Notarieel 506-206 / 79 Leiden pdf21-10-2023 pag. 1

#
sij gegrosseert
ses gulden

                    nu[mmer] LXXIX

IJ

                    Staat ende inventaris
                    inden namen des heeren
                    van de boedel ende goederen
                    schulden ende lasten van
                    Falentijn Blondeel d Oude
                    in sijn leven vachtebloter
                    ende Elisabeth Jansdr
                    van Aken
echte luijden
                    sulcx die bij hun in gelijcheijt
                    van hare huwelijck voor
                    waerden beseten ende bij
                    Falentijn voorn[oem]t op ten
                    een drie en twintichsten septem
                    ber anno XVJc vijffendertich

                    metter doot ontruijmt
                    sijn naergelaten hebbende
                    vier kinderne daer moeder
                    van was Janniken Deus
                    sijne sa[liger] eerste huijsvrouwe
                    met naemen Jan Blondeel
                    Falentijn Blondeel, Janniken
                    Blondeel
getrout met
                    Franchoijs Brele
                    bouwercker ende
 

                    Colijntgen Blondeel ongehu
                    wede persoone gemaect
                    ten versoecke ende opt
                    aengeven van de voorsz[egde]
                    Elisabeth Jansdr om te
                    mogen dienen daer ende sulcx
                    alst behoort ende gestelt
                    in guldens van XL groten
                    vlaesm t stuc stuvers
                    ende penningen naer
                    advenant gelijc volgt
                  gelt

t gene ter saecke voors[zegd] bijden geconsti

de invetnariante verclaart
tijde van haer sa[liger] mans overlijden
bijde beurse gehadt te hebben
wat min als vijff gulden sonder
meer hier niettemin
uijitgeteeckent                          V g[u]l[den] - -
 

IJ

                    Huijsen ende erven
                    bij Falentijn Blondeel
                    ten huwelijcke aengebracht

eerst een huijs ende
erff staende ende gelegen
binnen deser stadt Leijden
op te Hoijgraft aende
oostsijde daer jnne
den overleden gestorven
es belegen hebbende aen
d een sijde ten noorden Willem
Ponsz
van Iselsteijn ende
aen dander sijde ten suijden Pieter
Lotten
vaendoecreder strec
kende voor van de strate
tot achter aen Willem
Ponsz
voorn[oem]t

ende noch een huijs
 


ende erff staende ende
gelegen aende westsijde
van de looijgraft voorseijt
belent ende belegen hebbende
aen deeen sijde ten noorden
Pieter Baelde wollecopert
ende aen d ander sijde ten
suijdn Magdalene Willemsdr
van der Mij
streckende
voor van de strate tot
achter aaen Pieter Baelde
voorn[oem]t
              t voorsz[egde] huijs ende erff wert
 bewoont bij Pieter de Bruijne
 wolcoper voor hondert vier en
 veertich gulden in t jaer ende
 rest de huijr seder
 b meije XVJc vijffendertich
 

IIJ

                    huijshuijren renten
                    ende interesten van de
                    goederen die in eijgendom
                    competeren de kindren vande
                    inventariante als gejnsti
                    tueerde erffgenamen van
                    Jan van Aecken hare sa[liger]
                    grootvader gereserveert de
                    inventariante t vruchtgebruijc

Frans Heijmont Backer
huijrder van seker huijs ende
erff genaemt de
Posthoorn staende ende
gelegen in Warendorp jegens
over de Bouwen Louwen
stege es schudlch de huijshuijr
van dien jegens hondert
vierenveertich gulden int
jaer bevallen sedert meije
XVJc vijffendertich

 

Phiips Vervat gistver
coper huijrder van seker
huijs ende erff staende
ende gelgen inde cuperstege
es schuldich de huijre gevallen
sedert S[in]t Jacob anno XVJc
vijffendrtich
jegens tachtich
gulden tijen stuijvers int
jaer

den thuijn gelegen buijten
de Sijlepoort in Leijderdorp
es bijde overleden ende sijne
wedue selffs gebruijct in
voegen dat daer van geen
huijr open staet

m[eeste]r Jan Werckijnes om de kind[e]ren
voors[zeg]t schuldich een hooft
somme van seshondert gulden
 

IIIJ

daer van renten werden betaelt
jegens den penning sestijen
ende rest om den boedel
t verloop serdert den XXVIIJen
julij anno XVJc vierendertich

