J V Mael
 
 
 
 
 
 
 
# Item noch Claes
Arisz

N° 272

Op huijden den XVI^en october a[nn]o 1655 com
pareerden voor mij not[aris] pub[liek] ende voorden
nabes[chreven] getuijgen Dirck Michelsz van Arckel
woonende aende Groenendijc in de heer
lijcheijt van Hasaerstswoude ter eenre
mitschaders Reijnoudt Maertensz Verd e el
mede woonende aende groenendijc man
ende voocht van Aefgen Joppen soo voor
hem selven als mede # uijt den name ende
van weegen Trijntgen Joppen sijn huijs
vrouwen suster als vooren hij hem
starc maect ende de rato caveert bij desen
indie qualiteijt ter andere sijden teken
nen gevende hij comp[aran]t[e]n voorn[oem]t hoe dat
aen voorsz[egde] Reijnout Maertensz ende Trijntgen
Joppen voorsz[egd] een kleijn gedeelte met den
voorsz[egde] Dirc Michielsz tot huiden toe gemeen
sijn geweest miet een weerlants gelegen
inde heerlicheijt van Hasaertswoude
voors[ech]t groot omtrent tijen groote
mergens seshondert vijfftich roeden
streckende uijt den rhijn zuijtwaerts aen
tot aent lant toe van de weduwe van Jan
de Wilde ende bekenden sij comp[aran]t[e]n
voorts neomde de finale scheijdinge
van t voors[zegde] lant ten overstaen van
Cornelis Pietersz Keijser, Leendert Jansz heer
ende Claes Arijss^voorn[oemd]met den anderen over
eengecomen ende verdragen te sijn dat
de voorsz[egde] Reijnout Maertensz ende
Trijntgen Joppen voor haer +^{+ portie ende} gedeelte
hebben ende behouden sullen een stuc groot
omtrent vierhondert ende vijfftich roeden
doch bij den hoop ende sonder made ende mits
dien soo groot ende clein als het selve afge
schooten is aent suijt eijnde #^{#vant voorsz[egde] weer[/]} met de
belastinge van eene gulden tijen stuijv
ers s jaers pacht voorts vrij behoudens
den heer sijn recht waere tegens
 

feert
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 

Dirc Michielsz voorn[oem]t voor sijn gedeelte
hebben ende behouden sal alle het verdre
van voorsz[egde] weerlants behalvren dat de
kinderen van Claes Crijnen daar uijt
moeten hebben uijt suijtende voors[zegde]
tweehondert vijffentwintich roeden d_
gende voorts hij Dirc Michiels ende de kin
dren van de voorsz[egde] Claes Crijnen
naer advenant iijders portie intselvre
weerlants alle de pachten ende verdere
lasten opt voorsz[egde] weerlants staende
eintelijcken dat Reijnout Maertensz
ende Trijntgen Joppen behoorlijcken sullen
vermogen te tochten over de landen
van de voorn[oemde] kindren van Claes
Crijnen ende Dirc Michielszz tot aende
Hogenrijndijc toe ende ooc vermogen
te gebruijcken de casloot neffens de
landen lopende cedrende mitsdien den
eenen tot des anders behouff alle t recht
ende aenseggen t wele den ennen op des
anders aenbedeelde voor deesen geha[l]
consenteerdende sij comp[aran]t[e]n voorn[oem]t hier
van gemaect ende aen wedersijden gelever[t]
te werden schijdinge in debita forma
aldus gedaen verleeden ende gepassert bi[n]
nen Leijden present Johannes
vander Dijcke ende Justus Rijnenburg
clercquen getuijgen van goede
geloove beneffens mij not[ari]s hier overgepopt[?]
Rennout Maertse    Dirck Michielsz van Arckelen
Verdel   Claes Arijssoon   Cornelis Pieters Keijser
                        J van der Eijcke
                                      1655
                        Justus Rijnenburch
                                            1655
                         t welc ic affirmer
                        K Outerman not[ari]s pub[liek]
                                  1655