191
  attestatie Franchoijs van Dam[m]e velleplotter
opten XXV ^en octobris a[nn]o sestien hondert es voor
mij Willhem van Oudevliet not[ari]s publ[iek] bij den rade
shoffs van Hollant geacht ende ter p[rese]ntie van den onder
gescreven getuijgen gecomen Eewout Adriaens
Witmaker burger der stede van Leijden out XVIIJ
jaren oft d[aer] ontrent ende heeft bij zijn consentie
ende sielen zalicheijt in plaetse van ede ter requisitie
van Franchoijs van Damme velploter ter aen Leijde
getuijcht ende verclaert warachtich te wesen dat
hij getuijge inde winter voorleden gewoont gedient
ende gevrocht heeft binnen Middelburch in Zeelant ten
huijsse ende bij Jasper Claesz de Winter velle
vercooper ende dat hem getuijge zeer wel gedeurt ende weet
dat den versz[egde] requirant van d vers[zegde] de Winter in
februario lestlede sonder juijste dach onthouden
te hebben cost seeckere quantiteijt van schaepvellen

welcke vellen
alle de

die de requirant ende hij getuijge t samen alle de vellen
te kenden met een root cruijs van rode aerde dat hij
getuijgen t water bij langs alle de vollen gemerct sijn
daer bij den versz[egde] Jasper de Winter sijn blijven liggen
tot dat het open water was dat hij voors de versz[egde]
vellen open water zijn zelffs mede t scheep heeft
helpen dragen om op Leijden gebracht te weid werden
wijders en huijchden hij nijet presenteren alle t selve
den noot ende versocht zijnde bij sijnen ede voor allen
heeren ende rechteren t affirmeren consenterende den requirant
hijer van acte gemaect ende gelevert te haeren
aldus gedaen binnen der stade van Leijden ten huijsse
ende comptoire mijns notaris ter p[rete]nrie van
W[ille]m W[ille]msz, Corn[eli]s W[illem]sz studenten der
universiteijt al hijer als geloofw[aardige] getuijgen hijer toe
versocht ende gebeden

 
       bij bij Eeuwijt Aerentszoon

Cornelis Willemsz

      inventaris testimonie
               1600
      W Oudevliet no[taris] __

Willem Willemsz