N 768
g_

la couw

Op heden den sestienden november
in den jaer zeventienhondert en dertig
compareerde voor mij Jan Ardinous openb[aar]
notaris bij den ed[ele] hove van Holland geadm[itteerd]
te Amsterdam residerende in presentie van
de nagenoemde getuijgen
      Carel Kuvel fluweelwerker
en Jannetje Groen huijsvrouw van
Carel Philipse beijde wonende op de
egelantiersgraft van competenten ouderdom
      en hebben ten versoeke van Jan Woortman
fluweel werker in de angelierstraat wonagtig
getuijgd en verklaerd
      dat zij getuijgen beijde zeer wel kennen
de requirant in dezen Jan Woortman en ook
heel wel gektent hebben zijn overledene huijsvrou
Margrieta Siemsen dat dezelve Jan Woortman
en zijn gemelde huijsvrouw Margrieta Siemsen
hier ter stede zijn komen woonen in den jaere
1725 met hun kind het welk doen heel
jong en omtrent een vierendeel jaers oud was
dat des requirants huijsvrou vervolgens in
den jaere 1727 is komen te overlijden en
op haer afsterven geen ander dan het gemelde
eenig kind genaemd Anna Catharina Woortman
is nagebleven welke kind^{nu omtrent zeven jaer oud}zij getuijge^medezeer
wel kennen en weeten dat het zelve tegenwoordig
 

nog in t leven en bij den requirant
woonagtig is
      tot redenen van wetenschap gevende dat
zij getuijgen van de aankomst van den
requirant alhier als gebuuren met hem en
zijne huijsvrou en vervolgens met het
gem[eld]e kind dagelijks en familiaer hebben
omgegaen en als nog zodanig met hem
requirant en t zelve kind komen te verkeeren
presenteeren mits dien hun verklaerde nader
met eede te sterken
      gepasseert in Amsteldam voorn[oem]t
present David van Oostrum en
Everardus Dudok als getuijgen
Karel Cuvel
dit + merk is
   gezet bij Jannetje Groen
David van Oosterum

    Everardus Dudok
      Jan Ardinois
            not[ari]s publ[iek]