Passchier Hengelaers
wedue Tergoudejes schuldich
om de kind[e]ren voorsz[eg]t een
hooftsomme van tweehondert
gulden daer van renten werden
betaelt jegens den penning
sestijen ende rest om den
boedel of t verloop sedert meije
XVJc vierendertich

Henric Brieff van Haesten
raet
backer es schuldich om
de kind[e]ren voorseijt twaelff
hondert gulden hooftsoms es
 

daer van renten werden betaelt
jegens den penning sestijen
ende daer van t verloop tot
alreheijlighen toe anno XVJc
vijffendertich
met leveringe
van broot betalt es behalve
dat noch broot gehaelt ende
gebracht es van den sevenden
julijk XVJc vijffendertich
off
ten sterffdage toe van den
overleden

Leonardt de Droge Caerder


es om de kind[e]ren voorseijt
schuldich hooftsoms twee
hondert gulden daer van renten
werden betaelt jegens den
penning sestijen ende rest
t verloop om den boedel sedert
in martie anno XVJc vijffendertich

Pierre de Borre es
 

V

schuldich om de kind[e]ren voorsz[eg]t
driehondert gulden capitaels
ende rest t verloop van dien
jegens den penning sestijen
tot sboedels behoeff sedert
in september anno XVJ c
vierendertich

de wedue van Gillis Cruut
op de oude chingel naest de
brouwerije van de Double
sleutel es om de kind[e]ren voors[zeg]t
schuldich een hooft somme
van sevenhondert tachtich
gulden daer van renten werden
betaelt jegens den penning
sestijen ende rest t verloop
om den boedel sedert februarij
anno XVJc vierendertich

s[igneu]r Guilliame Lupaert
coopman van wolle es om
 

de kindren voorseijt schuldich
een hooft somme van achthondert
gulden daer van intrest betaelt
wert jegens vijff ten honder ende
rest t verloop sedert int laest
van augustus anno XVJc vieren
dertich
daer op hij eenige
wolmatten een ploot tafel ende
anders gelevert heeft ter
waerde van vijffentwintich gulden
twaelff stuvers acht pen[ningen]

                    verdinde huijr van Johannes
                    Lupaart

Vincent Flamenhoven verwer
 

VJ

es schuldich de huijr van Johannes
voorn[oem]t gevallen sedert meije
XVJc vijffendertich
ten sterffdage
van den overleden toe jegens
vijftich gulden int jaer

                    Renten den boedel
                    toebehornede

op Joris de Smeth loco
Charl de Smeth sijn vader
twaelff gulden tijen stuijvers
sjaers verschijnende den eersten
augusti
losbaer met tweehondert
gulden
            rest t verloop sedert den eersten
            augusti XVJc vierendertich

 

Op Bastiaen Jansz Meer
susteijndrapier in de Bouwens
Louwenstege ses ghuldens ten
vijff stuvers shaers verschijn
nende den eersten meije losbaer
met hondert gulden
        rest t verloop sedert den eersten
        meije anno XVJc vierendertich

                    Obligatien

Op Charl de Smeths wedue
in den Hage bij notarile
obligatie van date den eersten
martij anno XVJc vierendertich

hondert gulden capitaels
daer van geschapen es
 

VIJ

weijnich te sullen comen
              de inventariante en can met geen
                sekerheijt verclaren off haren sa[liger] man
                in mindernis van t verloop van intereste
                ijts heeft ontfangen doch heeft
                naer dode van haren sa[liger] man getrocken
                een schilderije ter waerde van twintich
                gulden volgens de estimatie van
                 Neeltgen Ponssendr

op Davidt Edelings susteijn
wercker welcken Edeling niet

te __ vin den es bij notariele
obligatie van date den XXJen
october anno XVJc vieren
twintich
een hooft somme
van eenendertich gulden
        rest den interest jegens den penning
        sestijen sedert den eerste meije
        XVJc vierendertich

Op Gillis van Boewgem
 


die naer Venetijen es vertrocken
ende aen sijn leven getwijfelt
wert bij obligatie
van date den eersten
meije XVJc dertich

innehoudende eerst
vierentwintich gulden
ende noch ses gulden
die sijn vrouw seijt met
wercken verdien te
sijn
 

VIIJ

                      inne schulden

Aeltgen Cornelisdr Seem
touwers
wedue in Marendorp van

 

geleverde bloten           

Mailliaert Lancswaert saeijdra
pier van gelverde wolle

XLIJ g[u]l[den] - -
 
CLXXVJ g[u]l[den] XIJ st[uivers]

                    "naer t overlijden bier op ontfangen eerst XX g[u]l[den]
                    9 faleauitgn[?] blondeel ende daer naer LIIJ g[u]l[den] de rest
                                                      banquerot
 

