nbsp;
J verloren

op huijden den 10 januari
deses jaers 17 ^c vier en sestig compareerde voor
mij Gerard Post openbaar notaris bij den
edelen hove van Hollandt geadmitteert tot
Obdam residerende present de nagenoemde
getuijgen de eersame Pieter Jansz Boots
en sig sterkmakende en de rato caverende voor
wonende op Spierdijk en Oolf Jacobsz
Obdam wonende alhier tot Obdam als voogden
over Sijbout, Trijn, Geerie en Antie, Cornelis
Gerritsz Spil minderjarige nagelate kinderen
van wijlen Antie Sijbouts in huwelijk
geprocreet bij Cornelis Gerritsz Spil ter eenre
en den selven Cornelis Gerritsz Spil wonende
in de Wogmeer onder Obdam ter andere sijde
sijnde alle de comparanten mij notaris wel
bekent de welke verklaarden met elkanderen
over de gemelde minderjarige kinderen moeder
lijke erfportie bij wegen van uijtkoop in alle min
ende vrintschap verdragen te sijn in maniere
als volgt namentlik dat de voorn[oemde[^comparant Cornelis
 nbsp;

Gerritsz Spil in vollen en vrijen eijgendom
aan sijne gemelde kinderen in voldoeninge
van haar overleden moeders erf portie overgeeft

eerstelijk een stuklant gelegen
in de polder van Obdam groot
5 morgen / 200 roeden
belent met de Groot Keet ten
noorden en de erven Arien Jansz
Vis ten suijden

en dan nog een stuk lant gelegen
in de Wogmeer sijnde een halve
cabel in de lengte doorgesneden
van de weg tot de dijk belent met
de voonr[oemde] comparant Cornelis
Gerritsz Spil ten suijden en
Pieter Jansz Boots ten Noorden

en vervolgens deselve kinderne te sullen alimen
teren in alle noodruft soo in siekte als gesontheijt
tot derselver meerderjarigheijt of eerder huwelijk
 nbsp;

mits daar tegen gedurende de deselve tijt te genieten
de rente of kragten van het voorsz[egde] aan de kind[eren]
bewesen lant waartegens hij Cornelis Gerritsz
Spil meergemelt sal blijven besitten ende behouden
in vollen en vrijen eijgendom alle de overige goederen
soo van roerende als onroerende niets uijtgesondert
mits ook voor sijn rekening nemende alle de
lasten en schulden des boedels soo veel of soo
weijnig als die mogen sijn
met wellke voorsz[egde] uijtkoop verklaarde de
  comparanten ten wedersijden te nemen
volkomen genoegen en contentement en de genoege en alsoo
de gemelde uijtkoop is gemaakt na voorgaande
opening ende examiniatie des boedels soo
beloofde sij comparanten malkanderen
nooijt ofte nooijt mo geen nadere uijtkoop of afdeling
moejelijk te sullen vallen nogte gedogen dat
sulx gedaan werden in regten of daar buijten
alles onder verband als na regten
   Aldus gedaan ende gepasseert ten
comptoire meijns notaris tot Obdam ter
 nbsp;

presentie van Constantijn Gerard Post en
Pieter Backer beijde wonende tot Obdam als getuijgen
hier toe versogte
                    Pieter Jansz Boots
                   Cornelis Gersz Spil
                   CGPost
                   Pieter Backer
                   Gerard Post