| Op huijden den thienden junius anno 1676 compareerde voor mij onderges[chreven] notaris publijcq bij den hove van Hollandt geadmitteert resideren[de] tot Wervershove in presentie van de nagneoemde getuijgen de eerbare Teunisjen Jacobs wedu[we] van Pieter Jacobsz Breeuwer woonende op Drie huijse geassiteert met Joris Maardtsz woo nende aande Noorddijck en Cornelis Corn[elisz] Scheer woonende tot Wervershoof op Driehuise als hare voochden in deser s_--sent ter eenre Jacob Pietersz Breeuwer bestevader Jan Dircks |
Oostijen | als wettige voogt ende Pieter Gerritdsz als
voocht in desen ( alle woonende op Driehuijsen ) van de kinderen van[de] voorn[oemde] Teunisjen Jacobs weduw[e] ende haar voornoem[de] overleden man Pie ter Breeuwer ter andere zijde ende verklaarden zijn comparanten in voorsz[egde] qualita veraccordeert ende over eengekomen te zijn gelijk zij accorderen ende over eenkomen mits desen voor de scheijdinge ende deelinge van goederen bij de voornoemde Teunisjen Jacobs ende haar voornoemde overleden man Pieter Jacobsz Breeuwer beseten ende gepossideert tot sesselfs overlijden ende daer na tot huijden dato deses toe invoegen dat na voorgaande openinge des boedels de voorn[oemd] Teunisjen Jacobsz geassisteert als voren zijn gevallen en gedeelt eerstelijk aande gerechte helfte van een stuck gras landt
genaamt de Weijd gemeen met Frans Rickeman van Enchuijsen groot t geheel drie morgen gelegen bij t oude vaars nest op de Kerck slootswal belent de selve kercksloot ten oosten Jan Louws erven en Jacob Pie tersz Korte ten westen item noch al de koeijen en koebeesten twee schapen item al het hoij en stroo mitsgaders koe en boeren gereetschap met het melck schuijtje item noch twaalff gulden thien stuijvers bij de voorn[oemde] kinderen aan har moeder uijt te keeren |
| waer tegens de voorn[oemde] Jacob Pietersz, Jan Dircksz ende Pieter Gerritdtsz wegens de voornoemde kinderne in voldoeninge van haar vaders erffenisse zijn gevallen ende gedeelt eerstelijkaan een acker zaadlandt groot ont[rend] hond[er]t ses en vijftich
roeden gelegen op de kerckslootswal belend Jan Breeuwer ten zuijden Claas Pietersz ten noorden item noch een acker zaadlandt gelegen als voren mede groot ont[rend] 156 roeden belendt deselve Claas Pietersz ten zuijden Teunis Jacobsz ten noorden item noch een acker zaadlandt groot ont[rend] hondert roeden gelegen voor de Ustersloot belent Dick Pietersz ten ten oosten een armelandt van Lutjebroek ten westen item noch een acker zaadlandt genaamt de Oude acker groot ont[rend] hondert vijff en t zeventich roeden gelegen ont[rent] Jan Boeders belendt met haar selven ten oosten een stuk grasland genaamt Jochem ten westen item noch een acker zaadlant groot ont[rend] hondert roeden gelegen belendt met een armelandt
van Lutjebroeck ten oosten en haar laetst genoemde acker ten westen item noch een acker zaadlandt mede groot ont[rend] 100 roeden gelandt een kerkelandt van Lutjebroeck ten oosten Hermen Gerritdtsz ten westen item noch een dichtetoe schuijt met een oude koolschuijt mits op dit haar gedeelte uijt te keeren aan de voorn[oemde] Teunisjen Jacobs de somme van twaalf gulden thien stuijvers blijvende voorts huijsraedt ende inboel als mede t gelt mitsgaders in den uijtschulden elxs halff ende half met welcke voorsze[gde] bewijs scheijdinge ende deelinge zij comparanten in qualiteijt alsvoren _ij___pen vercklaarden vergenoecht ende te vreden te zijn belovende hier tegen niets te sullen doen noch gedoogen |
|
gedaen te werden directelijk of indirectelijk in rechten ofte daar buijten onder verbandt van haar persoonen ende goederne present en toecomende geen exempt submitteren[de] alle de selve tot beswank en executie van allen rechten en rechteren alles ter goeder trou wen gepasseert ter woonplaatse van Teu nisjen Jacobs voornoemt in presentie van Dirck Dircksz Rogman en Jacob Jansz geburen aldaar als getuijgen met mij notaris hier toe versocht t oirconde geteeckent datum ut supra |