64 attestatie Fanchoijs van Damme velleblooter tot Leijden opten XXV en martij a[nn]o XV c negenentnegentich sijn voor mij Wilhem van Hollant geadmitteert ende ter presentie vanden onderschreven getuijgen gecomen Olivier van Dijcke ijperen out L jaren ende Heijnderick de Wintere mede van Ijperen out XXXVIIJ jaren beijde saijtrapiers residerende binnen der stede van Leijden
ende hebben bij heure conscientien ende zielen zalicheijt in plaatse van de ter requisitie van Franchoijs van Dam[m] vellebloter getuijcht ende verclaert warachtich te wesen eerst Oliver van Dijcke dat hij getuijge van requirante opten XIIJ en julij XC VIIJ gecost heeft gehadt ontrent hondert ponden pomersche wulle tot XXVIJ groten t pont welcke wulle zeer gelijke gevallen es geweest tot sijn deposants groote schade ende dat elck pont wulle geen thijden samers waert en een geweest dat sijn draperije geweest en stucx in twee ende drijen vermitsdien groote schade dair aen geleden heeft al met de dertich van guldens ende dair omtrent dair nae tuijcde Henric de Wintere dat hij getuijge van[de] requirant inden XJen
ende XVIIJ/em junij ende XXIX en juni XCVIIJ gecost heeft gehadt ontrent tusschen de drije ende uijt ponden pomersche wulle die __ zeer gelijwe gevallen es geweest ende int gebruijcken van zelve ondervonden heeft d zelve nijet veel waert te weesen sat hij getuijgen mits die schade die hij dair bij heeft gedragen om hondert gulden wel wilde dat hij noijt d versz[egde] wulle gesien veel min gecost hadde ende mits diesen wel ande cant van hondert gulden van t quijdt loot prenten stucken ende twee dair aen verloren ende schade gehadt heeft ende wijders en __chden zij nijet presenteren alle alle t zelve des noot versocht zijn bij elcx heuren ede voor allen heeren ende rechteren t affirmeren consenterne den reqirant hijer van acte gemaact te werden geen ald g _ing der stede van Leijden ten huijsse ende comptoire
mijns notaris in p[rese]ntie van MathijsMathijs willems schoemaker ende corn[eli]s W[ille]ms student der rechtenburgeren der versz[egde] stadt gelo[ofwaardege] getuijgen hijer toe versocht |