Joris Gerardt wijncoper comt
 van geleverde wolle
         doch sustinuert affslach

Jan Leleu wollecammer van
  geleverde Wol
                  naer t overlijden als voren
          hier op .. wat galon ontfangen
          ter waerde van omtrent LX gl
          VJ g[u]l[den] rest quade
          schult soo t schijnt
 

 
   LIJ gl
CXXV g[u]l[den] XVIJ st[uivers]

 
LXXXVJ g[u]l[den] XVJ st[uivers]

 
 
^LXXXIJ g[u]l[den] X st[uivers]
 
te boven de - 42 g[u]l[den]

Oliphier Pietersz op de
uijtterste graft van geleverde
wolle ^ XXXIX gl XV st doch was soo
veel niet schuldich ende sal daer
van bij accordt comen t         

  XXVIJ gl VIIJ st

15 st voorders
met Falentijns overlijden
ontfangen den somme van 27 g[u]l[den] 48 st[uivers] LX p[enningen]  

LXIX g[u]l[den] XIX st[uivers] -  

,,
 

Jan van Santen tot voorburch
van geleverde wolle

Thomas van Houte van gele
verde wolle

Anthonij Mathijsz ende Cornelis
Mathijsz gebroeders beijde tweer
ders tot Amsterdam souden
schuldich sijn eert honedert
sesenvijftich gulden ende noch
achtentwintich gulden acht
stuvers doch wert bij haer
ontkent hier ter
 

gedachtenis
 

IX

Pieter Argier wollecammer
van geleverde wolle

Michiel Argier d oude van gele
verde wolle
          sustineert affslach te moeten
          hebben over quade wolle

Michiel Argier d jonge mede
van geleverde wolle
          sustineert als voren

Christiaen Argier soude schuldich
sijn CXIX g[u]l[den] doch seijt sijne wedue
daer op aenden overleden betaelt te
hebben XXXVIJ guld[en] sulcx dat noch
soude costen
          behalven dat sij noch affslach
          versoect van quade wolle

Jacues Vianen susteijndrapier van
geleverde wolle
 

CXXV g[u]l[den] - -

 
CLXXXVJ g[u]l[den] - -
 
 

 
CXIIJ g[u]l[den] - -
 

 
 
 
 
LXXXIJ g[u]l[den] - -
 
 

 
CXXXJ bl[
 

de selve noch ter sake
voorseijt

Jacob Batten saeijdrapier van
geleverde wolle

Daniel de Hoppa ter sake van
gelverde wolle

Samuel Busfier ter sake
gelijc vooren

de wedue van Lodewijc van Borra
ter sake voorseijt
            sustineert affslach van
            quade wolle

Julien van der Hout inden Hage
ter sake voorseijt
 

 
CLXXIIIJ g[u]l[den] - -

 
XLIIIJ g[u]l[den] VJ st[uivers] _

 
C g[u]l[den] - -

 
CXXVJ g[u]l[den] - -

 
CXXXVJ g[u]l[den] XVIJ st[uivers]
 
 

 
XCVIIJ g[u]l[den]
 

X

Falentijn Blondeel de jonge als
es schuldich over t gunt hij van


wegen Jan Coene ontfangen heeft
een somme van CXXXVJ g[u]l[den] boven
noch XXXJ g[u]l[den] VIJ st[uivers] hier t samen

de selve Falentijn es noch
schuldich bek berekent gelts
XIIJ g[u]l[den] X st[uivers] ende noch in plaets
van een gout gulden hem geleent
IIJ g[u]l[den] hier sulcx t samen

de wedue voor passchier
de Buergie
ter sake van
geleverde wolle VJc V g[u]l[den] daer op
d inventariante naer haer sa[liger] mans
overlijden ontfangen heeft L g[u]l[den]
hier de voorsz[egde]

Thijs Thijsz van der
Dijc de oude
ter sake
alsvoren
 
 

CLXVIJ g[u]l[den] VIJ st[uivers] -

 
 
 
 
XVJ g[u]l[den] X st[uivers] -

 
 
 
 
 
VJ g[u]l[den] - -

 
 
LXXXVIJJ gl X st
LXXVJ gl X st[uivers] -
 

Jan Moenis wedue soude schuldich
sijn XIX g[u]l[den] IIIJ st[uivers] doch seijt dat
haer man sulcx betaelt heeft
hier ter

