SvLuit | Op eden den 3 Januarij a[nn]o 1707 compareerde voor mij onderges[chreven] nota[ris] resideerende tot Bovencarspel en voor de nagenoemde getuijge Jan Broersz als noch boedel besitter wegens sijn overleden huijsvrouw Dieuw Cornelis ter eenres en Jacob Buerman, Dirck Theunisz, Pieter Segersz en Pieter Molenaer alle en gesamentlijkcke wettige voogden over Jan Jansz en Thijs Jansz sijnde kinderen van hem eerste comparant geproccureert bij Dieuw Cornelis voorzijd
ter andere sijde alle wonachtigh tot Grooteb[roek] de welcke gesamentlijck verclaerde in alle minne en vrintschap gescheijden en gedeelt te hebben alle de goederen van Jan Broersz en die van Dieuw Cornelis bij hem in gemenschap sijn na gelaten in maniere als volght eerstelijck is hij eerste comparantvoor sijn _[?] aen bedeelt het huijs va comende van sijn schoon vader als mede dat ten westen aen belent item een stuck graslant leggen met het suijdt end aen de wijsen en ten noorden met sijn schoonvader Cornelis Clooster item een stuck graslant leggende |
t nevenstaende lant is beswaert met 40 g[u]l[den] lijfrente geaccordert en de voogden van de gemelde
kinderen twee over de gemelde lijfrente sulle moete betalen te weten voor t jaer 1709 en soo vorder usllen rente comen t laste van Jan Broersz | op Barnslootie t noord huijsen ten oosten Volcker Jacobsz item de groote weed leggen t noord huijsen op de Ouwegouw op de westkant van de Hoogesluijssloodt belent ten westen d h[ee]r Jacob d[e] Jongh schout benacht item een stuck graslant leggende op de Cadijck tusken ten oosten Jan Remmetsz item noch een stuck graslant leggen achter Lutjeb[roek] gesuijden de Cadijcksmeel |
|
item een stuck saedlant leggende achter Groote[broek] t noord huijse achter de roomse karck belten ten noorden Jan Velsen en ten suijden Albert Pietersz item een stuck saedlant leggende overtochte ten noorden Pieter Jacobsz ten suijden Vreeck Storn item seventien hondert twee en vijftigh guld[en] dartien stuijvers aen gelt en vorder sijn gerechte 7/12 part van t ongemunt gout en silver maer tegens de gemelde vooghden voor de gemlde kind[eren] ten dele voor haer 5/12 parte sijn aen bedeelt ten eersten |
en erve | een huijs staende en leggende tot Groote[broek] over t ouwe mannen huijs belent ten o[osten] d[e] h[ee]r Johan van de Velde comcoijci
item een stuck graslant leggende achter Claes Mijses met het suijtend op t noorder vaert belent Corenlis Claesz ten westen en ten oosten Roelif item een stuck graslant leggende op de westkant van de Reijnersloodt met het suijtend aen de Ouwegouw item een stuck graslant leggende op de Oostkant van de Hoogesluijsloot belent Jacob Buerman ten suijden en Dirck PieterszGeers ten noorden item een stuck graslant leggende op de Hoefsloodt belent de erfgenaem van Vreeck Jonker ten westen |
| item een stuck graslant leggende op de Oostkant van de Hoogesluijsloodt belent ten suijden Wouter Tulp item een stuck saedlant leggende
op de oostkant van Jan Elsz sluijssloot tusken de Ouwegouw en de huijse gemeen met Claes de Non item een stuck saedlant leggende op de oostkant van Jan Elsz sluijssloot tusken de Ouwegouw en Cadijck genaemt de Buijser Item een obligatie op de naem van Jan Broersz tot laste van de vreedmaker van Grooteb[roek] in houdende een hooftsom[ma] duijsent g[u]l[den] gedateert 1698 verscheenen den eerste maent den 4 maert |
silver | item seven hondert twee en vijftigh g[u]l[den] dartien stuijvers gelt item vier bocjes met silver kramme item seven silver leepels item een drie bande kooker met een ketting item twee silver hefte messe
item een gouwen hooft ijsertien item een gwouen silver troustuck item een silver bel met een kettingh item silver riem item een silver malijks item een silver koocer met een kettingh item een silver cruijs met een ketting item twee en twintigh silver malijs |
| item vier en een half silver vergulde malijs en hake item twee gouwen ringe item twee stuckjes gemunt goudt item een silver vinger hoedt en ringh item een agnus dij met een silver penning item seventien silver knoopjes item een enckelt kettingje roo bloet corale item __er beste peerel akers blijft noch in de gemeenschap twee rente brieve in houdenden een ijder de
som[ma] van duijsent gul[den] de eenne tot laste van Bovencarspel en de de andere tot laste van de stadt Enchuijsen staende op de naem van Jan Broersz sijn lijf een obligatie tot laste van Thijs Pietersz aen Dijck in houdende een hooften hondert g[u]l[den] item een obligatie tot laste van Gerbrant Seeman tot Grooteb[roek] inhoudende een hooft som[m] vijftigh g[u]l[den] item een obligatie tot laste van Dirck Sijmsz tot Grooteb[roek] in houdende een hooftsom[ma] vijf en t seventig item een obligatie tot laste van Cornelis Pietersz Speck in houdende een hooft som[ma] hondert g[u]l[den] item een gouwen rinckjen met een fijne __ item een kettingh roo bloedt corale
|
X nota sal uijt de gemene boedel betaelen mede van de lanthure en renten die staen te vangen voor t jaer 1706 = 11 de verpond[ing] 1702 en t lantschot 1705 / en vorder sal een ijder de slepende oncoste van sijn aen bedeelde lande en huijse moeten betale | item de koeje t hooij boeregereedtschap en voeder rommeling en noch een schaep daer eb boven verclaren sij comp[aran]ten weder sijde alle het huijsraeten inboel van linnen en wollenals anders elck het sijne sijn gerechte par hij genoten te hebben en oock verclaere
den heelen staedt des boedels haer wel bewust te sijnX en belovende hier tegens nooijdt te sullen doen noch gedooge dat hier tegen gedaen sal werde in rechte of daer buijten renucieerende tot dien eijnde alle mandamente van relief reduc[tie] of eennige andere behulpmiddelen in rechten bekent die een ijder hier inne te bate soude mogen comen alles oprecht gedaen in presentie en gepasseert in Grooteb[roek] ten huijse van hem eerste comparant in presentie van Cornelis Pietersz en Pieter Claesz als getuigen Jan Broersz Jacob Buerman Dirck Teunisz Pieter Segersz Kuijper
Pieter Molenaar dit is getekent + bij Cornelis Pietersz Pieter Claesoon D Molenaar nota[ris] publ[iek] | |