de eerste comp[aran]t mitsgaders P[iete]r Jacobsz
out ontrent 23 jaren wonende op Spierdijk onder Obdam
ter huijse ende in de kost van Jan Corn[elisz] Langedijk en verklaarden
sij comparanten ten versoeke van Volkert Jans Groen regerende
schepem[eeste]r der heerlijkh[ei]t Obdam dog wonende op Spierdijk
hoe waar en waaragtig is hij eerste comparant dat ontrent
c[irc]a 7 jaren is geleden sonder inde presiser tijt agterhaalt te willen
sijn hoe hij comparant met sijne geuberen en gemeene losse
brug met deel---- ___en gemaakt beleijt over de kerksloot over de Spierdijk
op de scheijdinge tusschen Obdam en Wadweij __ ____
____
omme nevens zijne mede helpers van dito
brug haar hoij daar over t huijs te rijden en na dan deselve
daar enige tijt hadde gelegen vermiste hij eerste comp[aran]t
van de selve brug 3 a 4 nieuwe deelen dien hij met een
griekse A hadde gemerkt waar over hij comparant
rontsom de buren heeft gevraagt ofte sijne deelen ook
hadden geborgen onder anderen ook gevraagt aan Jan Corn[elis]
Langedijk
of hij van de deelen niet en wiste dien hij
comparant op de voorn[oemde] gemene brug hadde geleijt
waar over Jan Corn[elisz] Langedijk voor[noem]t antwoorde daar niets van te
weten dog weijnig tijts daar na verloopen zijnde verklaarde

in de wogmeer
# welke Jan Corn[elisz]
Langedijk
gebruijte
als huerder

Jan Taamsz voorn[oemd] deele gevonde te hebben op een brugge
tusschen de verlaatsweg en Jan Chamaijs sandweijde # ____ en meende
Aarjen Gerts deelen te wesen immers gemerkte deele
welke merken met kleij bedeckt waren vermoedende dat
het Aarjen Gerts deelen waren en t selve hem Aarjen Gerts
bekent gemaakt welke Aarjen Gerts verklaarde dat het
sijns gemekrte deelen waren en heeft Jan Corn[elisz] Loen
comp[aran]t in desen met Elbert Simons versogt de deelen
eens te bezien en verkeerde hij Jan Corn[elisz] Loen datter soo
danig merk op stonde als Aarjen Gersz geseijt hadde
 

na welke besigtinge hij A[a]r[iaan] Gerts verklaarde met
kennisse van de dijkgraf van de Wogmeer de gemelde deelen
heeft t huijs gehaalt wijders verklaarde P[iete]r Jacobsz voorsz[egd]
dat hij ontrent 6 a 7 jaren geleden sonder in de precisen tijt
agterhaalt te willen zijn hij als dienstknegt heeft gewoont
bij Jan Corn[elisz] Langedijk en dat hij door sijn meester dies
tijts is vermaant ende geordonneert met hem t gaan
(alhoewel tegens sijn gemoet ) om gesamentl[ijk] te gaan
na de corve en de vishauwers van m[eeste]r P[iete]r Quantes dies
tijts schoolm[eeste]r op Spierdijk voorsz[egd] en daar uijt
te nemen een gedeelte van desselfs vis in de avontstont
dat de voorsz[egde] m[eeste]r Quantes na Amsterdam was dat se
de Vis voor een gedeelte daar uijtgehaalt ende inde
voorn[oemde] Langedijks huijs hebben opgeeten dat ook enige
tijt daar na hem P[iete]r Jacobsz voorsz[egd] nog in diens zijnde
van de voorn[oemd]e Langedijk ende hem geordonneert is
na m[eeste]r Dirks kinderen op Spierdijk haar koolbaan
te gaan om daar in stilheijt kool van daan te halen
dog dat hij comp[aran]t t selve heeft geweijgert en daar niet
in gedaan heeft wijders verklaren sij comparanten
dat Griet Cornelis suster van de voorn[oemde] Langedijk welke
ook bij hem is wonende een kint heeft geteelt
in hoerdom gelijk de geheele werelt kundig is
en is tegenwoordig nog maagt nog vrou maar een
beproefde maagt wijders niet getuijgende
verklaarde t selve alles gene ende gehoort te hebben
als in den tekst bereijt sijnde des noots ende versogt
sijnde t vorenstaande met eed te sterken aldus
gedaan ende gepass[eer]t ten woonhuijss van de req[uiran]t
in desen ter presentie van Corn[elis] Cornelisz Kelis
regerende schepenm[eest]r en P[iete]r Olifs vroetschap
onder Obdam die benevens mij notaris hier toe
 

sijn versogt om kennisse van t gepasseerde te drage
welke getuijgen nevens de comparanten en mij notaris
voorn[oem]t dese minute mede getekent hebben datum als

 

boven

Aerien Gertsen Grob

 

Jan Cornelis Loen
dit merk + bij Jan
Taams
selfs gestelt
Pieter Jacobs
Cornelis Cornelisz Kelis
Pieter Oolifs Lindeboom

PIttes
    not[ari]s
     publ[iek]


Homepage | E-mail