Gillis Cornelisz Seemtouwer
es schuldich t welc voor
banquerot gehouden wert
IIIJc XVIIJ g[u]l[den] ter sake van gele
verde bloten hier ooc ter

Anthonij Groen gele
verde wolle

Jacob Verschoten van geleverde
wolle  

gedachtenis

 
 
 
 
gedachtenis

 
CXXXIX g[u]l[den] X st[uivers]

 
CXLV g[u]l[den]  

# doch alsoo sij bei  
den insolveren es
deint sulcx
A

bjan van de Wege sa[liger] insolveren diens boedel
                            schulidh van outs 40 g[u]l[den]
desolvet es LX glt van wolle hier
ter                      #

ende van nieus 80 g[u]l[den]
   ter sake
gedachtenis

       Janneken Blondeel es                         A
schuldich van verlopen

gelt
- XVIIJ g[u]l[den] XV st[uivers]
ende

ende Pinias Goschalc van
geleverde wolle
          #

 
IIJc XXIJ g[u]l[den] - -

III g[u]l[den] V st[uivers] Petronella La Chave inden Haech es schulden
- 74 g[u]l[den] 4 st[uivers] der ven gestrijnpen[?] es niet te sullen comen

hier ter
 

_eech[?]

XI

                      Turcx greijnen wolle
                      vachten ende anders vercocht
                      ende gelevert naer de doot
                      van den overledene

Pieter Ouseel van de twee
slechteste turcx grogreijnen


t stuc XXVJ g[u]l[den] tsamen

Henric van Bladen heeft
gehadt twee de beste turcx
grogreijnen item t beste bedde
met de peulue twee oircussens
ende een tapijt wesende goeden gecomen
van den overleden daer voor en
hij gequijteert heeft sijne actie
ende gerechticheijt nopende den
innecoop van de vellen soo nochtans
dat de inventariante hem
daer en boven ende om hem te
vreden te stellen noch heeft
moeten geven een gouden engelsen
penning waerdich vierentwintich
gulden item twee silvere
meshechgens een gouden ring
 


LIJ g[u]l[den]

een sliver stoeltgen ende een
gesneden stooffgen wesende sulcx
gecomen van deinventariante
off van hare kinderen hier ter

Gillis Simonsz drapier

Jacob Verschoten drapierp  
Abraham Vermeulen van vachten
Jan Heijns drapier
Anthonij provoost
Jan Sistrap /bp  
Marinus Andriessz voor
 

gedachtens

LVIIJ g[u]l[den] IIIJ st[uivers] -
IJc LXXXI g[u]l[den] - -
CXIIIIJ g[u]l[den] - -
XCVIJ g[u]l[den] IJ st[uivers] -
XXXIX g[u]l[den] IJ st[uivers] -
IIIJc XIJ g[u]l[den] IJ st[uivers] -
CXLIIIJ g[u]l[den] IIIJ st[uivers] -
 

XIJ

Martijntgen Ghijs

Jacob Batten

Vevast de Wael

Louris de Matter

Frans Vermersch 

Pieter Hackonj

Louris van Damme 

Sidrach Janssz
 

CLXXIJ g[u]l[den] V st[uivers] -

LXXIJ g[u]l[den] IIJ st[uivers] -

XXXV g[u]l[den] XVIJ st[uivers] -

XIJ g[u]l[den] - -

IIJc VIJ g[u]l[den] IJ st[uivers] -

X g[u]l[den] - -

IIIJc XXXV g[u]l[den] IJ st[uivers] -

X g[u]l[den] - -
 

de wedue van Lodewijc
Verborre

Henric Potbroec

Lambert Pieterssz

ende Pieter Jansz in t huijssit
tenhuijs boven den afftrec
van sijn salaris

ende Isaac Rorec tot Delft


 

CXLVJ g[u]l[den] V st[uivers] -

LXVIJ g[u]l[den] VIIJ st[uivers] -

VJ g[u]l[den] J st[uivers] -

 
 
CIX g[u]l[den] IJ st[uivers] -

 
XLVIJ g[u]l[den] - -  

                    door vercopinge van dep  
                    ploters gereetschappen  

over de vercochte gereet
schappen volgens de rekeninge
daer van sijnde
 

XCIX g[u]l[den] VIJ st[uivers]
 

