in den zelven jare | IIC LX
Op huijden den XIIJen octobris a[nn]0 XVC twee ende tachtich compareerden voor mij notario publijck ende voorden ondergescreven getuijgen Jan Woutersz out omtrent vijftich haren ende Gerijt Pietersz out omtrent XXXIIJ jaren Buijerlanden van Noortwijckerhout ende deposeerden ende tuijchden bij haerluijder _scientie ende zielen zalicheijt in plaetse van eede ten versoucke van d erfgen[amen] van Corn Dircx ende Claes Willemsz Pieter Cornelisz, Cornelis Engelsz, Ewout Willemsz, Huijbert Sijmonsz al woonachtich tot Noortwijckerhout voorsz[egd] hoe dat zij haer deposanten wel kennelicken es dat de landen van de voorsz[egde] requiranten gelegen inden voorsz[egde] Ambachte van Noortwijckerhout zoe veel
de geene die zij luijden ende elcx van hem vande Abdie van Leuwenhorst in erfpachte zijn hebbende alshaere andere eijgen landen in den jaren van LXXIIJ LXXIIIJ, LXXV en LXXVI mits den oorloge gans woest ende desert gelegen hebben zulcx dat zij luijden daer van geen profijten en hebben getogen Soe oick genouch staen alle de landen in Noortwijckerhout versz[egd] geduijrende de versz[egde] jaren onbeheert zijn blijven leggen de welcken in den jaren van LXXXVIJ weder aengevaert zijnde zijnesdaer van ( onvermits de verwoestheijt van dien) weijnich of geen profijt gencomen ende en tuijschen wijder nijet presenterende in cas van revolemente alle t zelve respective bij haer luijder eede solempnelicken te affermeren ende te bevestigen voor
allen heeren ende rechteren des noot ende versocht zijnde versoeckende den de voorsz[egde] requiranten hier van te hebben acte aldus gedaen binnen der stede |