Pieter Groen
n[ummer]^o 288
 

                        october
heden den 21 september 1753 compareerde
 
voo rmij m[eeste]^r Arend de Lange Openbaar en bij den hove
van holland geadmtteert not[ari]s residerende binnen
de stad Alkmaar prasent de nagenoemde getuij
gens Albert Cornelis en Pieter Fransz Ijpelaan
item Jacob Garbrandsz als in huwelijk hebbende
Aagje Fransz Ijpelaan kinderen en erffgenamen
van Frans Ijpelaan overleden te Castricum wonen
de de comparanten aldaar en zijnde mij not[ari]s bekend
gemaakt en gaven te kenne dat na sij comp[aran]^te
met hunl[ieden] halve sustet Maartje Frans nopens
de boedel en nalatenschap van hunne voorn[oemde] vader
waren gescheiden en afgedeelt sijl[ieden] als nu de overige
nalatenschap van den zelven hadden verdeelt
zoo volgt als namentlijk aan Albert Fransz
is aan en toebedeelt
voor desselvs een vierde portie hem daar in de gem[elde]
nalatenschap van den zelven hadden verdeelt
competerende

een huijs erve als mede een stukje land daar
annex staande en gelegen te Castricum op de Oos
terbuurt belend de Croonenburger laan ten
noorden en de gemen weg ten westen

Aan Cornelis Fransz insgelijks voor des
selvs een vierde portie
1^o een stuk weidland genaamd de groote weid
gelegen op Heemstede te Castricum groot om
trent agtien hondert roeden belent ten oosten
 

den hoog edele heere van Castricum en de
gemene wateringh ten noorden

2^o een stuk weidland genaamt genaamt de
Heesteder weid gelegen als boven groot drie
morgen en belend ten noorden de erve Heert[je]
Roobeecq en ten zuijden de erve van Jan Ijpelaan

3^o een stukje weidland genaamt de Valke ven
groot een morgen gelegen tot Castricum voorn[oem]^t
belend de erve Cornelis Hoogebregh ten oosten
ende gemene wateringh ten zuijden

item aan Jacob Garbrandsz als in huwelijk heb
bende Aagje Fransz mede voor deszelvs een
vierde portie

1^o een stukje weidland genaamt de Ijsere were
groot veertien hondert roeden gelegen aan de
Brakers wegh
2 ^o en^2° nogh een somma van hondert gulden
contante penningen

en eijndelijk aan Pieter Fransz boven het geen t
bij sijn e[erbare] bevorens uijt de gemene boedel genom[en]
was in contante penningen een somma van
vijff en t seventigh guldens
 

welke bovengem[el]^te somma van hondert en vijff en t
seventig guldens resp[ectivelijk] door Cornelis Fransz ter
egalisatie van desselvs aanbedeelde portie erffenisse
aan de voorn[oemde] condevidenten zullen moeten werden
voldaan en betaalt

werdende alle de bovengenm[elde] landerijen aan ieder
der condividenten aan en toebedeelt met zodani
ge vrij en onvrijheden lijdende en dominerende
servituijten als dezelve zij ngepossideert en
bezeten metsg[ader]rs met zodanige gemene lands
en andere lasten als daar op tot heden zijn
verschuldigt en daar verder van zullen moeten
werden voldaan en betaalt

en bekenden sij omp[aran]^ten met de voorn[oemde] verdeelinge
niet alleen te nemen volkomen contentement
en genoegen maar ieder zijn aanbedeelde met de
bewijsen daar toe specterende te hebben ontf[ange]ⁿ
en overgenomen vervolgens malkanderen des
wegens volkomentlijk te quiteren en den an
deren onder renunciatie van relieff herdelinge
off andere middelen in regten bekend ieders
aanbedeelde gerust en vredigh te zullen
doen en laten genieten en voor alle
evictien te zullen helpen bevrijden
dat aldus gepasseerde binnen de stad Alkmaar voorn[oem]^t
ter preesent^ie van Cornelis Molenaar en Gerrit
Opperdoes Schenk als versogte getuijgens

 Aalbert Fransz Ijpelaan
Cornelis Fransz Ijpelaan
Pieters Fransz Ijpelaan
  dit merk + heeft Jacob
        Garbandsz gestelt

Cornelis Molenaar
     G O Schenk

          A de Lange
           not[ari]s publ[iek]