XIIJ

                        vercochten huijsraet
                        imboedel ende anders bij den
                        overleden ten huwelijcke
                        aengebracht off staende
                        huwelijc aengecocht  

vijftich pontt in t pont voor
negenstuvers acht penn[ingen] comt
twaechgelt tot twee stuvers
affgetrocken s[t]uvers

twee mantels voor

een pac clederen geprijseert
op

der braat cas voor

twee silvere bierbekers met een
kelcgen vercocht voor
 

XXIIJ g[u]l[den] XIIJ st[uivers] -

XLVJ g[u]l[den] X st[uivers] -

 
XVIJ g[u]l[den] - -

V g[u]l[den] - -

 
LXVIJ g[u]l[den] XIIIJ st[uivers]
 

noch vier silvere lepelen
met een mostaart lepel
voor

Noch eenigen huijsraat ende
imboedel int openbaer
vercocht ende daer van beschout
suvers de oncosten affgetrocken
 

den vordren huijsraat ende
imboedel bij Neeltgen
Ponssend/r
gebroijseert op

t harnasch met de wapencasch
vercocht voor

ende noch een orange sleuijer
van t aff[?] die noch onvercocht is

 
 
XJ g[u]l[den] XIIJ st[uivers] -

 
 
 
 
IJc XVIJ g[u]l[den] V st[uivers] -

 
 
CLXV g[u]l[den] XVIJ st[uivers] -

 
XIIJ g[u]l[den] - -

^ mitsg[ader]s twee
oude slaeplakens

d
 

l

niet geprofeert __ ^hier tot
                                     x

ende noch comt de boedel vergeeve
valcgers[?]

mitsgaders noch een lapgen cam_rox daer
lang omtrent 8 ellen t vierendeel
to__ vercocht es voor 30 st[uivers] d ellge
comt
 

lee_[?]

 
 

 
 
 
XIJ g[u]l[den] VIJ st[uivers] _-
 

XIIIJ

                        Huijsraet ende imboel
                        bijde inventariante ten
                        huwelijc aengebracht

een imboel ende huijsraet
bij de inventariant ten huwelijc
aengebracht mitsgaders hare
clederen ende lijffs behoefte
bij provissie ende tot naerder
ordre ongeprijseert gelaten

hier ter  

gedachtenis

                          
                        stucken

copie autentijcq van de testamente
mente van Valentijn Blondeel
ende Jannetgen Deus desselffs
 

eerste huijsvrouwe bij haer
gemaect ende voor den notaris
Jan Angillis ende sekre getuijgen
gepasseert op ten vierden aprilis
anno XVJc achtentwintich

geteijckent met nu[mmer]o

Acte van scheijdinge gemaect
tusschen Valentijn Blondeel
weduenaer van Janniken Deus
sijne sa[liger] huijsvrouwe ter eenre
ende Daniel de Smeth saeijdrapier
mit Pieter Lotten als voochden den
nagelaten kindren van
Janniken Deus voorn[oem]t gewonnen
bijden voorsz[egde] Valentijn Blondeel
beroerende smoeders nagelaten
erffenisse gepasseeert voor Jacob
van Leeuwen
als notaris ende
sekere getugen gepasseert
opten lesten october anno
XVJc dertich
geteijckent
met nu[mmer]o
 

Je

 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
   
IJe
 

huwelick voorwaerden gemaect
tusschen Falentijn Blondeel voorn[oem]t
ter eenre ende de voorsz[egde] Elisabeth
Jansdr van Aken
ter andre sijden
bij haer gepasseert voor den
voorsz[egde] van Leeuwen ende sekre
getijgen op ten sesten november
anno XVJc dertich
geteijckent
nuu[mmer]o

inventaris van de meubele goede
ren die Elisabeth Jansdr voorn[oem]t
aende voorsz[egde] Valentijn Blondeel
ten huwelijcke brengt van date
den XXVen november XVJc dertich
geteijckent met nu[mmer]o

twee eedelkens tot preparatie
van t maken van de staat der
goederen ende lasten van Valentijn
Blondeel
sulcx die waren als
wanneer hij met Elisabeth
Jansdr
voorn[oem]t ten
 

XV

 
 
 
  
 
 
 
  
IIJe

 
  
 
 
  
IIIJe

huwelijc ging aenden andren
gespelt ende geteijckent met nu[mmer]o

Copije autentijcq van de testa
mente van Jan Engelsz van
Aken
ende Marijtgen Coenraets
van der Lucht
echteluijden des
voorsz[egde] Elisabeth Jansdrs sa[liger]
vader ende moeder bij hun gemaect
ende voor den notaris Jan Mote ende
opten XXen februarij anno XVJc
vierentwintich
geteijckent met
nu[mmer]o

copije autentijcq van seker accordt
gemaect tusschen de voochden van de
verbonden geoderen van de kinderen
ende descenten van Dirc
Gillisz van Leeuwen
ter eenre
ende Elisabeth Jansdr van Aken
voortijts wedue van Elijas
Lupaart
geadsiseert met
Valentijn Blondeel mitsgaders
 

