IJ LXXV n[ummer]° Ophuijden den XXVIJ en december 1638 compareerde voor mij notaris publijcq ende voor den nabes[chreven] getuijgen Jaques Valcx eijgenaer van dekre secreet goote leggende onder sekere poorte en gange genaemt Griekenlandt uitcomende opt Hogelantse Kerchof ter eenre ende Henrick Henricxz van Haltren caesemaker eijgenaer van sekre huijsinge ende erve staende ende gelegen op t Hogelantse kerchoff omtrent de versz[egde] poorte ter andre sijden ende bekenden sij comp[aran]te voorn[oem]t mitsgaderen geaccordeert ende verdragen te sijn in manieren hier nae volgende te weten dat Henric Henricxen voorn[oem]t sijnen
erven ende nacomelingen ten ewigendagen mit sijn secreet ende waterlosinge int sijne voors[zegde] huijsinge ende erve sal hebben ende behouden voor de gront ende huijsinge van de versz[egde] Jaques Valcx suerende [?] inde versz[egde] goote leggende inde gange dat bij verstoppinge van versz[egde] goote onder de gront van hem Jaques Valcx hij comp[aran]ten elcx voor de helfte deselve sullen moeten doen reinigen sal mede Henric Henricx voorn[oemd] prorato moeten contibueren int onderhouden van versz[egde] gote onder de gange gelijc mede hem Jaques Valcx van stadt noch soodanige andre inde voorsz[egde] gote te brengen als hem sal believen voor welcke vergunninge Henric Henrixs voorn[oem]t mittet onderteijckinge |