Obligatie

N° 301
p blz

Op den vijf en twintigsten April
des jaars zeventien honderd twee en zeventig
compareerde voor mij Cornelis van Homrigh
openbaar notaris te Amsteldam bij den
hove van Holland geadmitteert
  Johannes Hapel woonagtig aan
de molen genaamd de lelij aan de
overtoomsche vaart bij de Pestbrug
binnen de jurisdictie dezer stad
  ende bekende wel en deugdelijk schul
dig te zijn aan ende ten behoeve van
Jan Willem Dasveld een somma van
zeventien honderd guldens hollands
courant geld over en ter zake van zo veel
contante penningen tot zijn comparants
volkomen genoegen van den zelven Jan
Willem Dasveld ontfangen en genoten
afslaande mits dien de exceptie van
onaangetelden gelde ende beloofde
hij comparant de gezegde somma van
zeventien honderd guldens kost en scha
deloos te restitueren en te voldoen aan 

den genoemden Jan Willem Dasveld ofte
zijns regt verkreigende in agt termijnenen
te weten over een jaar na dato dezes een
somma van twee honderd guldens en zo
telkens na verloop wederom van een jaar
gelijks somme van twee honderd guldens
en zulks geduurende de zeven eerste jaren
en het agtste of laatste jaar de resterende
somma van drie honderd gulden en dat
met de interessen eerst van het geheele
capitaal en vervolgens van de onafgeloste
termijnen op het verscheinen van ieder
jaar gerekend tegens vier ten honderd
ingaande op heden en te geduuren tot de
volle en effectueele voldoening van het
capitaal toe des zal aan den compa
rant vrij staan om het zelve capitaal voor
het geheel of ten delen zo veel eerder dan
de viirscgreve gestelde termijnen af te
leggen als hem zal convenieren doch zal
bij manquement van prompte voldoening
der interesen zo mede van het capitaal op
de als voren gestelde termijnen het als dan
resterende capitaal aanstonds mogen wer
den opgeeischt en met de daar op verlope
 

ne intreressen en kosten ilico moetne wer
den afgeloste en voldaan voor al het
welke hij comparant verbind zijn per
zoon en goederen als na regten
  En tot meerder verzekering zo compa
reerden ten dezen mede Jan Kevirak
wonende aan de molen genaamd de Hoop
aan de Schans ten einde van de requliers
gragt binnen deze stad
  Ende verklaarde zich zelve te stellen
als borg als principaal voor den
eersten comparant ten behoeven van den opge
melden Jan Willem Dasveld of die
zijn regt mogt verkrijgen onder renun
ciatie van het beneficiun ordinis ex
cusionis inhoudende en daar van
geen afstand zijnde gedaan deze kragt
hebbende dat eerst de principale debi
teur moet werden aangesproken en
uitgewonnen eer de borg aansprake
lijk is^{of executabel}van welke beneficie en de kragt
van dien hij comparant door mij nota
ris is onderregt aannemende en belo
vende hij comparant de voorschreve capi
tale somme en daar op te verlopene
 

Interessen als eige schuld op te leggen
en te betalen in geval en bij zo verre
de eerste comparant daar van in ge
breeken mogte blijven en zal deze
borgtogt duuren zo lange dat de geheele
schuld volkomen afgedaan en betaald
is berbindende ook daar voor zijn
perzoon en goederen als na regten
  des beloofde de eerste comparant
zijnen genoemde borg te bevrijden
onder gelijk verband als voren
  gepasseert in Amsteldam ter presen
tie van Jacob Serrurier en Jan Hendrik
Nieuwenhuijs als getuigen
Johannes Hapel
 Jan Kevink
 J^bSerrurier
  J:H:Nieuwenhuijs
 Corn: Van Homrigh
                               notaris
 

Op de grosse ons geextubeerd staat: het resterende capitaal ter somma van elf honderd gul
dens benevens een jaar interessen ter somma van vier en veertig guldens aan ons ondergetekenden
als executeurs van den testamente van wijlen Willem Dasveldt voldaan en in consenteren der halven
dat deze prothocolle werde geroijeerd. Actum Amsteldam den 19^en april 1781= was getekend = Jo
hannes de Vos, Jacobus Carrenhof en werd dienvolgende deze hier mede geroijeerd actum utsupra

Joannes Gisius   N:W:Latterman   A Homrigh_not[ari]s