 
Ve

 
 
 
 
  
 
 
  
 
VJe

 

de voochden van des voorsz[egde] Elijas
Lupaarts"
kinderen ter andre
sijden beroerende t voldoen van
achtienhondert vijffentachtich gulden
vijftien stuvers wesende de helft
van seventijenhondert eenen
t seventich gulden tijen stuijvers
bij Elijas Lupaart voorn[oem]t ter
weescamere binnen leijden op
renten gelicht van date den
XVJen junij anno XVJc drijen
dertich
geteijckent met nu[mmer]o

extract uijt de belasting boec
ken aengaende sboedels huijs ende
erff aende oostsijde van de
hoijgraft van date den XXIIJen julij
anno XVJc eenendertich
met acte
daer achter gestelt daer bij de
voochden van de kinderen van Elijas
Lu Lupaart consenteren dat Falentijn
Blondeel
voorn[oem]t onder speciael
verbant van t voorsz[egde] huijs ende erff
uijt de penningen van des voorsz[egde]
Lupaarts kinderen op renten lichte
seventijen hondert vierendvijftich
gulden acht pen[ningen] gelijckent met nu[mmer]o
 

XVJ

 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
  
VIJe
 
 
 
  
  
 
 
 
 
 
 
 
 
 
VIIJe

seker cedelken off specificatie
van Valentijn Blondeels schulden
staende huwelijc betaelt
geteijcken met nu[mmer]o

Beraminge van staet deses
boedels geschreven met de eijgen
handt van Jan Blondeel een
van de kind[e]ren geteijckent met
nu[mmer]o  

IXe

 
 
 
 
Xe  

                            Schulden ende lasten des  
                            boedels

                            eerst doot schulden  

over de dootschulden van den
overleden
 
 

Xl gl - -
LXIX g[u]l[den]
 

XVIJ

                            gerealiseerde lasten

Christaen Weuijten rente

brieff 
            rest t verloop sedert t d__ nege
            dagen - anno XVJc vijffen
            dertich

Dirc Segerss van Campen als
voocht van de weeskind[e]ren van
Pauls van Thorenvliet bij bese
geltheijt hooft soms

XIIJc g[u]l[den] - -
 
 
 
 
 
 
Vc g[u]l[den] - -

            rest t verloop sedert den XIIJen januarij
 a[nn]o XVJc vijffendertich

Adriaen Willems Wittert bij

als administra[]st
voocht over de
kinderen van ____
ende t h____-
 

besegeltheijt hooftsoms
            restverloop sedert den eersten
            meije anno XVJc vijffendertich

                          qualitaegra[?]
Jan van Heuffen compt bij reste
van custinge
            met de GL ten invent vanden
        behalve den intrest
gereets tot ___ toe a[nno] 1636 
 

IIIJc g[u]l[den] - -
 
  
 
 
 
 
 
 
VIJc XXVIJ g[u]l[den] VIJ st[uivers]

de kind[e]ren van Elijas Lupaart sa[liger]
daer van moeder es de inventariante
hooftsoms  
            t verloop stant te rekenen ten
            sterffdach aff es overleden

over verlopen verpondingen van
sboedels twee huijsen ende van seker
huijs van den inventariante mitsgaders
van haren tuijn ommegeslagen
annis v XVJc vierendertich ende
XVJc vijffendertich t samen  

  XVIJc LIIIJ g[u]l[den] VIIJ st[
 
 
 
 
 
 
 
XCIIJ g[u]l[den] - -  

                            andre sculden lopende 
                            ten laste van den boedel bij
                            obligatien op intereste

Christiaen Weuijten bij obli

gatie hooftsoms 
          rest t verloop jegens den penning
          sestijen seder den eersten februarij
          XVJc vijffendertich

 

VJc g[u]l[den] - -

 

de selve noch bij obligatie 
      rest t verloop sedert jegens den penn[ing]
      sestijen sedert den XVen julij
      XVJc vierendertich

Cornelis Willemsz van Kerchem
bij twee obligatien hooftsoms 
      rest t verloop van renten
      jegens den penning sestijen
      sedert den vierden januarij
      XVc vierendertich

Martijntgen Ghijs bij obligatie
      rest t verloop sedert den eersten
      meije XVJc drijeendertich

