de heeren m[eeste]ren Francois Ardinois en hr Anthonij Rijgerbos advocaten
als geeligeert tot arbiters bij het indicieel verblijf tusschen Aron Henrique Maron ter eenre en Claes Hendriks Looman ter andere zijde den 12e december 1719 ten overstaen van dezen ed[el] achtb[are] geregte aengegaen en opgeregt wegens alle hunne differentien begreepen in twee afsonderlijke instantien daer bij gemelt de welke verklaerden (ingevolge van de magt van assumtie henlieden bij het zelve verblijf gegeeven) tot derde of super arbiter benevens hen verkooren en geassumeert te hebben gelijk zij doen bij dezen den heer en m[eeste]rJacob de La Bassecour raedpensionaris van deze stad geevende aen zijn ed[ele] tot het doen der uijtspraeke zodanige magt als zij comparanten zelfs komen te hebben en aen hen is gedefereert geworden
en versogten de h[ee]ren comp[aran]ten hier van te maken en uijt te geeven acte omte strekken als nabehooren Aldus gepasseert in Amsterdam voorn[oem]t ter presentie van Gerrit Kok en Johannes de Roos als getuijgen |