12

Huijden den VIIJ aprilis martij anno vijtienhond[er]tt
zeven ende tnegentich co[m]pareerden voor mij
Jacob van Tethroede notarijs publijck bij den
hove van Hollandt geadmitteert ende ter p[rese]ntie
van ondertgeschreven getuijgen Jan des Oursijns
laeckencoper wonen[de] binnen de stede van

Lucas dochter
 
haer vader

leijden ter eenre ende Dionijsken # mitsgaders
jacobmina erfgen[aam] amen van Lucas Janszoon
Schilder ,, in dezen geholpen ende geassisteert met bij
Dirck Dircxzoon glasemaecker poorter der stadt
Leijden als haer gecoren voocht ter andere zijden
ende bekenden sij co[m]arantne hoe dat zij
uuijt naebuijrlicke goede vrientschap
metten anderen com[m]e alle twist ende
twedracht te voorcomen die in tijden ende
wijlen soude mogen vprijsen overgecomen ende veraccord[eer]^t
sijn inder naevolgende manieren te weten
dat de voorsz[egde] Dionijsken^Lucaszdr Jacpbmina belooft
heeft ende belooft mitsdesen mede voor hem ende
sijn erfgenamen dat zoo lange t versz[egde]
achter keuckentgen^schoorsteen ende leuffken niet anders
en wert hertimmert dan t jegenwoordich es heur
hemluijden te laeten volgen de vrije licht
die zij jegenwoordich hebben deur seecker
glase venster van de voorsz[egde] des Ourssijns
staen inde voorschreven haer luijden
sij tuinijr ende bierstede welcke licht
 

sij luijden oock vermogen sal len indient
heur sl luijden belieft hoger op te laeten
trecken van meerder lichtte schepper
in haer luijde voorsz[egde] leucken gelijck de
voorsz[egde] des Oursijns den voorsz[egde] Dionijsken
ende jacobmina wijders noch belooft heeft
haer luijder drop en[de] waterloop buijten haer l^r
costen suijver^aff te houden so beide d versz[egde]
zijn nieuwe gemaecte keucken ende leufken es
streckende op dat t versz[egde] water van heur luie
drop en gote sijn loop ende cours mach hebben
deur de tusschen huijsen gelijck van ouden tijch
tot naer de gemene gote ter straten belo[vende]
d voorschreven co[m]paranten elck aderen
t voorsz[egd] accort ende cofract behoorl[ijk]
naer te comen ende te doen onderhouden sonder de
immermeer jegens te doen ofte te doen vo[er]
t sij directel[ijk] ofte inderectelick is geenre
manieren onder verbant van haerluijden
respective perzonen ende goederen roerende
onroeren[de] jegenwoordige toecomen[de] actien en[de]
crediten geen uuijtgesondert de zelve de
vruchten en heure van dien onder werpende
t bedwang van allen t sheren rechten ende
rechteren met _nuage van[de] costen
alles houde arch ofte liste ende
versochten de voorschenen co[m]paranten
aen mij notaris voorn[oemd] dat ick henl[ieden]
hier van wilde leveren en[de] maecken
eerste mee op en baere achter
inde gewoontlicke forme gedaen
aldus binnen de stadt Leijden ten hu[ijze]
van[de] voorsz[egde] Dionijsken Lucasdr en dage ende
jaere als boven ter presentie van
 

Jaecques Louwerenszoon cleermaecker ende
Anthonius Adamszoon alss gelooflicke
getuijgen hier thoe versocht ende gebeden zijn

Dirck Dircksz Grijp          Des Oursins

        Jaecques 4 Louwerens zijn
                  merck      Anthonis Adams
                      J van Tethroede not[ari]s
                              1597