Jacquemijntgen Praets hooftsoms
      rest den interest jegens den penn[ing]
      sestijen sedert den eersten
      augustij XVJc vierendertich

Jacquemijntgen Schaligers
 

XVIIJ

IIJc g[u]l[den] - -
  
  
  

 
Xc g[u]l[den] - -
 
 
 
  

Vc g[u]l[den] - -
 
  

IJc g[u]l[den] - -

hooft soms
        rest t verloop jegens den
        penning sestijen sedert
        omtrent januarie XVJc vijff
        ses endertich

Daniel de Smith hooftsoms 
        rest t verloop sedert Augusti
        anno XVJc vierendertich

Jan Floris hooftsoms
        rest omtrent een jaer
        verloops

ende Nicht Brol hooftsoms
        rest t verloop sedert

         meije XVJc vijffendertich
 

C g[u]l[den] - -
 
 
 
 

IIIJc g[u]l[den] - -
 
 

LXXV g[u]l[den] - -
 
 

C g[u]l[den] - -

XIX

                      andre lasten sprutende
                      uijt coopmanschappen ende
                      anders

Henric van Bladen van coop

van vellen 

Robbert Battij ter Voor comt
soo noch meer  

              doch sijn daer op aen sijn broeder
              ges_-den eenige galo__te
              waerde van s_-f _-__ Vl g[u]l[den] - -
Melchier Wedinck  

Abraham Henricsz tot Amsterdam

Jan Bats coopman tot Amsterdam 

de selve noch 

Jacques de Poers tot Amsterdam 
 

XIJ/cLXJ g[u]l[den] X st[uivers] -

VIIJc gl - -
IXc g[u]l[den]

 
 
 
Vc LV g[u]l[den] XIJ st[uivers] -

CLXJ g[u]l[den] V st[uivers] =

IJm Vc XCVJ g[u]l[den] V st[uivers]

IJc LCIJ g[u]l[den]

IJc XXXIIIJ g[u]l[den] VIJ st[uivers]
 

Jan Blondeel bij hem soo hij seijde
voor t sterffhuijs verschoten
ende anders

de selve dijstijt noch __ t gunt
over bongelt

den boehuijsmeester

Franchoijs Pulmoes

Annatgen Weuijtens

Pieter Ouseel

Hans Hullet

Govert Dircxz timmerman

Jan Vogel van vellen
 

XXIJ g[u]l[den] XVIIJ st[uivers] -

XVJ gl[XVJ st[uivers]
IIJ g[u]l[den] I st[uivers] -

XXVIJ g[u]l[den] J st[uivers] -

IX g[u]l[den] XVJ st[uivers] -

XXX g[u]l[den] XIJ st[uivers] -

CVJ g[u]l[den] VJ st[uivers]

CXXVIIJ gl XVIIJ st[uivers] -

X gl VIIJ st[uivers] -

XV g[u]l[den] - -
 

 

 
Berent Willems Dooling
cleermaker

AlbertClaesz dircx Moij brouwer
        hier onder begrepen eenich bier
        gelevert over Falentijns
        overlijden

Joris Gerardt Wijncoper
 

Thijs Thijsz van Eke den ouden

over trec gelden ter vercopinge
van de wollen ende gereetschappen
met sijn gevolg ende voorts van
andre oncosten

Jacques Vianen van een
stuc vijffschaft

int rode cruijs
 

XX

CLXV gl[XIJ st[uivers]
CXLIIIJ gl - -
___ gl

XLV g[u]l[den] V st[uivers]  
 
 
 

XXXJ gl VIJ st
LXXXV g[u]l[den] XVIIJ st[uivers]

VIJ g[u]l[den] XVIIJ st[uivers]

 
 
 
XL g[u]l[den] - -

 
XIX gl - -

X g[u]l[den] IX st[uivers] -
 

de gebuijrt over vuijle platelen

Jacob Jansz Schoenmakers
erfgenamen

Daniel le Bleu van geleverde wijnen

Falentijn Blondeel een van de
kind[r]ren comt van een keurslijff

de dochter van Jan Vergraff
lakenoopster
 

over t gunt den overleden
uijt de capitale goeden van de
inventariante off van hare
kind[e]ren heeft ontfangen  
 

over drije jaren innecomens
 

VIIJ g[u]l[den] - -

 
XXJ g[u]l[den] - -

LX g[u]l[den] - -

 
IIJ g[u]l[den] VIIJ st[uivers] -

 
XLIJ g[u]l[den] V st[uivers]
        VIJ st[uivers]

 
 
 
IIJ c LIJ gl - -
IJc LXCIIJ st[uivers]

