attestatie om Willem Maertensz Does
Op ten XXX en martij a[nn] XV c eenentnegentich sijn voor mij Wilhem van Oudevliet notaris publ[iek] bij den hove van Holland gead[miteer]t ende ter presentie van ondergeschreven getuijgen gecomen Henrick van Dam saijtrapier out ontrent 35 jaren Loth Huijgensz Gael lakencoper out ontrent XXVIJ jaren ende Jeroen Vrederixs warmoesman out ontrent XXXIIIJ jaren ende Gherijt Gijsbrechtsz lakenbereijder out ontrent jaren burgeren ende schulleren der stede van Leijden ende hebben bij heure mannen ware woorden bij plae[tse] van ede ter requisitie van Geertruijt Maertensdr wed[uwe] wijlen Willem Maertensz Does haer broeder gemijcht ende verclaert warachtich te wesen dat zij getuijgen a[nn]o XVc tzevenentachtich
lotgesellen geweest zijn van h ten tijde Jaeques Colmaer, Cosmo de Pesccarengijs ende capiteijn Manshart alhier binnen leijden geapprohendeert werden rotgesellen geweest zijn van Honesto Lopes de Haro staende onder een vendell schalkers ende dat die versz[egde] Honestus des savonts heel laet opten raethuijss ouk boden geweest zijn ende dair een tijt lang gebleven van sijn rotm[eeste]rschap werde gedestitueert ende dat die versz[chreven] w[ille]m Maertensz Does her deposanten mede rotgesel ende tot rotm[eeste]rren Honestus plaetse es gesurrogeert # geweest ende noch rotm[eeste]r es dat voorts de versz[egde] Honestus de versz[egde] tijt alle boven was ontboden ende dat hij getuijgen ses sanderen daechs es ere sxx commene gewaer zijn geworden dat voorts de versz[egde]
w[ille]m maertens seer goet van leven ende omgaens es ende d[] zij noijt gehoort hebben X eenige quade coopmanschappe oft dat hij de goede luijden ijet aff gefgetrocht heeft dair zij van weten te spreken sonder de zelve te voldoen dat hij ooc seer sulle ende en man met eeren es ende nijet anders anden zelven W[ille]m Maertens gesijen hebben op wildent gare gaerne aen hem eijgen broeders zijen wijders en huijchden zijn presenteren all t zelve des noot ende versocht zijn[de] bij elcx hen ede voor allen heeren t affirmeren consenteren den requirant hijer van acte gemaect te werden gedaen aldus boven de s[tad] van Leijden ten huijsse mijns notaris ten p[rese]ntie van W[ille]m Jop[pen] cleermaker ende Oth Gertsz van Clamersoe burgeren d[e
dese stede als gelooffw[aardige] getuijgen hijer toe versocht ende inventaris testimoni 1591
Woudevlet no[taris] __ Willem Joppen Ot Gerijtsz van
Clanersoe |