 

ider van tweehondert gulden bij de
inventariante volgens de huwelijcx
voorwaerden t haren behoeff
gereserveert ende dien ongesien
inden boedel laten comen een somme van 

Colijntgen Blondeel comt over
t bewijs van smoeders erffenisse
naerder geexpresseert in de acte
van scheijdinge hiervooren fol[i]o XIIIJ/cv erso
onder nu[mmer] IJe gemelt
        na dat de drije andre kinderen
        staende huwelijc elc mede
        VJc gulden genoten hebben

over diversche oncosten om te
comen tot bevrijdinge van de huijsen
waechgelden wol te sacken ende
te cruijen met andre oncosten
op den andren gerekent

over t prijseren van de goederen
ende anders
 

XXI

 
 
 
 
VJc g[u]l[den] - -

 
 
 
  
VJc g[u]l[den] - -
 
 
  

 
 
 
 
XVIIJ g[u]l[den] - -

 
IJ g[u]l[den] X st[uivers] -

Comt hier noch als lasten voor op
t verloop van rente van de twaelff
hondert gulden hooftsoms op
Loenric brieff van Haessenraet
gevallen sedert den XXJen september
anno XVJc vijffendertich
tot
alreheijligen toe daeraen volgende
t welc met leveringe van broot
bij anitsicpatie betaelt es gelijc
hier vooren verlcaert wert
een somma van

de voorsz[egde] Loenric Brieff comt
noch van geleverde broot sedert
den sevenden Julij XVJc ende vijffen
dertich
omtrent

Jacob Jan Angillis comt van
gelverde comans vracht fijff
twintich g[u]l[den] hier bij provisie
uijtgetrocken gelijck
de cnoopemaker op de hoij graft van
cnopen

XXV g[u]l[den] -

 
 
 
 
 
XX g[u]l[den] -

ende

nog staat te betalen t soutgelt
X V ten paijten[?] op t jaers 6 jaeren en
hier ter
Floris den Clercq ter ____ __ binnen
heijlen over en 40 st[uivers]getransport[eer] custing brieven
der ic __ __ ___
 

___

 
XLVJ st[uivers]  
 

heden den eersten aprilis a[nn]o 1637 comp[areerde
voor mij P[iete]r Dirxe van Leeuwen openbaer
not[ari]s inden provincialen hove van Hollant
opte nominatie van e[dele] e[erbare] heeren van gerechte
deser stet Keudeb geadmitteert bin[ner] der
selver stede residerende ende voor de nabes[chreven]
getuigen de eerbare Elisabeth Jansd dr
van Aecken
voortijts weduwe van Falentijn
Blondeel
ende jegenwoordic huijsvrouwe
van Matheus Pietersz Kindt
sij req[uiran]te voorts mij not[ari]s wel bekent
met d sistenti van kss Matheus Pieters haren

ende kerckelijck
voocht

jegenwoordigeechte man bij haer __ v
waer ___ in plaetse van eede verclaert
den vers[zegde] staet en inventaris oprecht en deuchdelijc

gemect

t versz[egde] sonder weillens off wetens ijt ^ heben
verswegen off achter gehouden te hebben

t elver tot nadeel des kinderen van
Falentijn Blondeel voorts off ge__ant
___ s_-d_ __ in stiecllig h weer en
___ sijl[ieden[ des noot ende versochtmijnns des
jegenword_____ __ en met solemnelen
eede te bevestigen ende voor heren
ge____ zijn doen __ __ ___ haer
 

"t ware tot
voor off
nadeel

waer desen " me___ __ __issen soude mogen
__ch__ ___ls sij ___ ___ts
voorts hier van kenisse gedragen gemaect ende
ge expideert te werden openbaer instrument
een off meer in gewoonli ke forme
aldus gedaen verleden ende gepasseert bin[nen] de
stat Leijden ten huij[s]e mij ende comp[toire] mijns
not[ari]s genaemt Wouter Amsterdam staande aldaer
inde Nieuwe Steegh pre[sen]t Reijer Willemsz van
Bleijckersvelt
ende Rem Sijmons van Vredenburch
als get[uigen] van goede gelover neffens mij
not[ari]s ten desen ver[s]ocht ende gebeden
                                         Lijsabet Jans
                                    Mateus Pijeters Kijnt
                                                    t welc wij
                                                    affimeren
                                    P van Leeuwen not[ari]s publ[iek]
                                             1637
                               RVBleijckersvelt
                               Wsvan Vredenburch


Homepage | E-mail